Geveilde Perceelen.
Buiten(andsch Nieuws.
spoedig uit Kromo en Soember te vernemen dat zij de kost
baarheden op twee verschillende erven hadden geborgen. Kort
na deze broederlijke mededeelingen werd de pseudo-dief vrij
gelaten en door de verdere zorg der policie werden de ver
miste goederen opgegraven en in het bezit gesteld der eige
nares, die ze waarlijk reeds had afgeschreven.
De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Zatur-
dag des namiddags te 5 uur 39°, des avonds te 8 uur 39°,
te 10 uur 40°. Zondag morgen te 5 uur 38° te 8 uur
40°, te 12 uur 41°, 's namiddags te 4 uur 42°, te 5 uur 42°,
te 8 uur 41°, te 10 uur 40°. Maandag morgen te 5 uur 36°, te
8 uur 36°, te 12 uur 39°, 's namiddags te 4 uur 36°.
Te Turin is het met de geldelijke aangelegenheden zeer
slecht gesteld. Behalve dat het deficit 500 millioen bedraagt,
heeft de minister van finantiën reeds voor meer dan 300 mil
lioen aan Schatkistbilletten uitgegeven. In afwachting dat hel
budget zal worden goedgekeurd moet men geld hebben om
in de behoeften van de dienst te voorzien waartoe, zoo men
meende, 600 millioen voldoende zouden wezen. Tot dat einde
klopte men bij het huis Rothschild aan, aan hetwelk men een
disconto van 10 pCt. bood. Een voordeeltje van 6 millioen
was wel de moeite waard en toch sloeg het beroemde huis dit
voorstel van de hand, hetzij omdat het de zaak niet vertrouwde
hetzij uit wrok. De laatste hoop is nu op het Parijssche cré-
dit-mobilier gevestigd.
De exploitatie van mijnen neemt in Pruissen allerwege
verbazend toe. Opmerkelijk is hetdat terwijl men in Neder
land vroeger zoo huiverig was zich met het mijnwezen en de
mijnindustrie intelaten verschillende lood-en steenkolenmijnen
door Hollandsche ondernemingsgeest in bet leven zijn geroe
pen en zich ontwikkeld hebben. Onderscheidene contracten zijn
ook reeds met. de Nederlandsche Rijn-spoorwegmaatschappij tot
het leveren van kolen gesloten.
De nachtelijke aanrandingen te Londen verschaffen den
geweermakers groote drukte en goede profijten want een massa
menschen, die gedurende het duister op straat moeten wezen
of afgelegen gedeelten der hoofdstad bezoeken, haasten zich
om een revolver te koopenten einde des noods zich zei ven
te kunnen verdedigen.
De admiraal sir Charles Sullivan is te Londen overleden
hij had den ouderdom van bijna 74 jaren bereikt; onder an
dere belangrijke expeditiën had hij in 1806 bij Java een ge
ducht gevecht met de Nederlanders bijgewoond ten gevolge
waarvan ook Soerabaya werd veroverd.
Zonder veel opzien te baren heeft er in Japan een om
wenteling plaats gehad, waarbij door de groote rijksvorsten
van de beide Keizers groote concessiën zijn afgedwongen. De
stemming tegenover de buitenlanders moet dientengevolge
geheel omgekeerd zijn en de Vorsten, die zich vroeger nog
zoo vijandig hebben betoond, zouden plan hebben geheel Japan
voor het verkeer met bet buitenland opentestellen. De Vorst
van Mito maakte aanspraak op den troon die nu door den
jeugdigen Taikoen wordt bekleed en om zijn doel te bereiken
trachtte bij de regering in rnoeijelijkheden te wikkelen met de
bevriende mogendheden. Toen dit hem niet gelukte, zocht hij
zijn vroegere tegenstanders te verzoenen en beraamde met hen
een plan om de rijksgrooten te bevrijden van de tiranny der
regering. Dit is gelukt en Mikado en Taikoen hebben hunne
toestemming tot eenige radicale hervormingen moeten geven.
De tooverkring, die beide Vorsten omgaf, is verbroken. De
groote leenmannen zijn zich van hunne magt bewust geworden
en zullen die niet weder laten varen en wat het merkwaardigste
is, zij hebben zich met het volk tot deze omwenteling ver-
eenigd en dit zal dus ook deelen in de bevrijding van knel
lende banden, waardoor de geheele Japansche maatschappij
een betere toekomst te gemoet gaat.
In een buitengewoon nommer van den Japan Herald
van 16 September, wordt uit Yokubama mededeeling gedaan
van een nieuwen moordaanslag. In den namiddag van 14
September begaf zich namelijk een gezelschap uit die plaats
naar buiten om een uitstapje te doen. Het gezelschap bestond
uit mevrouw Borradaile, echtgenoote van een koopman te
I Hongkonde heer Marshall, haar schoonbroeder, koopman
te Yokuhama, de heer Clarke, geattacheerde van een handels
huis aldaar, benevens de heer Richardson die zijn zaken in
China had nedergelegd, en nu vóór zijn terugreis naar Euro
pa, dat gedeelte van Japan kwam bezoeken. Een paar uur
nadat deze personen waren uitgereden, zag men onverwacht
mevrouw Borradaile te paard terugkomen, waarbij men op
merkte dat haar handen en kleederen vol bloed waren en dat
zij in een zenuwachtigen toestand verkeerde. Zij verhaalde dat
zij met haar gezelschap onderweg door kwaadwilligen was over
vallen. Op ongeveer 4 mijlen van Kauagawa, ter halverwege
van Kawasaki, waren zij een troep soldaten van een der dai-
rnios uit Jeddo tegengekomen en door hen aangevallen waarbij
een dier manschappen haar met een groot mes naar het hoofd
had geworpen, en ofschoon zij dit door schielijk voorover te
buigen had ontweken was het evenwel diep door haren hoed
gedrongen. De drie heereu waren te gelijkertijd zwaar gewond
en geen wapens bij zich hebbende, was er voor ben niets
anders overgeblevendan zich zoo goed mogelijk door de
hen omringende manschappen heen te slaan. Zij had bij die
worsteling opgemerkt dat de heer Richardson van het paard
stortte en naar zij uit den val opmaakte, meende zij ten stel
ligste dat hij dood moest zijn. Terwijl dit voorviel en zij in
het gedrang nog verder van haar gezelschap gescheiden raakte
had de heer Marshall haar toegeroepen dat zij zich maar zoo
ongemerkt mogelijk uit de voeten moest maken want dat zij
het niet tegen de aanvallers zouden kunnen uithouden. In
haar verbijstering had zij het paard naar de zijde van het
i water gewend, met oogmerk om daarin te springen en liever
te verdrinkendan de woestelingen in handen te vallendoch
het paard had haar tegen wil en dank naar den grooten weg
teruggevoerd en ofschoon het zoo voortdravende tweemaal
voorover was gevallen, den terugweg naar Yokuhama ingesla
gen alwaar zij nu weder terug waszonder het bijna zelf te
weten. Tengevolge van dit bericht, hetwelk zich met onge-
loofelijke snelheid door het vreemdelingen-kwartier verspreidde,
werden in allerijl maatregelen genomen, om ten spoedigste de
1 noodlottige plaats te bereiken. Op weg daarheen vernam men
reeds dat de heeren Marshall en Clarke zwaar gewond in het
Amerikaansch consulaat te Kanagawa waren opgenomenmaar
dat de heer Richardson dood aan den weg was blijven liggen.
Terstond werd er ijverig naar den ongelukkige gezocht, maar
in weerwil dat inmiddels ook een aantal Fransche en Engel
sche soldaten aldaar in den omtrek op de been warenscheen
men hem niet te zullen vinden tot eindelijk een kleine jon
gen de plek aanwees, waar men het lijk, op de vreeselijkste
wijze mishandeld, onder een hoop oude matten verborgen
vond. Bij nader onderzoek vernam men dat de soldaten ook
de Fransche militairen die zij onderweg aantroffen, te lijf had
den gewild en dat zij nog vier andere Europeanen hadden
willen aanvallendoch dat zij door een dezer waren afgeweerd
doordien hij gestadig met zijn revolver zoolang op den aan
voerder bleef mikken tot deze het geraden oordeelde uit den
weg te gaan. Ook kapitein Buijs van het Nederl. schip Vice-
Admiraal Koopmans hadden zij willen aanhouden. Voorts
bleek het, dat zij zich op dat oogenblik, ten getale van ruim
200, in een dorp nabij Kanagawa ophielden, op welk bericht
de vreemdelingen, zoowel particulieren als militairen, bijeen
kwamen en met elkander raadpleegden wat hen in dat geval
te doen stond. Tengevolge daarvan trad een door de aanwe
zigen benoemde commissie in overleg met de Fransche en
Engelsche autoriteitendoch uit het onderhoud met deze auto-
riteiteiten schijnt het, dat er misverstand heeft plaats gehad,
of dat er althans oponthoud ontstond, waardoor het nemen
van genoegzaam doortastende maatregelen voor het oogenblik
ondoenlijk was. Intusschen bestaat er hoop op bet herstel der
heeren Marshall en Clarke en was mevrouw Borradaile weldra
genoegzaam hersteld om binnen eenige dagen de terugreis naar
China aantenemen.
De gehondene verkooping ten overstaan van den notaris
J. M. E. Dercksen, aan den Burg alhier, den 29sten No
vember 1862.