Buitenlan^sch Nieuws. Van de hoogieèraren ter Haar, Prins en van Oosterzee, zöo- dat ook voor hunne opvolgers een heerlijk vooruitzigt zich in de toekomst opent. Vrijdag 11. had in de zaal der Loge te 's Gravenhage, de tiende jaarvergadering plaats van de Nederlandsch-Evan- gelisch-Protestantsche Vereeniging. Na gebed en het lezen van een deel der Heilige Schrift, wees de Voorzitter, Dr. A. Capadose, op het doel der vereeniging: om de geloovigen te vereenigenhet rijk Gods uittebreiden en de kerk in stand te houden. Hierop volgde het verslag van den penningmees ter, waaruit bleek dat dit jaar met een tekort van ruim ƒ1300 sloot, en dat van den secretaris, die de vereeniging weder uit een ander gezigtspunt beschouwendedeed opmerkenhoe zij vele ongebruikte gaven en krachten in de gemeenteten nutte van 't Godsrijk tracht aantewendenwaarna hij eenige voorbeelden aanhaalde tot aanwijzing van de bezwaren, waarmede de vijftien in dienst der vereeniging werkzame evangelisten te kampen hebben. Een der bestuursleden deelde toen bijzon derheden mede omtrent de kerkvergadering te Brandenburg, en wekte de aanwezigen in warme taal op, om de binnenland- sche zending meer in alles te doen doordringen door middel van christelijke tijdschriften en dagbladenook vooral door christelijke philantropie. De vergadering werd besloten met een zeer levendige dis cussie over de groote behoefte aan een waar en Bijbelsch gebruik der Sacramentenwaartoe in zeer vele gemeenten geen gelegenheid bestaat door de ontrouw der predikanten. Vele der aanwezigen, waaronder verscheidene leeraars, namen hieraan deel. Des avonds deelden eenige der evangelisten voor een talrijke schare bijzonderheden betreffende hunnen arbeid mede. Beroepen bij de Hervormde Gemeente te Hall de kan didaat G. Oldeman; te Heemse de kandidaat I. J. Ippius Pockenste Zevenbergen Ds. P. A. van Toorenenbergen te Bar- neveld en te Rinsumageest Ds. J. H. Guldenarm, predikant te Oosthem. Bedankt door Ds. H. P. J. van der Linden te Heeg voor het beroep naar Aarlanderveendoor Ds. C. C. Callenbach te Elburg voor dat naar Wijk bij Heusden; aangenomen door Ds. A. C. H. Calkoen te Zuidzijde het beroep naar Winkel en door Ds. W. Snellen te Odijk dat naar Neede. Men heeft ons opmerkzaam gemaakt op een onjuistheid in de opgaven betreffende den aannemingsprijs der steenkolen voor het Invalidenhuis en het Gevangenhuis. De prijs voor het eerste is bepaald per mudvoor het andere per 100 pond het gewigt van een mud steenkolen wordt geschat op 85 pond. Die terechtwijzing en inlichtingen zijn wij verschuldigd aan de welwillendheid en belangstelling van twee handelarendie daardoor ons in de gelegenheid stellen, om aantetoonendat het voordeel der afschaffing nog grooter zal zijn/ Het Inva lidenhuis betaalt per mud 1,39s of per 100 pond ƒ1,64; terwijl het buiten Leiden gelegen Gevangenhuis betaalt 1,29s per 100 pond, vrij aan het gebouw en bovendien voor den zelfden prijs ook te bezorgen de benoodigdheid voor het huis van arrest binnen Leiden. De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Zatur- dag des namiddags te 5 uur 49°, des avonds te 8 uur 49°, te 10 uur 51". Zondag morgen te 5 uur 48°, te 8 uur 49°, te 12 uur 53°, 's namiddags tp, 4 uur 51°, te 5 uur 51°, te 8 uur 50°, te 10 uur 50°. Maandag morgen te 5 uur 50°, te 8 uur 52°, te 12 uur 56°, 's D'amiddags te 4 uur 52°. Te Triest ontvange n berigten verhalen wegens de Griek- sche omwenteling het volgende. Zij ving met eene militaire muiterij te Bonitza &an. Athene geraakte in den nacht vaD 22 dezer in opstand. Studenten en boeren uit den omtrek vingen de beweging aanwaarbij artillerie en kavallerie zïch terstond aansloten. De menigte drong het Koninklijk padeis binnen verbrak deuren en vensters en verdreef al de hofbe dienden. Het eigendom des Konings ia het Koninklijk paleis is in handen der voorloopige regering. Volgens de laatste: be rigten keurt het gansche land de omwenteling goed. De met 500 man naar Kalamaso gezonden overste Lazzaretto werd door zijne soldatendie aan het muiten sloegen gebonden aan de Provisionele Regering te Patras overgeleverd. Over den toestand der te Augsburg in een klooster verblijf houdende Koningin Maria van Napels luiden de be rigten nog niet gunstig, en wordt aan hare spoedige terug keering naar Rome weinig geloof geslagen. Ook hare zuster de Gravin van Trani zou den wensch geuit hebben zich lan ger in haar Vaderlandwaarnaar zij een sterk verlangen koestert, te kunnen ophouden. Een Belgisch blad levert een betoog over den arbeid van kinderen in fabrieken en andere werkplaatsenop het veld enz., omdat zij bij den tegenwoordigen toestand van de in dustrie niet kan gemist worden. De Staat zou verpligt zijn, om maatregelen tot bescherming der jeugdige werklieden te nemenmaar er wordt echter tevens erkenddat geene wet telijke bepalingen aan dit oogmerk zullen voldoenzoo niet tevens op de orders van de kinderen wordt gewerkt en krach tige pogingen aangewend ter zedelijke verbetering van de la gere volksklassen in het algemeen. De wetgever schiet overal te kort, wanneer het geldt groote zedelijke veranderingen tot stand te brengen. Het gerechtshof te Antwerpen heeft 11. Donderdag een vrouw ter dood veroordeeld wegens gruwzame mishandeling van hare natuurlijke dochter. Op den berg Esquillinus te Rome zijn de grondslagen ontdekt van een gebouw uit den tijd van Servius Tullius, Koning van Rome. (Servius Tullius regeerde van 576 tot 534 voor Christus.) Keizer Napoleon wandelde dezer dagen aan het strand te Biaritzen ontmoette een schrander uitziende knaap van 10 jarendie hem beleefd groette. De Keizer beantwoordde die groet, maar vroeg hem: //Zijt gij een Engelsche?" De knaap zette zich in postuur, en antwoordde: »een Amerikaan." //Zóó!" hernam de Keizer, //zijt gij voor de Noordelijken of voor de Zuidelijken?" De knaap antwoordde: //mijn vader is voor de Noordelijkenmaar ik ben zeer bepaald voor de Zui delijken, en voor wie van beiden zijt gij mijnheer?" De Kei zer wreef zijn baardlachtte en zeide//ik ben voor beiden," //Wat?" zeide de knaap: //voor beiden? dat is op den duut niet gemakkelijk en zal niemand bevallen De Keizer brak het gesprek af en ging heen. De heer D., die een betrekking te Parijs heeft, kwam dezer dagen bij zijn vader, een oud militair met een houten been, die bij Gaillon woont, eenigen tijd doorbrengen. De zoon had zijns vaders jagtacte geleend en ging daarmede op de jagt. Aan den zoom van een bosch ontmoette hij een veldwachter, die hem naar zijn acte vroeg; zonder zich lang te bedenken haalde de heer D. die van zijn vader te voor schijn. De veldwachter keek de acte met zeer veel aandacht en met teekenen van goedkeuring inaan het signalement gekomen,zeide hij echteraalles is in volkomen ordedoch aan heit signalement ontbreekt een zaak, namelijk het houten been/' *Maar man", was het antwoord*denkt gij dan dat ik met mijn houten been kan gaan jagen dat zou mij in het jagen hinderen; wanneer ik op de jagt ga, dan laat ik het te. huis." »Dat is wat anders," zeide de veldwachter, //dan is alles in orde." De heer Bouffardet is een jaar geleden met een aller liefst vrouwtje gehuwd. Drie maanden geleden begon zij de algemeene gewoonte te volgen en verzamelde postzegels. Bouf fardet zag dit met genoegendaar hij liever zoodanige lief hebberij zag, dan die om diamanten ringen, broches en an dere versierselen te verzamelen. De ongelukkige wist echter niet waarover hij zich verheugde. lederen dag ging Mw. Bouffardet bij den portier, om de postzegels van de door de overige bewoners van het huis ont vangen brieven aftescheurenhetgeen reeds groote ontevre denheid veroorzaakte, daar ook andere dames verzamelingen hadden. Op zeikeren dag kwam een oud-officier der kavallerie bij Bouffardet;om hemals echtgenoot zijner vrouwuittedagen wegens h et schenden der brieven en Bouffardetdie niet wilde vechtenwas genoodzaakt een brief vol verontschuldigingen te schrijvenwaarmede de kavallerie-officier thans overal te koop lo'ppt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1862 | | pagina 2