N". 826.
Vrijdag 31 October.
Binnenlandsch Nieuws.
,^-ti
[LEIDSGH DAGBLAD.
Deze Courant verschijnt eiken dag, be
halve Zon- en Feestdagen, en kost voor
Leiden ƒ1.95, en franco per post 2.80
in de drie maanden. Afzonderlijke Nom-
iners Vijf Cents.
Prijs der Advertentiën1-6 regels 0.75.
Iedere regel meer 12J- Cts. Geboorte-, hu
welijks- en doodberigten van 1-4 regels ƒ0.90.
Iedere regel meer 15 Cts. Bekendmakingen van
genootschappen 5 Ct9. Zegelrecht 35 Cts.
Spoortreinen van Leiden naar 's Gravenhage, Delft, Schiedam en Rotterdam te 10 u. 5 m.; 12 u. 58 m.; 6 u. 9 m. en 9 u. 19 ra.; naar
Haarlem en Amsterdam te 8 u. 51 m.; 1 u. 3 m.; 4 u. 53 m. en 9 u. 14 m.
Stoomboot van Leiden (Ligplaats Haven) naar Amsterdam, Maandag ochtends 4 u., de overige dageu uitgezonderd de Zondag 5 u.; vau
Amsterdam (Beerebijt) naar Leiden dagelijks uitgezonderd de Zondag 2 u.
Postbusligtingen aan de Lakenhal, Katoenfabriek en op de Nieuwstraat: 's morgens te 8 u.; 's middags te 12 u., 's namiddags te 3 u.
45 m. 'savonds te 8 u. 15 m. Oost-Indische Landpost. Over Southampton, 1 en 17; over Triest, 7 en 23; over Marseille,
9 en 25 van elke maand.
Rijks-Telegraaf. Werkdagen van 912 en van 27 uur. Zondag van 89 en van 25 uur. Spoorweg-Telegraaf dagelijks van
's ra. 89 ii. 30 m. av.
Zittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad op onbepaalde tijden. - Burgemeester en WethoudersMaandag en Donderdag te 11 uur.
Commissie van Fabricage, Woensdag te 12 uur. - Burgemeesterdagelijks te 10 uur. - President der Commissie van Fabricage des Zaturdags vau
ll1 uur. - Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelijks vau 104 uur. - Thesauriedagelijks van 102 uur. - De Gemeente- Architect is te
spreken te zijnen huize op den Ouden Singel, 's morgens van 910 uur.
Kantoor der Plaatselijke Accijnsen, dagelijks van 8—1 uur en van 36 uur; der In- en Uitgaande Rechten en Acoijnsen
dagelijks van 91 uur en van 36 uur; van 'sRijks Directe Belastingen, Maandag, Dingsdag, Woensdag en Donderdag van 9—2
uur. van Zegel, Registratie dagelijks van 84, van de Hypotheken en het Kadaster, van 94 uur.
Z. M. heeft benoemd tot ontvanger der directe belasting
en accijnsen te Delftzijl A. Werneke Cz., thans te Ysselmui-
den en op verzoek eervol ontslagen M. J. Janssens als ont
vanger te Vaals en Dr. T. A. Jorritsma te Hoorn als presi
dent der provinciale commissie van geneeskundig onderzoek
en toevoorzigt in Noord-Holland.
Ll. Woensdag is een gedeelte van het gevolg van Z. M.
den Koning uit het Loo in de Residentie teruggekeerd.
Dingsdag avond is het voorloopig verslag over het wets
ontwerp tot doorgraving van Holland op zijn smalst door de
commissie van rapporteurs vastgesteld. Naar men verneemt,
zijn tegen dit wetsontwerp en bepaaldelijk tegen de aan den
heer Jaeger verleende concessie vele en gewigtige bezwaren
gerezen.
Uit de memorie van beantwoording van het voorloopig
verslag over de begrooting van het Departement van Binnen-
landsche Zaken voor 1863 ontleenen wij het volgende:
De indiening der wet op de exploitatie der Staatsspoorwe
gen zal thans spoedig kunnen geschieden. Over de spoorweg-
concessiën Leiden-Woerden en 's Gravenhage-Gouda zijn on
derhandelingen hangende tusschen de Hollandsche en Rijn
spoorweg-maatschappijen, over de verbinding van de beide
diensten en den aanleg van de aansluiting te Rotterdam,
waarvan de Minister den uitslag spoedig hoopt te kunnen
mededeelen. Het is niet de meening, om de intestellen bouw
commissie voor landswerken te belasten met dezelfde werk
zaamheden als den landsbouwmeester. Die commissie zal niet
alleen adviserenmaar tevens en vooral controle uitoefenen
over alle landsgebouwen zonder zelf ontwerpen voor nieuwe
gebouwen te maken. De Minister overweegt, om nadat zijn
geliefkoosd plan, om de Loterijzaal op het Binnenhof te
's Gravenhage tot een ethnographische verzamelplaats te ma
ken, is afgesprongen, die zaal voor een vaderlandsch oud
heidkundig museum interigten. De gebouwen op het Binnen
hof zullen, naar den wensch der Kamer, zooveel mogelijk
onaangeroerd blijven, totdat de plannen van verbouwing zul
len zijn vastgesteld.
Partieele maatregelen tot hervorming van het hooger on
derwijs komen ook aan het gouvernement ongeraden voor.
Opheffing der theologische faculteiten kan alleen bij de wet
telijke regeling in overweging komen. Het is de overtuiging
van den Minister, dat de zoogenaamde scheiding van Kerk
en Staat geenszins opheffing van theologische faculteiten of
leerstoelen vordert. Over de oprigting van een leerstoel in
het Sanskrit stelt de Minister zich voor de Kamer in een
ander verband, dat zoo hij hoopt weldra aan de orde zal
komen, te onderhouden. De zaak van het Nosocomium te
Leiden heeft geen verandering ondergaan. De onderhandelin
gen werden voortgezet en tot ontbinding der overeenkomst
van 1853 kwam het nog niet. - Het onderwijs van den
hoogleeraar in de botanie te Utrecht zal niet lyden onder de
waarneming van het beheer over het Rijks Herbarium te
Leiden. Voor die taak scheen de Utrechtsche hoogleeraar de
man bij uitnemendheid. Alvorens de vereeniging tot stand
kwam, is dit punt behoorlijk onderzocht en geregeld. Voor
de bewaring van het Herbarium was het behoud van den
conservator niet noodig; het overige personeel kan daarin
behoorlijk voorzien. - Hoever de arbeid aan het Nederlandsche
Woordenboek gevorderd is, zal blijken uit een verslag van
den hoogleeraar de Vries, dat binnen weinige dagen het
licht zal zien. De behoefte aan een wet tot regeling der
banken van leening zal de Minister in het oog houden. - De
Minister zal weldra de laatste hand leggen aan een wettelijke
regeling omtrent de middelen van vervoer. In de wet op den
ijk der maten en gewigten zullen bepalingen worden opgeno
men omtrent den ijk der balansen en gasmeters.
In de memorie van beantwoording van het voorloopig
verslag der Tweede Kamer over de begrooting voor het De
partement van Oorlog voor 1863 zegt de Minister, dat het
hem leed doet, dat het eindcijfer der begrooting verschillende
leden heeft teleurgesteld; door de erkenning evenwel, dat
men niet bepaald weet aantewijzenhoe de begrooting tot
een aanmerkelijk lager cijfer kan worden teruggebragtwordt
hem het bewijs geleverddat de behoeften hoogstspaarzaam
zijn berekend. Onmogelijk is het cijfer der uitgaven tot engere
grenzen te beperken men denke slechts aan den gebrekkigen