Buitenlandsch Nieuws. leerde, geeft de nieuwere rigting het wezen der godsdienst niet prijs. Zij heeft nog met hel deïsme vrede, dat of God de wereld laat scheppen en er zich verder niet mede bezig houdt, of een God predikt die nu eens de wereld onafhan kelijk van zich doet zijn en dan weder in den loop harer verschijnselen ingrijpt, noch met het pantheïsme, dat van God niets anders doet overblijven dan een poëtische klank. Zij gelooft aan een zelfstandigen persoonlijken God, als een on eindig verheven rnagt, die de gansche natuur bezielt en den loop der gebeurtenissen beheerschtmaar zij belijdt tevens zeer weinig van hem te weten en als zij hem noemt met de verbevenste namen, van vader en koning, dan erkent zij dat die namen zijn wezen niet uitdrukkenmaar hem slechts toe gekend omdat zij de hoogste zijn die wij aan het mensche- lijke kunnen ontleenenzij gelooft aan het onderscheid van goed en kwaad zij gelooft aan het bestaan van den geest en aan de onsterfelijkheiden om deze te kunnen erkennen neemt zij zelfs een dualisme van ligchaam en geest aan. Al deze overtuigingen zijn haar dierbaar, en zij behoeft ze niet prijs te geven, omdat ze naast de zinnelijke waarneming, naast het gevoel van genot en schoonheid ook een zelfstan dig, zedelijk en godsdienstig gevoel predikt. Zij heeft in haar banier dat heerlijke woord geschreven: God is een geest, en die Hem aanbidden moeten Hem aanbidden in geest en in waarheid. De voorstanders van het oude hebben concessiën gedaan ook zij zijn niet dezelfde gebleven als voorheen. Zij betwisten nu niet meer het recht van elke revolutie; maar het streven naar 't omverwerpen van al het bestaande, de revolutie be strijden zij met alle kracht. Nog onlangs heeft het hoofd van de partij, die zich zoo gaarne de anti-revolutionnaire noemt, aan zijn legenstanders verweten, dat hun streven verzet is tegen God. Maar is dan alles wat bestaat, door God gewild in dien zin, dat er geen verbetering, geen vooruitgang noo- dig zou wezen? Voeren de anti-revolutionnairen strijd tegen de (absolute) revolutie, dan bekampen zij wat niemand ver dedigt. Men heeft de voorstanders van de verlichting onzer eeuw beschuldigd van de prediking eener leer, die niets minder zou zijn dan godverzaking en menschenvergodinghet ten troon verheffen der zinnelijkheid en de ontkenning van al het hoogere. Maar verkondigen zij integendeel niet luide en krach tig de godsdiensttrachten zij niet waar zij kunnen de zede lijkheid te bevorderen maken zij van den buik hun afgod treden zij zelf niet als evangeliedienaars op? Hun tegenpartij erkent zelve dat zij zich voor Christenen uitgeven. Waarop komt dus eigenlijk de grieve tegen de nieuwe rig ting neder? Ten slotte alleen hierop: dat zij overal de heer schappij van de wetten der natuurkunde, der psychologie en der logica aanneemt, dat zij door haar kritiek tot andere his torische resultaten gekomen is, dat zij een andere voorstel ling heeft van hetgeen voor 18 eeuwen in Palestina heeft plaats gehadin een woorddat zij de wonderen ontkent. De wijsbegeerte der ervaring, zeide professor Opzoomer, door mij in mijne lessen u als de ware voorgesteld, loopt vooral in deze stad geen gevaar u door te vele te worden aanbevolen. Hier is veel meer gelegenheid ze te hooreu be strijden dan haar verdediging te vernemen. Hare tegenstan ders zijn gewoon tegen haar te waarschuwenen schijnen haar licht te schuwen. Dit getuigt van kleinmoedigheid van wan trouwen in de kracht hunner eigene zaak. Ik wensch hen hierin niet natevolgenmaar roep u met vertrouwen toe: on derzoek zelfstandig een oordeel dan met kennis van zaken. Hoort de tegenstanders mijner methode; vermijdt zeniet; maar zou het onbescheiden zijn als ik er bijvoeg: hoort ook mij. Met groote helderheid en zeldzame onpartijdigheid heeft prof. Opzoomer voor zijn leerlingen een zaak besproken, die tegenwoordig aller belangstelling tot zich trekt, en vooral voor beoefenaars der geestelijke wetenschappen van het hoogste gewigt is. Algemeenook van de zijde van studentendie gerekend kunnen worden meer sympathie voor het oude te hebben dan voor het nieuwe, waren dan ook de toejuichingendie het gesprokene achtervolgden. Ieder gevoelde dat hier een woord van pas was gesproken; ieder was den gevierden hoogleeraar dankbaar voor zijn krachtige taal. En zeker was de wensch niet minder algemeen verlevendigd, dat Utrechts Hoogeschool in hem nog lang een harer uitstekendste mannen, een harer grootste sieraden mag behouden. Volgens achterstaande advertentie zal aanstaanden Maan dag den 20sten October als spreker bij de Openbare Verga dering der Vereeniging voor Christelijke belangen alhier op treden Dr. A. Capadose van 's Hage terwijl het juist 40 jaren geleden is, dat hij met wijlen zijn vriend Mr. I. da Costa en diens echtgenoote door Ds. L. Egeling in de Pieterskerk door den Heiligen Doop in de Christelijke gemeente werd ingelijfd. Waarschijnlijk werd juist dien avond door hem gekozen om deze voor hem zoo plegtige gebeurtenis te herdenken. Donderdag avond werd het kunstminnend publiek meer dan een gelegenheid aangebodenom zich een aangenaam genot te verschaffen. Zijdie zich ook met een liefdadig doel naar de St. Pieterskerk begaven, - en dal. waren er velen, niettegenstaande het ongunstig weder menigeen daarvan terug hield, - werden vergast op een orgelconcert, dat geheel uit klassieke stukken bestond en waarvan de uitvoering de uit muntende bekwaamheden van onzen stadgenoot, de organist dier kerk, J. Godefrooyop een luisterrijke wijze deden uit komen waarvan de eer toekomt aan den hooggeschatten on derwijzer, aan wiens nagedachtenis hij op een erkentelijke wijze hulde bewees, maar ook niet het minst op hem zelve terug valt, die zich op muziekaal gebied zoo voortreffelijk ontwikkelde, dat hij werkelijk onze stad en de gemeente, die hij met zijn gaven dienttot sieraad strekt. Een ander deel van het kunstminnend publiek woonde de voorstelling in den Leidschen Schouwburg bij die het 's Gra- venhaagsche opera-gezelschap gaf. Le Trouvère, beroemd door het Miserere, dat bevoegde kunstkenners steeds met lof om zijn oorspronkelijkheid van compositie vermeldenwerd met de meeste naauwkeurigheid opgevoerd. De rollen van Bertram en Eleonara werden waardiglijk door Mr. Zimmerman en Mile Olivier vervuld Mr. Mirapelli muntte uit als bedreven zan ger en toonkunstenaar in weerwil van zijn klimmenden leeftijd gelijk Mr. Flachat als Comte de Lura met zijn frissche en krachtige stem het publiek in verrukking bragt. Madame Warmots trad als Azucena op. Deze lieve vrouw vondals zangeres en als actrice beide, sympathie bij het publiek, door hare aangename stem en vormen. Geheel vereenzelvigd met de rol, die zij vervulde, was haar spel tragisch, haar stem frisch en welluidend haar voorkomen zedig en toch ook waardiglijk. - In een woordde eerste voorstelling van het opera-gezelschap geeft stof, om het Haagsche publiek daar mede geluk te wenschen en heeft bij het Leidsche publiek de begeerte opgewekt, om nog dikwijls gedurende het aan staand speelsaizoen op hare voorstellingen te worden vergast. Heden Vrijdag aanvaardde Dr. J. M. Schrant het hoog- leeraarambt in de geneeskunde aan onze hoogeschool met het houden eener plegtige redevoering over: de empirische ontwikkeling van het ziektehegrip Door den gouverneur-generaal van Nederlandsch Indië is o. a. benoemd tot commandant der infanterie te Willem I de kolonel der infanterie E. C. F. Happé; geplaatst bij het 10de bataillon infanterie de 1ste luit. J. van Weeren en over geplaatst bij de militaire administratie als onder-intendant 2de klasse de kapitein-kwartiermeester H. Forbes de Timmerman. De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Donder dag des namiddags te 5 uur 54°, des avonds te 8 uur 52°, te 10 uur 50°. Vrijdag morgen te 5 uur 48°, te 8 uur 51°. De gemalin van den ex-koning van Napels schijnt zich in strijd met hetgeen vroeger is gemeld, toch in een kloos ter te willen begeven. Verscheidene redenen worden voor de zen stap opgegeven. Onder deze behoort ook diedat zij sinds geruimen tijd over de politieke houding, door haren echtgenoot aantenemeneen andere raeening was toegedaan dan zijne raadsliedenwier gevoelen meer ingang bij hem vond; dat zij voorts weinig vertrouwen stelt in de personen, uit welke die raad is zamengestelden dat een en ander van

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1862 | | pagina 2