Binnenlaiidsch Nieuws. Bij Koninklijk besluit is de heer Mr. A. J. Clant, re ferendaris bij het Ministerie van Justitie, benoemd tot secre taris-generaal bij dat Departement, in de plaats van Jhr. Mr. W. A. C. de Jonge, thans tot lid van den Raad van State benoemd. Bij Zr. Ms. besluit zijn benoemd: tot president van het prov. gerechtshof in Gelderland, Mr. J. Rau van Gameren, thans vice-president van dal. gerechtshof, en tot president van het prov. gerechtshof in Overijssel, Mr. A. van de Graaft', thans raadsheer in dat gerechtshof. Z. M. heeft goedgevonden: 1°. aan de heeren Mr. J. T. Netscher, Mr. R. Baron van Breugtl Douglas, J. D. graaf van Rechteren van Ahnem en Dr. G. Simons, met ingang van 1 dezer, eervol ontslag te verleenen als leden van den Raad van State, met dankbetuiging voor de in die betrekking bewezen diensten en behoudens hunne aanspraak op pensioen of wachtgeld; 2°. met ingang van den lsten dezer te benoe men: tot Staatsraden in buitengewone dienst, de heeren Mr. J. T. Netscher, Mr. R. Baron van Breugel DouglasJ. D. graaf van Rechteren van Ahnem en Dr. G. Simonsen 3°. met ingang van den lsten dezer eervol ontslag te verleenen aan: den heer Jhr. Mr. M. W. Quarles van Uflbrdals re ferendaris der 1ste klasse bij den Raad van State, en aan de heeren Jhr. Mr. R. W. J. van Pabst van Bingerden, Mr. H# A. Piepers, Mr. W. G. Baron Brantsen van de Zijpe en Mr. W. A. J. baron Schimmelpenninck van der Oye, als com miezen bij den Raad van State. Tot tweeden geneesheer in het geneeskundig gesticht voor krankzinnigen te Utrecht is benoemd de heer J. C. van der Voort, med. chir. et art. obst. doctor, practiserend ge neesheer te IJsselstein. Het Staatsblad N°. 61 bevat een Koninklijk besluit van 19 Junij 1862 betreffende een nieuwe regeling van het getal predikantsplaatsen bij de YVaalsche gemeenten. Dat besluit be vat de volgende artikelen Art. 1. Bij het ontstaan van vacaturen van predikantsplaat sen bij Waalsche gemeenten, zal de vacerende.gemeente ten minste uit 100 zielen behooren te bestaan, om op het behou den vau één predikantmet genot van bezoldiging en andere voordeelen uit 's lands kas, te kunnen aanspraak maken. Voor het behoud van twee predikanten wordt vereischt een getal van 800 zielen. Voor het behoud van drie predikanten een getal van 1600 zielen. Voor het behoud van vier predikanten een getal van 3000 zielen. Art. 2. Met betrekking tot de gemeenten te Maastricht, 's HertogenboschNijmegen en Breda, is een getal van 50 zielen voldoende tot het behoud van één afzonderlijken pre dikant. Art. 3. Bijaldien de instandhouding van een stand- of pre dikantsplaats om bijzondere omstandigheden mogt worden noodig geoordeeld behouden wij ons voor deswege nader te beslissen. Dingsdag zijn de Japansche gezanten door Z. M. ont vangen. De eerste gezant bood Z. M. een schrijven van den Keizer van Japan aan en hield de volgende toespraak: //Sire! Op belangrijk bevel van Zijne Majesteit den Taikoenhebben wij de eer heden het gehoor van Uwe Majesteit te hebben. Sedert het tractaat gesloten is gewordenbreidt zich het ver keer tusschen beide rijken meer en meer uit. Dientengevolge heeft Zijne Majesteit de Taikoen ons belast, om nu, door het zenden van zijn eigen brief, zijn oprecht hart te bewijzen, en de verzekering van het tractaat te hernieuwen. En wij wenschen het heil en de welvaart van Uwe Majesteit en het geluk en den voorspoed van de Natie." Hierop werd door Z. M. ongeveer het volgende geantwoord //Ik ontvang met genoegen den groetwelken Z. M. de Taikoen mij door u laat aanbieden. Wederkeerig gaan mij het heil en de welvaart van Zijne Japansche Majesteit en het geluk en de voorspoed van zijn rijk ter harte. Ik wenschdat hec verkeer tusschen Nederland en Japan zich meer en meer moge uit breiden en gevestigd blijven op den duurzamen grond der tractaten van oprechte oude vriendschap." De Tijd, Noord-Hollandsche Courant, wijdt een hoofd artikel aan het bezoek van het Japansche Gezantschap aan Nederland, roemt de leden van dat gezantschap in meer dan één opzigt, en keurt billijk de luide afkeurende aanmerkingen af, welke sommigen van ons publiek onvoorzichtig genoeg, dewijl er onder die Japanners zijn, die het Hollandsch zeer goed verstaanzich bij hunne ontmoeting veroorlooft hebben. De indruk, dien hun uiterlijk op onze bevolking maaktmoet, zegt de Tijd, den Japanners niet ontsnapt zijn, zooals uit het volgende blijkt: Een onzer aanzienlijke personen zou hen naar de schoonheid der Japansche bevolking in het algemeen gevraagd en ten antwoord ontvangen hebben, dat er in Japan vele schoone vrouwen en mannen zijn, maar dat de regering bij de zamenstelling van het gezantschap gemeend had minder op het uiterlijk dan op kennis en bekwaamheid te moeten acht slaan in welk fijn antwoord een les voor het publiek verscho len lag, dat zoo grif is met zijn aanmerkingen over het uiter lijke, even als ware dit bij hooge staatspersonen het voornaamste. Het Japansch gezantschap was voornemens geweest heden Woensdag de stad Leiden te bezoeken, doch om het ongun stige weder is dit bezoek eenige dagen uitgesteld. Donderdag zal het Japansch gezantschap de stad Delft bezoeken. Tot dat einde zal het Delftsche jagt naar 's Hage komenwaarmede het gezantschap te 8 uur van daar zal ver trekken, en ook naar de residentie zullen worden teruggevoerd. Dit jagt zal door den kapitein Egger bestuurd worden. Het Provinciaal Gerechtshof van Overijssel heeft bij arrest van 30 Junij, Hermina Meijer schuldig verklaard aan diefstal in een bewoond huis, door middel van uitwendige braak, van een bord zuurkool en een stukje spek, en haar diensvolgens, onder het aannemen van verzachtende omstan digheden, tot een cellulaire gevangenisstraf van één jaar ver oordeeld In de Zitting van de Provinciale Staten van Zuid-Hol land van Woensdag zijn tot leden van Gedep. Staten herko zen de heeren Jhr. H. L. van Heteren GeversD. van Koets veld, Mr. C. B. Nederburgh E. H. Baron Rengers van Warmen- huijzen en Mr. R. J. C. Metelerkamp, welke allen verklaren deze benoeming aantenemen. Tol buitengewoon lid van Gedep. Staten wordt herkozen de heer H. C. J. Hoog, die mede verklaart deze benoeming aantenemen. Aan het verslag van Gedep. Staten over den toestand der provincie Zuid-Holland, gedurende het jaar 1861ont- leenen wij het volgende: Op 31 December 1859 bestond de bevolking uit 296,302 mannen en 323,078] vrouwen, te zamen 619,380, zijnde in ruim 10 jaren een vermeerdering van 55,955 zielen. In 1861 zijn als landverhuizers 149 personen vertrokken. De begrooting der provinciale en huishoudelijke inkomsten en uitgaven over 1860 bedroeg 251,839. De raming werd overtroffen door de belangrijke som van f 60,251. De inkom sten over 1861 zijn bekend tot een bedrag vau 145,709 en de uitgaven tot 98,646. Die cijfers, gelijk die over de beide vorige jaren, toonen aan dat de provinciale geldmiddelen in een zeer gunstigen toestand blijven verkeeren. Het getal kiezers voor leden van de gemeenteraden beliep in 1860 26,690 of 460 meer dan in het jaar te voren. Nog niet de helft kwam bij de eerste stemming op. De gezamenlijke ontvangsten der gemeenten werden in 1861 geraamd op 6,276,588, zijnde 976,673 meer dan in 1860, De uitgaven op 6,273,624, zijnde een vermeerdering van 979,199. Bij voortduring wordt geklaagd over den druk, die zich voor de geldmiddelen der gemeenten doet gevoelen door de wer king van de armenwet en de uitvoering van die betrekkelijk het lager onderwijs. Wat de militie betreft, had de provincie 1902 manschappen te leveren; ingelijfd werden 1486 lotelingen190 nummer- verwisselaars, 139 plaatsvervangers enz. Wat de schutterijen aangaat, de dienstdoende verkeeren over het algemeen in een gunstigen toestandmaar die der rustende, hoewel eenigzins verbeterende, bleef nog minder gunstig. De sterkte der beide catagorien beliep 18,536 man waarvan 10,946 tot den eersten ban behooren. De rijksbelastingen toonen veelal vermeerdering aan. De

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1862 | | pagina 2