N\ 715. Woensdag 25 Junij. Binneuiandsch Nieuws. Deze Courant verschijnt eiken dag, halve Zon- en Feestdagen, en kost voor Leiden ƒ1.95, en franco per post 2.80 in de drie maanden. Afzonderlijke Nom- mers Vijf Cents. Prijs der Advertentiën 1-6 regels ƒ0.75 Iedere regel meer 12}- Cts. Geboorte-, hu welijks- en doodberigten van 1-4 regels ƒ0.90. Iedere regel meer 15 Cts. Bekendmakingen van genootschappen 5 Cts. Zegelrecht 35 Cts. Spoortreinen van Leiden naar 's Gravenhage, Delft, Schiedam en Rotterdam te 8 u. 36 m.; 10 u. 17 m.; 1 n. 16 m.; 3 u. 47 m.; 6 u. 9 m.; 9 u. 24 m. Naar Haarlem en Amsterdam te 8 u. 31 m.; 10 u. 20 m.; 12-u. 4 m.; 2 u. 55 m.; 4 u. 53 m.; 9 u. 29 m. en op e Zondagen 's avonds 10 u. 40 m. uit 's Hage naar Leiden en 11 u. 30 m. terug naar 's Hage. Stoomboot van Leiden (Ligplaats Haven) naar Amsterdam, Maandag ochtends 3 u., de overige dagen uitgezonderd Amsterdam Beerebijt) naar Leiden dagelijks 's middags 2^ u., de overige dagen uitgezonderd de Zondag 3 u. Postbusligtingen aan de Lakenhal, Katoenfabriek en op de Nienwstraat: 's morgens te 7 u. 40 m.; 's middags te 11 u. te 3 u. 45 m. 'savonds te 8 u. 9 en 25 van elke maand. Rijks-Telegraaf. Werkdagen van 912 en van 27 uur. Zondag van 8- m. 89 u. 30 m. av. Zittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad, op onbepaalde tijden. - Burgemeester en Wethouders, Maandag en Donderdag te 11 uur. Commissie van FabricageWoensdag te 12 uur. - Burgemeester, dagelijks te 10 uur. - President der Commissie van Fabricage des Zaturdags van 11—1 uur. Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelijks van 104 uur. - Thesauriedagelijks van 102 uur. De Gemeente- Architect is te spreken te zijnen huize op den Ouden Singel, 'smorgens van 910 uur. Kan'oor der Plaatselijke Accijnsen, dagelijks van 8 1 uur en van 36 uur; der In- en Uitgaande Rechten en Acoijnsen dagelijks van 91 uur en van 36 uur; van 'sRijks Directe Belastingen, Maandag, Dingsdag, Woensdag en Donderdag van 92 nur. ven Zegel, Registratie dagelijks van 84, van de Hypotheken en het Kadaster, van 94 uur. de Zondag 5 u.; van 15 m., 's namiddags 40 m. Oost-Indisohe Landpost. Over Southampton, 1 en 17over Triest, 7 en 23over Marseille, -9 en van 25 uur. Spoorweg-Telegraaf dagelijks van Z. M. heelt aan Mr. A. Hoynck van Papendrecht op verzoek eervol ontslag verleend als rechter in de arrondisse mentsrechtbank te Rotterdam aan den officier van adm. 2de klasse, thans in Oost-Indie H. J. van Haaften Cluwen uit 's rijks zeedienst en aan den O. I. ambtenaar C. A. D. Wierts van Lochoun uit 's lands dienst. Z. M. heeft benoemd tot burgem. der gemeente 's Gra- ve9ande Jhr. J. L. H. Pompe van Meerdervoort; tot subst.- griffier bij het prov. gerechtshof in Noord-Holland Mr. N. Muntendam, subst.-griffier bij de arrond.-rechtbank te Amster dam; tot kapt. 3de kl. bij het 5de reg. inf. den Isten luit. W. Zahn van het corps. Bij Koninklijk besluit is de 2de luit. E. P. A. van Heeckerenvan het wapen der inf. van het leger in Oost- Indie, in zijn rang en ancienneteit overgeplaatst bij het wapen der inf. van het leger hier te Lande en benoemd tot lsten luit. bij het 2de reg. inf. De Minister van Marine heeft tot kadets bij het corps Mariniers benoemd Jhr. W. J. Quintus en G. C. Stokhuizen. Naar men verneemt is door den Minister van Financien een concept-ontwerp van wet voor de registratie, aan de direc teuren der registratie en andere deskundigen gezonden, ten einde hun aanmerkingen daarover te vernemen. Met grond mag men alzoo verwachten, dat dit ontwerp in de volgende zitting der Staten-Generaal zal worden ingediend. In de Zitting der Tweede Kamer van Maandag heeft de Minister van Finantien verklaard, dat hij zich met geen van de beide amendementen, door de heeren Guljé en van Heu- kelom voorgesteld, kan vereenigen. Het eerste is een herha ling van de poging in 1859 door den heer Schimmelpenninck gedaan. De Minister dacht dat die questie nopens den maat staf van gewigt of waarde beslist was want zoo daarvan questie ware geweest dan had die allereerst moeten te pas ko men bij de behandeling van het aardewerk op Zaturdag jl., maar de kamer heeft die post nu getarifieerd naar de waarde aangenomen zonder dat een enkele stem daarover het woord gevoerd of er zich tegen verzet heeft. Voor het overige bestrijdt de Minister het amendement in de onderdeelen en rechtenbedrag, en merkt op, dat zoo ta rifering naar waarde bij een post wenschelijk is, het dan juist is bij de manufacturenwaarvan zooveel onderdeelen bestaan en vooral ook om het groot verschil van prijs. Men heeft bijv. baai van 70 cents en fijn laken van 6 a 7 de el. Is het nu billijk beiden aan hetzelfde recht te onderwerpen P Men zegt: de koopman slaat de rechten dooreen; dat is mis schien mogelijk bij hen die grove en fijne stoffen verkoopen, maar als men slechts eene soort verkoopt, dan kan men dat niet doenen de l'abriekant spant zich niet in om fijne goe deren te vervaardigen. Hij moet toch opmerken dat een groot gedeelte der manufacturen reeds bij waarde is belast; ook in het amendement van den heer Guljé. Als dit nu geen bezwaar oplevertwaarom dan wordt er bij de andere manufacturen bezwaar tegen tarifering naar waarde geopperd? 2°. is het amendement van den heer van Heukelom het zelfde als in 1859 werd aangenomen; maar de Minister her innert dat hij toen daartegen heeft gestemd, en blijft nog tegen het recht van 1 pCt. En de redenen voor zijn meening zijn: dat dit tarief is een tarief met het beginsel van een uniformrecht van 5 pCt. voor de voltooide fabrikaten, en al wat daar beneden was is op dat bedrag gebragt. Dat is geen bescherming naar gelijkheid en billijkheid. Bovendien waarom zal het katoen 5 pCt. beta len en het linnen, dat toch meer een artikel van weelde is, slechts met 1 pCt. zijn belast? Hij wijst voorts op de moeije- lijkheid bij invoer en waardeering, omdat het katoen som» zoo geappreteerd is, dat het niet van linnen is te onderschei den en ligt aanleiding tot geschillen met de administratie zou kunnen opleveren. Aan de leden van de Tweede Kamer der Staten-Gene raal zijn thans gedrukt rondgedeeld de wets-onlwerpen: 1°. tot regeling van het geneeskundig Staatstoezigt; 2°. tot regeling der voorwaarden ter verkrijging der bevoegdheid van genees kundige, apotheker, hulp-apotheker en vroedvrouw; 3°. tot regeling der uitoefening van de geneeskunst, en 4°. tot rege ling van de uitoefening van de artsenij-bereidkunst, vergezeld van toelichtende memorien.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1862 | | pagina 1