Buitenlandsch Nieuws. zonder huisselijken kring of haard, overgegeven aan ongebon denheid, zonder kennis, zonder ontwikkeling, zonder gods dienst; die beschrijving was treffend en vervulde den toehoor der met deernis. De spreker deed bij een en ander uitkomen, dat die treurige toestand een nieuw bewijs opleverde, dat men niet op het uiterlijke moest afgaan, want als zoo menig rei ziger in den zomer of bij feestgetij Belgie bezoekt, en als dan de steden met gebloemte en festoenen versierd zijn, als men de toonen der muziek hoort ruischen- ja dan zou men niet geloovendat de armoede zoo knelt, de volksklasse lijdt de hooge standen verbasterd, vervreemd zijn. Intusschen leverde spreker ook een keerzijde van dat treu rige tafereel. Hij herinnerde aan den vroegeren Vlaamschen adelde groote en hooge Vlamingers die typen van het ware familie-levenwaarvan onder //vader Willem" zoo menigeen werd aangetroffen maar die langzamerhand al meer en meer verdwijnen. Hij vestigde de aandacht op een groot deel van den burger-, maar inzonderheid op den handwerkstand in het zoogenaamde Vlaamsche gedeelte des landswaar gelukkig nog de liefde voor huis en haard, de innigheid van het familie leven wordt aangetroffen en waar, ofschoon dan ook zonder stoffelijken rijkdom, nog huisselijk geluk bestaat. De geachte spreker trok uit dit alles het gevolgdat de Vlaamsche be weging eene hoogere beteekenis had, en dat, naar mate Ne- derlandsche taal- en letterkunde in Belgie al meer en meer worden beoefend en verbreid, het familie-leven, waardoor de Nederlander zich over het algemeen onderscheidt, ook in Belgie zou toenemen. Hij bragt dit alles in verband met de gastvrijheid der Belgen vooral der Vlamingersnog onlangs in den zetel der beweging, Antwerpen, zoo ruimschoots be toond. Hij wees op de verbroederingin de laatste tijden zoo gelukkig tusschen Nederland en Belgie, tot stand gekomen, en op de ontmoeting onlangs tusschen de Koningen der beide Jandenwaardoor die verbroedering bevestigd werd. Eindelijk wees hij op eenige middelen om in Belgie de volkskrachten het degelijke van den volksaard optebeurendaartoe is het vooral wenschelijk en noodzakelijk om de vrouwen en kinde ren van de arbeidende klasse kosteloos onderrigt te verschaf fen, de eigen taal en zeden voortteplanten en zoo doende het familie-leven in Belgie, te doen terugkeeren en godsdienst, zedelijkheid, kennis, gevoel van eigen waarde en onafhanke lijkheid weder te brengen. Hij riep, ook uit naam van zijn medestanders in de Vlaamsche beweging, daartoe de hulp, on dersteuning en medewerking van zijn voormalige landgenooten in, ten einde, wanneer het uur des gevaars mogt ontstaan, twee volken, één in taal, één in zeden en gewoontenelkan der als trouwe bondgenooten zouden ter zijde staanom mag- tige belagers van vrijheid en van onafhankelijkheid; gemeen schappelijk te kunnen keeren. In het afgeloopen jaar werden door Rijnlands-sluizen te Sparendam geschut 19,280 schepen, of 1457 meer dan in 1860. De vaart door de groote sluis is het sterkst toegenomen na melijk met 975 schepen, een bewijs, dat het baggeren van een geul voor die sluis in het IJ gunstigen invloed heeft uit geoefend. De bruto-opbrengst der sluisgelden was als volgt: Aan de groote sluis, sluis-, doorhaal-, brug-, zondags- en nachtgelden 2741,31}; lantaarngeld voor Rijnland/144,70; armengeld 90,47}; fooigeld 202,81; te zamen 3179,30 Aan de kolksluis, sluis-, doorhaal-, brug-, zondags- en nacht- geld 2853,78 lantaarngeld voor Rijnland 396,91 dorps- lantaarngeld 98,96; armengeld/ 305,77}; fooigeld 1616,03; te zamen f 5271,46. Aan de kleine sluis, sluis-, doorhaal-, brug-, zondags- en nachtgeld 658,95 lantaarngeld voor Rijn land 45,12}; dorpslantaarngeld 15,04 armengeld ƒ33,50; fooigeld 89,48}; te zamen 842,10. Ter reede van Batavia is den 18 December jl. aange komen het koopvaardijschip Medea, kapt. Lourens, aanboord waarvan zich o. a. bevonden Jhr. C. J. Reynst, Ds. Bierhaus en dochter en Mr. W. Stortenbeker. Zuid- en Ooster-Afdeeling van Borneo (3 December). Ter hoofdplaats Banjermassing bleef een goede orde van zaken heerschenterwijl handel en scheepvaart in belangrijkheid toe namen. Ook in de afdeelingen Martapoera en Tanah Laut werd de rust niet gestoord; nu en dan kwamen zich nog enkele personen onderwerpenwaaronder de opstandelingen Machmoedin en Pembakal Tenang, die den 18den November jl. den eed van trouw aan het Gouvernement in handen van den civielen gezaghebber der Tanah-Laut hebben afgelegd. In het Amoentgaische hebben de zaken een meer gunstigen keer genomen. De geestdrijvers aldaar zijn herhaaldelijk door onze troepen geslagen, terwijl ook de zending van den Mufti van Martapoera en van een drietal der invloedrijkste pang- hoeloe's uit de residentie, om de misleide bevolking door vermaningen weder op den goeden weg te brengen reeds een goede uitwerking heeft gehad. Niettegenstaande de pogingen des vijands om de ons getrouwe kampongs op zijn hand te krijgen, vond hij weinig bijval, ook de hoofdplaats Amoentha zoo mede Soengeij Benar en Alabio hielden zich vrij goed. Uit Batavia wordt van 31 December berigt: De gewigtige tijding omtrent de aftreding van den heer van Zuylen als Minister van Buitenlandsche Zakenterwijl de heer Loudon met de portefeuille van Koloniën belast blijft - deze tijding, ons als laatste telegrafisch berigt via Marseille per mail aangebragt, heeft hier de bekommering weggenomen, die door de dépêche-circulaire was opgewekt. Wel wanhoopte men niet aan de standvastigheid van den heer Loudonhoe hard ook door sommige bladen beoordeeld, maar men was beducht, dat hij voor den Minister des behouds zou moeten wijkengelijk zijn bestuur tot nu toe reeds door dezen was verlamd. Men verwacht nu beslissende handelingenhandelin gen die wel niet de wenschen van ultra's zullen bevredigen maar toch de dringendste behoefte van Nederlandsch-Indie. Berigten uit Batavia behelzen ten opzigte van het aldaar gestichte Gymnasium Willem III, dat afscheiding van opvoe ding en onderwijs bij hetzelve wordt beproefd, zoodat bij ad vertentie wordt gevraagd drie personen tot de zorg voor de opvoeding. De directeur, onder wien een conrector is geplaatst, bezit noch doctoralen graad, noch onderwijzersrang. Hij blijft in het genot van zijn pensioen als gewezen kolonel en zitting houden als lid van het Hoog Gerechtshof in In die, ofschoon als directeur een bezoldiging uit de koloniale kas hem is toegelegd. Door den Gouverneur-Generaal van Neerl.-Indie is een verlof van een jaar buiten bezwaar van 's lands kas verleend aan den controleur der derde kl. bij de landelijke inkomsten en culturesMr. H. A. Blume. De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Donder dag de3 namiddags te 5 uur 38°, des avonds te 8 uur 34", te 10 uur 35°. Vrijdag nacht te 12 uur 35°, 's morgens te 3 uur 34°, te 5 uur 34°, te 8 uur 34°, te 12 uur 41°, 's na middags te 2 uur 42" en te 4 uur 41°. De Keizer van Oostenrijk heeft 15 nieuwe leden van het Heerenhuis benoemdwaaronder zich een niet adelijk per soon de hoogleeraar Klosisch bevindt. Uit Pesth wordt de volgende treurige bijzonderheid medegedeeld. Een neef van den graaf Degesteldden Minister van oorlog, werd voor eenige dagen op zijn terugkeer van de jagt door twee wolven aangetast. De koetsier zette de paarden zooveel doenlijk aanten einde de beide ondieren te ontko men, terwijl de jonge graaf, zijn meester, zijn jagtgeweer met dubbelen loop en zijn pistolen op de wolven lostte. Ten ge volge van een onbekende oorzaak viel de graaf uit de slede, zonder dat de koetsier het bespeurde. Eerst later ontwaarde de bediende hetgeen had plaats gehad; terstond keerde hij terug en volgde het vroeger bereden spoor, tot dat hij het lijk van zijn meester vond, derwijze misvormd door de vraat zuchtige dieren dat er naauwelijks een menschelijk overblijfsel in was te herkennen. De Koning der Belgen heeft, alvorens naar zijn land terugtekeeren een bezoek gebragt aan de ex-Koningin Amelie te Claremont. Op last van den Koning van Beijeren is ter eere van den te Munchen overleden uitvinder der stenographic de naam van Gabelsbergerstraat aan de vroegere Kazernstraat gegeven. Algiers werd dezer dagen door een Arabier uit de bin nenlanden bezocht, die voor het eerst dames met crinolines ontmoette en met verwondering uitriep: Bij Allah, de Euro-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1862 | | pagina 2