Buitenlandsch Nieuws. derzoek gedaan naar een krankzinnige, die door zijn familie was opgesloten en is een der afschuwelijkste en onmensche- lijkste behandeling, der middeleeuwen waardig, ontdekt ge worden. Zekere Johannes Janssens, wonende te Sevenum, is sedert zijn 14de jaar krankzinnig en tot heden, na zijn 34ste jaar bereikt te hebben derhalve gedurende 20 jaren opgeslo ten geweestwaarvan de laatste 7 jaren onafgebroken in een houten hok naast den stal, zonder venster of luchtgat, waar van de deur met zware grendels was gesloten. Dat hok was uitermate vochtig en koud, en de man is, niettegenstaande de strenge winters der laatste jaren daar opgesloten geweest en nu ook zoo gevonden op een handvol stroo, niets aan hebbende dan een grof vuil hemd en rillende van koude. Geen wonder, dat hij er dan ook ziekelijk mager en bleek uitzag. De familie heeft de bekentenis durven doen, dat hij soms razend was; dat bij echter dan niet bang meer voor den stok was, maar men hem het best konde temmen, door hem ferm bij de haren te trekken en met de nagels in het ligcbaam des lijders te knijpen. Men verneemt, dat de officier van justitie den ongelukkigen krankzinnige naar een krankzinnigen gesticht heeft doen overbrengen en een gerechtelijke vervol ging tegen de huisgenooten heeft ingesteld. Maandag kwam te Rotterdam een dienstmeisje uit een der landprovinciën per stoomboot in de stadmet het plan om zich verder per spoortrein naar een der steden van Zuid- Holland te begeven. Des avonds tusschen licht en donker aan het station van den Hollandschen spoorweg op en neer wan delende, wordt zij aangesproken door een welgekleed en op het oog fatsoenlijk persoondie naar haar reisplan informeer de, en eindigde met haar te waarschuwen, om zoo laat op den avond in een vreemde plaats niet te blijven rondloopen, terwijl hij haar voorstelde, om dat paar uren, dat nog verloo- pen moest voor de trein vertrokbij bekenden van hem te komen doorbrengen. Het meisje, onnadenkend genoeg, volgde hem, en hij bragt haar in een zeker huis in een der afgelegene buurten, waar hij haar een glas punch deed geven, na vooraf, onder voorgeven van niets dan muntpapier bij zich te hebben, hetwelk hij daar niet wisselen wou, haar een rijks daalder - de eenige die zij bezat - te hebben ontfutseld. Het meisje, hetwelk dien dag en volgens haar verklaring, ook den vorigen niets gegeten had, schijnt door die punch in een stemming te zijn geraakt, die hem de gelegenheid opende, al lagchende haar van haar zilveren knipbeursje, collier, oor bellen etc. te ontlastenhaar diets makende dat hij dit zoo lang voor haar bewaren zou, tot ze aan het station waren gekomenomdat zij geen gevaar zou loopen die voorwerpen te verliezen. Bij het verlaten van het huis bezat de deerne dan ook niets meer dan haar parapluie, en ook daarin scheen <ïe galante ridder lust te gevoelen. Hij bood haar ten minste zijn arm en deed het voorstel de parapluie voor haar te dra gen. In plaats echter van den weg naar het station inteslaan voerde hij haar een anderen kant uiten wat een slimmere da» onze provinciale spoedig zou begrepen hebbenop een gegeven punt zeide hij haar, even een boodschap in de buurt tê üioeten doen en... liet haar staan. Zij wachtte een kwar tier, een half uurde man die al haar wereldsche schatten bezat keerde niet terug, en zij begon eindelijk intezien dat zij zijn dupe was geweest, 't Overige laat zich gemakkelijk radenzij raakte aan 't schreijenniet wetende waar ze onder komen of heengaan zou en werd door goede menschendie haar vroegen wat haar deerde, aangesprokendie na het ver haal van wat haar overkomen was aangehoord te hebben haar naar het bureau van policie bragten waar ze haar we dervaren mededeelde. De verdenking van een der inspecteurs de heer R., viel spoedig op een daar ter stede woonachtig persoonhij nam zijn informatien omtrent dezen en het ge- ldkte aan zijn activiteit den volgenden morgen zich van een zeer gevaarlijk sujet, met name S., meester te maken bij wien dfcn ook een der aan het meisje toebehoorende voorwerpen gevonden is. De beschuldigde is onmiddelijk naar het huis van arrest overgebragt. Zondag avond is te Leeuwarden gevangen een bruine steenarend met een vlugt van 8 voet, waarschijnlijk door hbnger uitgeput was hij voor een woning op de put nederge- komen, van waar hij vervolgens op een stoep in de Speelman straat is gevlogen, alwaar hij door een scharenslijper werd opgemerkt, die gedwongen was hem met een tang te dooden. De gemeente-commissie van het Nederd. Herv. kerkge nootschap alhier heeft tot organist in de Pieterskerk benoemd den heer J. Godefroy, organist van de kerk der Doopsgezinde gemeente. In de Zitting van den Gemeenteraad van heden Don derdag is de eigendom van de Duizendraadsteeg afgestaan aan de eigenaars der bierbrouwerij de Posthoorn en het voorstel aangenomen om de Borstelbrug te veranderen in een vaste ijzeren brug. Met dit nommer wordt aan de geabonneerden gratis be zorgd een proeve van een, stenographisch verslag der Raads zitting van heden Donderdag, betreffende het voorstel van het raadslid baron Taets van Amerongen over de openbaarmaking van het verhandelde in de zittingen van den Gemeenteraad. De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Woens dag des namiddags te 5 uur 47°, des avonds te 8 uur 46°, te 10 uur 46°. Donderdag nacht te 12 uur 46°, 's morgens te 3 uur 45°, te 5 uur 45°, te 8 uur 45°, te 12 uur 43°, 's na middags te 2 uur 44° en te 4 uur 39°. -• -1i Zaturdag II. heeft de Koning van Pruissenvergezeld van de Koningin en al de leden van zijn huis, het feest be zocht, hetwelk ter eere van Prinses Alexandrine, de dochter van Prins Albert en Prinses Marianne der Nederlanden aan het paleis van Prins Albert werd gegeven. Bij die gelegenheid heeft de Koning een feestdronk ingesteld op de gezondheid zijner zuster, Prinses Frederik der Nederlanden, die insgelijks op dien dag haren geboortedag vierde. Zaturdag nacht is te Antwerpen een brigadier der doua nenbij het doen zijner ronde, terwijl hij in zijn mantel ge wikkeld wasdoor den wind opgenomen en in de Schelde ge worpen, zonder dat men hem heeft kunnen redden. Uit Luik wordt berigt, dat het water der rivier, dat zeer hoog was11, Zaturdag met een onbegrijpelijke snelheid nog eenige voeten is gerezen. Men schrijft dit toe aan de vele regens en de zachte temperatuur der laatste dagen, waardoor de ruime massa sneeuw sneller dan gewoonlijk is ontdooid ge weest. De Maas is te Luik zoodanig gestegen, dat weldra het grootste gedeelte der stad was ondergeloopen en op verschei dene plaatsen in de omstreken zware overstroomingen kwamen. Des nachts bleef het water nog steeds rijzende, maar ten 1 uretoen de regen ophieldbegon de rivier langzamerhand te zakkenzoodat het water in den loop van Zondag 3 a 4 palm gedaald was. Naar men verneemt was de stroom Zatur dag morgen zoo krachtig komen opzetten, dat een der hout magazijnen van de firma Prion en Malempré letterlijk is weg gespoeld en langs de Ourthe een geheele kaaimuur, ter lengte van 50 meters, onder den aandrang is bezweken. De geheele vallei der Maas van Dinant tot Maastricht staat nu onder water; onderscheidene woningen zijn reeds weggespoeld en een aantal runderen verdronken. De heer Crimieux zal voor het hof van Domai de zaak van den heer Mirès bepleiten. Uit Bourges wordt gemeld: Dumollard is in zijn ge vangenis door verscheiden personen bezocht geworden, o. a. door den griffier van Trévoux, den heer Guillot. Dezen ziende, begon de veroordeelde te weenen. Dit zijn de eerste tranen, die men hem sedert zijn arrestatie heeft zien storten. Hij was getroffen door de tegenwoordigheid van den heer Guillotomdat deze gedurende zijn detentie te Trévoux zoo goed voor hem was geweest. Als een karaktertrek van Dumollard verhaalt men het vol gende: De heer Lardière, die den veroordeelde verdedigd en hem Zondag morgen bezocht hadzeide bij het verlaten der gevangenis tot den directeur: //Welk een zonderling mensch 1 Zoudt ge willen gelooven, dat hij mij niet eens bedankt heeft?" //Dat verwondert mij niet," antwoordde de direc teur; //wanneer gij hem daarentegen een stuk spek had aan geboden, zou hij u zijn dankbaarheid hebben betuigd." Toen de advokaat hem verliet, riep hij: //A propos, vergeet niet mij mijn papier (zijn voorziening in cassatie) te zenden; gij

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1862 | | pagina 2