E. GERDESEN CORNELIA,
AUGUSTE CL A VARE AU,
A. VAN DER HOOP, JR.,
schin de tweede Evangelische garnizoenskerk des lands op
plegtige wijze is geopend. Eerst heeft de predikant Martinus
een inwijdingsrede gehouden in de Duitschevervolgens de
veldprediker Bolvansky in de Hongaarsche en daarna de vice-
superintendent Kubus in de Boheemsche taal.
Omtrent de jl. Zondag op den grooten vijver in het
Bosch van Boulogne plaats gehad hebbenden ramp, deelen
verschillende bladen het volgend verhaal van een oogge
tuige mede:
Een onafzienbare schare verdrong zich den geheelen dag
rondom den nog naauwelijks sedert eenige dagen met ijs be
vloerden vijver. De toegang tot het ijsvlak was slechts door
een langs de kanten gespannen touw versperd. De politie kon
weldra de groote meerderheid der wandelaars niet terughouden
zich bij de schaatsenrijders te voegen. Op 200 ellen afstands
van den wal was het gevaar het grootste. Daar toch waren
bijten gehakt, waaruit dagelijks de zich in het bosch bevin
dende keldersvan ijs werden voorzien. De politie waarschuwde
dan ook iedereenzich niet te digt bij die plek te wagen.
Het mogt echter niet helpeneen groot aantal jongelieden
schenen die juist bij voorkeur te zoeken, met dat ongelukkig
gevolg dat weldra het ijs onder een hunner, zekeren koetsier,
met name Gros-Claude,' bezweek. Velen snelden hem te hulp
en juist die vereeniging van een aantal menschen op een
brooze plek, was oorzaak dat men onmiddelijk een twintigtal
personen in de gapende diepte verdwijnen zag. Weldra was
dat gedeelte van den vijver van zijn ijsketeuen bevrijd, en
stroomde het water langs de schotsen, waar tusschen men nu
en dan een hoofd of een arm zag omhoog steken. De mees
ten hebben zich met zwemmen gered j enkelen hebben hun
leven te danken aan de onmiddelijke komst van eenige daar
in de nabijheid vastgemaakte schuitjeswaarmede eenige wak
kere mannen te hulp schoten. Het was rondom den vijver
een hartverscheurend tooneel. Velen hadden zonen broeders
of vrienden weinig tijds te voren in de nabijheid van de ge
vaarlijke plek gezienwaar deze zich nu in de digt opeen ge
drongen menigte bevonden zonder dadelijk opgemerkt te kun
nen wordentwijfelde men geen oogenblik of ook zij hadden
in het water hun graf gevonden. Onder den eersten indruk
raamde men het getal der verdronkenen op omstreeks hon
derd. Bij nader inzien bleek het, zoo als gezegd is, zich tot
een twintigtal te bepalen. Zestien hunner hebben zich, of zijn
gered. Vier zijn het slagtoffer, denkelijk van hun onvoorzich
tigheid, misschien ook wel van hun menschlievendheid gewor
den. Gros-Claude, onder wiens voet het ijs het allereerst be
zweek, is gered; de man wiens onvoorzichtige waaghalzerij,
misschien de eerste aanleiding gaf tot den dood van vier
menschen in den bloei des levens, en stellig duizend men
schen den pijnlijksten angst heeft berokkend, bleek, toen men
hem op den wal haalde, smoordronken te wezen!
Drie lijken zijn herkendde omgekomen zijn de heeren
Remiau, gezegd Lerebours, oud 22 jaren, handelsreiziger van
beroep; Alix. Callery, student, oud 20, en "Andrien Aubert
koopmansklerk, oud 17 jaren. Het vierde lijk is nog niet ge
vonden. Het gerucht wil dat het slachtoffer een knaap we
ien zou.
Zekere Friezon oud 17 jarennachtstoker aan de stoom
machine in de fabriek van de heeren de la Bruyère te Com-
piègne heeft zich aan een vreesselijke misdaad schuldig gemaakt
en wel uit wraak, dat zijn collega de dagstoker hem had be
lasterd hetgeen zijn wegzending van de fabriek zou ten ge
volge hebben. Hij had namelijk de machine derwijze gestookt
dat het niet kon missendie hem des morgens te 9 ure zou
komen aflossenmoest bij een door hem berekende ontplof
fing noodwendig het slagtoffer er van worden. De Voorzienig
heid beschikte het echter anders en de met den dood be
dreigde stoker ontdenkte den aanleg nog bij tijds genoeg, om
het gevaar te kunnen voorkomen. Friezonin hechtenis ge
nomen en ondervraagd, heeft zijn misdaad onmiddelijk bekend.
Te Washington loopt het gerucht, dat men verraad had
ontdekt in de officiële kringen. De schuldicgn waren de adju
dant-generaal Thomas en;zijn dochter, die beiden zouden zijn
in hechtenis genomen. Berigten uit New-York behelzen, dat
in den familiekring van dien generaal gesproken werd over
de bestemming der expeditie onder Burnside en dat de doch
ter van den generaal onmiddelijk daarvan kennis gaf aan haar
minnaar, die tot de Zuidelijken behoort.
Een telegram uit North-Shields van Dingsdag ochtend
zegt, dat de arbeiders die bezig waren om het puin uit de
mijnschacht opteruimenhet werk moesten staken wegens een
uit den grond opkomende gasstroom, die hen bijkans deed
stikken. Men voedt nog eenige zwakke hoop, de bedolvenen
te zullen reddendoch deskundigen vreezendat de ongeluk-
kigen dood zijn.
In de gevangenis van Queens Bench te Londends tegen
woordig een schuldenaar, met name Whittingtonopgesloten
die niet verkiest een kleine schuld of liever zoo hij zegtger
rechtskosten te betalen ofschoon hij bezitting heeft ter waarde
van 1 millioen p. st.
Het proces Windham te Londen wordt nog steeds voort
gezet. Niet onwaarschijnlijk zal men daarmede verder komen
dan de jongman zelf, niettegenstaande zijn roekelooze spil
zucht; want volgens matige berekening komt de behandeling
der zaak op omstreeks 60,000 p. st., en men moet een groot
vermogen hebben, als het op deze wijze niet te gronde gaat.
In weerwil van het behoud des vredes met Amerika
gaat men in Engeland met de uitzending van troepen en ma
terieel naar Canada, op denzelfden voet voort. Zoo vertrok
Vrijdag 11. weder uit Woolwich het stoomschip Sparta met
12000 vaatjes buskruid naar die Kolonie.
Advertentiën.
Bevallen van eene Dochter C. H.
PFEIFFER, geliefde Echtgenoote van
W. J. BAKX.
Leiden 23 Januarij 1862.
Voor de bewijzen van deelneming, bij
het overlijden van ons geliefd Kind ons
betoond, betuigen wij onzen opregten dank.
J. BENIER.
R. BENIER, van der Mark.
Leiden, 28 Januarij 1862.
Voor de blijken van belangstelling be
toond bij het overlijden van ons jongste
Kind betuigen wij dank.
J. E. GOUDSMIT.
Mevr. GOUDSMIT,
geb. Vos.
Leiden, 24 Januarij 1862.
7 ifu !jv;
Bij A. W. SYTHOFF wordt uitgegeven
met gekleurde Plaatjes. I. Riekje, eene vertelling uit den Watersnood. - II. Jozef,
de kleine Piemontees. - III. De Zondagsvisscher. - IV.; Op weg naar School. -
V. Het Weeskind. Per Stukje 0.30.
JVA1V Nagelaten Oost-Indische Gedichten.
is-li ÖwIjO I j Met portret. Prijs 1.80.
Gedichten. 4 deelen in
8°. Ingenaaid 6.
Gebonden in Prachtband. Prijs
Gebonden in twee linnen banden. Prijs
JI rRÏ?MFR ^wee ^ovre^en' Portretten. Kees Springer
j jn en buiten de Kerk, Met eene Lithogra-
phie. Prijs1.90.
Jï Arme jSamuël, Een Verhaal.Met eene Litho-
J RLi 1*1 i-i.lt y graphie. Derde Druk..,.
Prijs
8.60.
6.60.