Pi0. 589. Zaturdag 25 Januarij. A°. 1862. Binnenlandsch Nieuws. DAGBLAD Due Courant verschijnt eiken dag, be halve Zon- en Feestdagen, en kost voor Leiden 1.95, en franco per post 2.80 in de drie maanden. Afzonderlijke Nom- mers Vijf Cents. Prijs der Advertentiën1-6 regels 0.75. Iedere regel meer 12£ Cts. Geboorte-, hu welijks- en doodberigten van 1-4 regels ƒ0.90. Iedere regel meer 15 Cts. Bekendmakingen van genootschappen 5 Cts. Zegelrecht 35 Cts. Spoortreinen van Leiden naar 's Gravenhage, Delft, Schiedam en Rotterdam te 10 u. 6 m.; 12 u. 58 m.; 6 u. 9 m.; 9 u. 9 m. Naar Haar- lam cn Amsterdam te 8 u. 51 m.; 1 u. 3 m.; 4 u. 53 m.; 9 u. 14 m. Stoomboot van Leiden (Ligplaats Haven) naar Amsterdam, Maandag ochtends 4 u., de overige werkdagen 5 u.; van Amsterdam (Beerebijt) naar Leiden dagelijks 's middags 2 u. uitgezonderd de Zondagen. Postbusligtingen aan de Lakenhal, Katoenfabriek en op de Nieuwstraat: 'smorgens te 8 u., 'smiddags te 12 u., 'snamiddags te 3 u.45m.. 'savonds te 8 u. 10 m. Oost-Indische Landpost. Over Southampton, 1 en 17; over Triëst, 7 en 23over Marseille9 en 25 van elke maand. Rijks-Telegraaf, Werkdagen van 912 en van-27. uur. Zondag van 89 en van 25 uur. Spoorweg-Telegraaf dagelijks van am. 89 u. 30 m. av. Zittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad op onbepaalde tijden. - Burgemeester en WethoudersMaandag en Donderdag te 11 uur. Commissie van FabricageDingsdag te 12 uur. - Burgemeesterdagelijks te 10 uur. - Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelijks van 104 uur. - Thesaurie, dagelijks van 10—2 uur. - De Gemeente- Architect is te spreken te zijnen huize op den Ouden Singel, 'smorgens van 9 10 uur. Kantoor der Plaatselijke Accijnsen, dagelijks van 81 uur en van 36 uur; der In- en Uitgaande Rechten en Accijnsen dagelijks' van 91 uur en van 3—6 uur; van 'sRijks Directe Belastingen, Maandag, Dingsdag, Woensdag eu Donderdag van 92 ttur;'—'-van Zegel, Registratie dagelijks van 84, van de Hypotheken en het Kadaster, van 9^—4 uur. Z. M. heeftbij besluit van 22 dezer, 1°. den kapitein ter zee H. W. A. ridder van Bappard, op zijn verzoek met den laatsten dezer, eervol ontslagen als adjudant van Z. K. H. Prins Hendrik der Nederlandenonder dankbetuiging voor ajjn langdurige dienst, met bepaling dat hij geattacheerd blijft «an bet militaire huis van Z. K. H. en met vergunning tot het blijven dragen der onderscheidingsteekenen, aan gemelde betrekking verbondenen 2°. den luitenant ter zee der 1ste klasse Jhr. L. W. H. de Stuers, thans tijdelijk waarnemende de betrekking van adjudant van Z. K. H. Prins Hendrik der Nederlandenmet 1 Februarij als zoodanig te benoemen. De Koning heeft heden morgen ten tien ure den heer Thorbecke wederom ten gehoóre ontvangen. Het onderhond heeft lang geduurd. Met deelneming vernam men Donderdag te 's Hage dat de baron van Hall een ongeval heeft getroffen. In den na middag, als naar gewoonte een wandelrid doende door bet Scheveningsche boscb, was hij dit maal vergezeld door den heer B., uit Amsterdam, thans bij den Minister gelogeerd. Terwijl de heer van Hall even van het paard steegwerd het vastgehouden door een veldwachter, die zich in de nabijheid bevond. Ternaauwemood was de heer van Hall weder opge stegen en een eind weegs voortgereden, of het paard werd «ehichtig en begon te steigeren. De ruiter had toen het on geluk achterover, met zijn hoofd op den grond te vallen de gevolgen hadden ernstig kunnen zijn, ware hij niet op den zachten grond nedergekomen. De veldwachter, die zich nog op eenigen afstand bevondsnelde dadelijk ter hulp toe en bragt den heer van Hall, bijgestaan door den cavalier, die hem vergezelde, in zijn woning, alwaar de baron deSteffens, Pruissisch zaakgelastigde onmiddelijk kwam, en den lijder die m bewusteloozen toestand was geraakt, de eerste hulp hielp biedendie de gelegenheid voor het oogenblik toeliet. Het bleek dat de linkerarm in het bovenste gedeelte of zwaar ge kneusd óf gebroken wasalthans de Minister leed hevige pijn die hij echter, op zijn ouderdommet kordaatheid doorstond. Het gebeurde verspreidde zich spoedig in het druk door wan delaren bezochte Scheveningsche boschen weldrawaren feel aanzienlijkenwaaronder zelfs Z. K. H. de Prins van Oranje in de schamele woning vereenigd, waarin de heer van Hall was binnen gabragt. Het rijtuig van de markiezin de Taliacarne, echtgenoote van den Italiaanschen gezant, kwam toevallig voorbij rijden en zij bood terstond haar rijtuig aan, om den verwonde naar zijn hotel te voeren. Z. K. H. de Kroonprins had zich vooruit derwaarts begevenom mevrouw van Hall voortebereiden. De lijder ontving dadelijk te zijnent de noodige geneeskundige hulp, de arm was digt bij den schouder gebroken. De toestand van den lijder wekt algemeen deelneming, gelukkig dat die niet verontrustend is, zoo zelfs dat die heden, naar de omstandigheden gunstig mag heeten. Heden is het eerste verband gelegd. HH. MM. de Koning en de Koningin en Z. K. H. de Prins van Oranje hebben naar den toestand van den heer van Hall doen vernemen. Z. K. H. Prins Hendrik der Nederlanden heeft Woens dag namiddag de stad Delft met een bezoek vereerd en tevens, als beschermheer der Akademie, het docerend personeel en den senaat van het studentenkorps, tusschen 1 en 2 ure, bij zich in het akademiegebouw ten gehoore toegelaten. De Prins drukte onverholen zijn blijdschap uit over de Koninklijke gunst der wederopening van deze zoo belangrijke inrigting van hoo- ger onderwijs, waarvan hem door den Koning de eer van het beschermheerschap was opgedragen. Z. K. H. hoopte vu rig dat de plaats gehad hebbende moeijelijkhedebdoor onder linge zamenwerking van geheel het akademisch ligchaamthans voor goed en voor altoos te boven gekomen zullen zijn, en de Akademie een nieuwen bloei te gemoet zal gaanwaartoe zijnerzijds zooveel mogelijk zal worden bijgedragen terwijl hij steeds met genoegen en belangstelling alle redelijke bezwaren en grieven, zoo die zich mogten voordoen, wil overwegen,en tot een goed einde trachten te brengen. De hoogleeraren Roorda en Storm Buysing rigtten ieder een gepast woord tot den Koninklijken beschermheer; de laatstgenoemde ter voor koming van zelfs het geringste misverstand ten aanzien der bedoelingen of handelingen van het docerend personeel, alsof daarin eenige grond van berisping zou zijn te vinden geweest waarop Z. K. H. volgaarne betuigde door zijn bewoordingen volstrekt niemand te hebben willen kwetsen, maar alleen zijn reden uit het belang der zaak te hebben geput. Aangezie heer Vrolik, door ernstige ongesteldheid, die reeds gefuiraen tijd hem aan zijn kamer bindt, belet werd als voo

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1862 | | pagina 1