N°. 580. Woensdag 15 January. ,Kp «rv -tV. Deze Courant verschijnt eiken dag, be halve Zon- en Feestdagen, en kost voor Leiden 1.95, en franco per post 2.80 in de drie maanden. Afzonderlijke Nom- mers Vijf Cents. Prijs der Advertentiën 1-6 regels 0.75. Iedere regel meer 12J. Cts. Geboorte-, hu welijks- en doodberigten van 1-4 regels/0.90. Iedere regel meer 15 Cts. Bekendmakingen van genootschappen 5 Cts. Zegelrecht 35 Cts. Spoortreinen van Leiden naar 's Gravenhage, Delft, Schiedam en Rotterdam te 10 u. 6 m.; 12 u. 58 m.; 6 u. 9 m.; 9 u. 9 m. Naar Haar lem en Amsterdam te 8 u. 51 m.; 1 u. 3 m.; 4 u. 53 m.; 9 u. 14 m. Stoomboot van Leiden (Ligplaats Haven) naar Amsterdam, Maandag ochtends 4 u., de overige werkdagen 5 u.; van Amsterdam (Beerebijt) naar Leiden dagelijks 's middags 2 u. uitgezonderd de Zondagen. Postbusligtingen aan de Lakenhal, Katoenfabriëk en op de Nieuwstraat: 'smorgens te 8 u., 's middags te 12 u., 'snamiddags te 3 u.45 ra., 'savonds te 8 u. 10 m. Oost-Indische Landpost. Over Southampton, 1 en 17; over Triëst, 7 en 23over Marseille9 en 25 van elke maand. Riïks-Telegraaf. Werkdagen van 912 en van 27 uur. Zondag van 89 en van 2—5 uur. Spoorweg-Telegraaf dagelijks van sm. 8—9 u. 30 m. av. Zittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad op onbepaalde tijden. - Burgemeester en Wethouders, Maandag en Donderdag te 11 uur. Commissie van Fabricage, Dingsdag te 12 uur. - Burgemeesterdagelijks te 10 uur. - Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelijks van 104 uur.- Thesaurie, dagelijks van 102 uur. Be Gemeente-Architect is te spreken te zijnen hnize op den Ouden Sit s'smorgens van 9lOuur. Kantoor der Plaatselijke Accijnsen, dagelijks van 8 1 uur en van 36 uur; der In- en Uitgat Rechten en Acoijnsen dagelijks van 91 uur en van 36 uur; van 'sRijks Directe Belastingen, Maandag, Dingsdag, Woensdag en Donderdag van 92 uur; van Zegel, Registratie dagelijks van 84, van de Hypotheken en het Kadaster, van 94 uur. Kapitaal en Arbeid. (Slot). Onder de voorlaatst genoemde aangelegenheden is er een in Engeland in zwang, alwaar de werklieden onder den naam van trade unions talrijke en krachtige vereenigingen opgerigt hebbendie hun veroorloven met de ondernemers van eenigen tak van industrie op den voet van gelijkheid te onderhande len en zelfs gedurende maanden het werk te staken of niet voorttezettenwanneer zij zich niet met dezen kunnen ver staan of tot een vergelijk komen. Aanvankelijk heeft men zich zeer bekommerd gevoeldja zelfs ongerust gemaakt over de daarstelling of oprigting van die trade unions en daar, zoowel als bij ons, ontbrak het niet aan lieden, die bij deze gelegen heid de ondergang der industrie voorspelden. Intusschen heb ben wij niet bemerkt, dat de Engelsche industrie er het minst onder geleden heeft. Andersdeels hebben de vestigingen spoe dige uitbreiding dezer onderlinge vereenigingen op verwon derlijke wijze bijgedragen om de oude opgewondenheid der arbeidende klasse tegen de ondernemers te bedaren en op die wijze ook de openbare veiligheid of zekerheid te vermeerderen. Toen de werklieden ieder oogenblik vervolgd werden ter zake van zamenscholing, toen hunne vereenigingen door de openbare magt werden uiteengedrevenen hunne hulp- of on dersteuningskassen verbeurd werden verklaardtoen de wet zich aan de zijde der meesters schaardedoordrongen van de oude grondstelling: Verdeel om te heerschen, en zonder genade of medelijden ieder tot een vereeniging behoorenden werkman weggezonden werd, was het niet zonder reden of grond van waarheid, dat de werkende klassen zich verdrukt noemden. En maar al te dikwijls verwekten hunne ontevredenheid en ver bolgenheid wanordelijkheden, gelijk aan die te Gent plaats vonden. De hoogere klassen verkeerden dan in ongerustheidmen riep schutterij en troepen van de armee op, en vaak stroomde het bloed. Tegenwoordig niets van dat alles; de werklieden vereenigen zich, beraadslagen en staken het werk, zij keeren tot hunne werkplaatsen terug, zonder dat eenige buitengewone beroering naar buiten werkt. Alleen eenige domme en ruwe Ieren gebruiken om de con- j currentie ter zijde te stellen of <.e vermijden de middelen, waartoe ook ongelukkigerwijze de Gendsche werklieden hun toevlugt genomen hebbenmaar dat is gelukkig uitzondering en zoodanige uitzondering wordt van dag tot dag zeldzamer. Men moet het bekennenin de betrekking tusschen de werk lieden en meesters is men nog op dezelfde hoogte als in En geland, voor ongeveer veertig jaren. De fabriekanten zijn meerendeels nog doordrongen van het denkbeeld; dat alles verloren zoude zijn, wanneer de werk lieden niet verpligt waren hunne voorwaarden aantenemenen geheel het zamenstel van beperkende wetten op de vereeni gingen, op werkboekjes of livrets, op het aanwerven van werklieden in den vreemde, is gebezigd geworden, om de natuurlijke en wettige pogingen tot vereeniging of associatie der werklieden of arbeidende klasse te onderdrukken of tegen te gaan. Wat is er het gevolg van geworden? Dat op zeer vele plaatsen en voornamelijk daar waar men het meeste misbruik van die wetten heeft gemaakt, er bij de werklieden eene sombere opgewondenheid heerschtdie door strenge maatregelen niet dan verzwaard en kwaadaardiger kan worden. Buiten allen twijfel, zijn de werklieden die tot daden van geweld hun toevlugt nemenin het ongelijk. Dit is vroeger al reeds aangetoond. Maar kan men te hunnen gunste geene verzachtende omstandigheden aannemen? Als daar zijn Eensdeels, het bedrag der werkloonen, dat op verre na niet gelijken tred heeft gehouden met de stijging van den prijs van alle voedingsmiddelen en huur van woningen. Anderdeels, het aan de werkende klassen gestelde verbod, om een voorzeker zeer wettig regt, dat van zich onderling te verstaan om hunnen arbeidde eenige hun behoorende koopwaar tot den best mogelijken prijs te verkoopenterwijl men aan de bezitters van hoogovens, aan de eigenaars van steenkolen groeven en nog aan velen anderen meer, vergunde zich tot gelijk doel te vereenigen. Maar, zal men zeggen, de meesters

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1862 | | pagina 1