Buitenlandsch Nieuws. Uit een geschiedenis der Tentoonstellingen van volks vlijt in Nederland, door Ds. Sarpkati, ontleenen wij de vol gende bijzonderheden, Leiden betreffende: Op de eerste Nationale Tentoonstelling in April 1808 te Utrecht gehoudenwas ingezonden een proeve van het tot kemelshaar gesponnen haar van een Angora-Bok, bewerkt door den heer Jan ven Heukelom fabrikeur te Leidenvoorts lakens en karsay van de HH. J. Bronkhuyze en C°. en van Krantz en Nolet, lakens en kasemieren van de Leidsche La kenhal en Dekens, Calmukken, Vlaggedoek," Duffels, Voer- vries en tapijt en karpetgoed door Commissarissen van de Baaihal, alsmede gekeperd flanel, witte baai, bruin karsay, gemengde serges, broekenstreeptBont-Finentijnwolle hand schoenen en wolle sokkendoor de hoofd-commissie voor de Armen-Inrigting te Leiden. Die armenfabriek was opgerigt April 1807. Zij hield 300 tot 400 personen bezig en wonnen aanzienlijke sommen, welke wel eens van f 900 tot f 1000 's weeks beliepen. Behalve koehaar- en katoenspinnerij beston den de werkzaamheden in het weven van sokken, kousen, wollen handschoenen, linnen, bonten, karsaaijen, serges, baaijen flanellenenz. In het rapport van 28 Junij 1808 door den Min. van Binnenl. Zaken aan Koning Lodewijk ingediendwordt de deugdzaamheid, de fraaiheid, de voortreffelijkheid der Leidsche Lakens beschouwd als reeds van vroegeren tijd af algemeen bekend. De ingezonden stukken bevestigenja vermeerderen den ouden en welgeves- tigden roem dezer fabrieken en leveren zoovele bewijzen op, dat nog tegenwoordig aldaar Lakens worden gemaakt, welke gerust de vergelijking met de beste, zoo inlandsche als vreemde lakens kunnen doorstaan, zoodat ook toen nog die fabrieken de roem van het Hollandsch fabriekwezen uitmaakten. Aan de Leidsche Lakenhal werd den gouden eereprijs toegewezen en aan de commissarissen ter hand gesteld, ten einde als een vereerend gedenkteeken van beloonde volksvlijt bij des- zelfs archieven te worden gedeponeerd. Hoezeer dan ook en met regt Leiden als de hoofdzetel der Lakenfabrieken is aantemerkenzoo zijn er intusschen in de andere gedeelten van het Bijk onderscheidene plaatsen, waar deze tak van volksvlijt in een zeer bloeijende staat is, zooals te Utrecht, te Tilburg en te Amsterdam." De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Woensdag des namiddags te 5 uur 47°, des avonds te 8 uur 46°, te 10 uur 43°. Vrijdag morgen te 5 uur 44°, te 8 uur 46°, te 12 uur 48°, 's namiddags te 2 uur 48°, te 4 uur 47°. Uit een officieuze mededeeling van de Pruissische rege ring blijktdat de Pruissische oorlogskorvet Amazone als oefeningsvaartuig voor adelborsten en scheepsjongens den 30 Oetober 11. van Dantzig naar de kust van Portugal vertrokken den 1 November te Heïsingor was aangekomen en den vol genden dag met gunstigen wind noordwaarts gezeild. Sedert dien tijd was daarvan geen berigt ontvangen totdat na vele vruchteloos gedane navragen de Pruissische consul te Amster dam heeft berigtdat volgens mededeeling van den viceconsul te Plerlag in de gemeente Monteradeel een kleine aan een stok bevestigde met een overtrek bekleede vlag met het op- schrif Amazone was aangespoeld en gebleken de Koninklijke Pruissische standaard te zijn. Daar die standaard onder in het schip wordt bewaard, denkt men aan een volslagen vergaan van het schip met man en muis. De verslagenheid is groot, daar behalve de kommandant en drie luitenants; zich 23 adel borsten en een aanzienlijke bemanning aan boord bevond. Het onverwachts overlijden van den hofleverancier H. Gerson te Berlijnheeft aldaar algemeene deelneming ver wekt, want ofschoon slechts een eenvoudig burger, had hij hij zich nogtans voor Berlijn zeer verdienstelijk gemaakt, naardien hij de eerste was die aan den handel in manufactu ren en modewaren een zoo groote vlugt verschafte dat zijn zaak. met soortgelijke te Parijs en te Londen op gelijke lijn kon worden gesteld. Op den krooningsdag ontving hij dan ook, na door den Koning en de Koningin naar Koningsber gen ontboden te zijn, de orde van den Rooden Adelaar, 4 de klasse. Te Pesth heeft 10-jarige knaap zijn vader om het leven gebragt. De aanleidende oorzaak tot deze gruweldaad is onbekend. Volgens een berigt uit Keulen heeft de lieer Wollschla- ger Maandag 11. aldaar zijn kunstenaarsloopbaan geslotenter gelegenheid waarvan zijn personeel hem dien avond toen de laatste voorstelling gegeven werd, een laauwerkrans en afscheids gedicht heeft aangeboden. In Savoye scheen onder de bevolking zekere ontevre denheid te heerschen over de lastenwelke men sedert de inlijving in het Fransche Keizerrijk te dragen heeft en die belangrijk meer moeten zijn dan men vroeger opbragt. De Begering heeft het voornemen aan die bezwaren tegemoet te komen en, aantevangen met het jaar 1862, zullen de belas tingen 200,000 fr. minder bedragen, dan van hen onder Piemont werd ingevorderd. Uit Stockholm wordt berigtdat de Koning onverwachts naar Christiania is vertrokken. Wel is waar de grondwet vor dert dat de Koning eenmaal 'sjaars Noorwegen moet bezoe ken, maar het plotselinge der reis trekt niettemin zeer de aandacht, zoodat men algemeen van oordeel is dat buitenge woon dringende redenen de aanleiding tot dit bezoek zijn ia een jaargetijde als het tegenwoordige. Maandag begaf zich een deputatie uit Brusselsche koop lieden naar den Minister van Financienden heer Frère Orban om zich over de dagelijksche plagerijen te beklagen waaraan zij door de ambtenaren der douane zijn blootgesteld. De Minister verzocht de deputatie die grieven in een uitgewerkt rapport te ontwikkelen na de ontvangst waarvan hij onverwijld een onderzoek naar de gegrondheid er van in zal stellen. Naar men verneemt zal de speelbank te Baden-Baden met het volgend jaar worden opgeheven. Te Plymouth zou heden Donderdag een feestmaal plaats hebben ter eere van den bevelhebber der stoomboot Trent, wegens zijn kloekmoedig gedrag bij gelegenheid van het ar resteren der HH. Mason en Slidellen te Boston was men, blijkens de laatste berigten uit Amerika, voornemens den lieer Wilkes, bevelhebber van den San Jacinto, op gelijke wijze eere te brengen. Zondag 11. is te Londen in alle kerken en bedehuizen afgekondigd dat heden Donderdag 12 Dec., wanneer de depeche der Britsche regering bij haar gezant te Washington moet aangekomen zijn, een godsdienstige bijeenkomst van de Chris tenen uit alle kerkgenootschappen in Exeterhall zal worden gehouden om van de Voorzienigheid het behoud des vredes af- tesmeeken. - De Eerw. heer Spurgeon hield een indrukwekkende predikatie over Matth. V9en paste die op do tijdsomstandig heden toeterwijl hij het recht van Engeland om een toevlugtsoord te zijn voor ieder, die in zijn eigen vaderland aan vervolging was blootgesteld, ten sterkste handhaafde, drong hij aan op toegeeflijkheid voor een groot Land, dat zoo naauw aau En geland verknocht is. In den avond van 11. Zaturdag heeft te Birmingham een vervaarlijke ontploffing plaats gegrepen bij een chemist, waar door twee personen levensgevaarlijk gebrand, het huis zelf na genoeg vernield en de naburige perceelen zwaar beschadigd werden. De oorzaak is niet met zekerheid bekend; alleen weet men, dat een knaap met kaarslicht in den kelder was gegaau waar verscheiden vaten napthaolie en andere ontvlambare stoffen lagendoch of dezedan wel ontsnapt gas de uitbarsting hebben te weeg gebragt, is nog niet gebleken. De heeren Cobden en Brigt kochten voor drie jaar met eenige vrienden de Dyliffe-mijnen. Zij betaalden daarvoor 24,000 p. st. en besteedde nog ongeveer 10,000 p. st. aan de ontginning. Nu geven die mijnen tegenwoordig elke maand meer dan 200 ton looderts, d. i. naar men berekent een zui vere opbrengt van 1000 p. st. per maand, of 35 pCt. winst. De hoeveelheid zal echter spoedig nog grooter worden. De correspondent uit Washington schrijft aan The New-York Herald, dat de regering der Noordelijke Staten het volgende jaar ongeveer 2640 millioen (Ned.) gulden zal behoeven. Het zal echter noodig zijn dit enorme cijfer onder voorbehoud aan te nemen, daar het gezag van het genoemde dagblad juist niet bijzonder voldoende heeten kan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1861 | | pagina 2