Binnenlandsch Nieuws. Buitenlandsch Nieuws. genstand, die zich openbaarde, - zij bewijzen, nevens den wil der Holl. Spoorweg-Maatschappij om haar plan uittevoeren en het belang, dat zij in de kans op welslagen betoont, ten klaarstedat de Spoorweg van Leiden naar Woerden is van algemeen belang en een onteigening ten algemeene nutte bil lijk en rechtvaardig. Z. M. heeft benoemd tot rechter in de arrondissements rechtbank te Middelburg Mr. A. M. van Reigersberg Versluys thans subst. griffier. Z. M. zalzoo de toestand van Z. K. H. de Prins van Oranje niet verergert, zich omstreeks de helft dezer maand weder naar het Loo begeven. De beterschap van Z. K. H. neemt toe. De Prins heeft een goeden nacht gehad. De Minister voor de Herv. en andere Eerediensten, de heer Jolles, heeft Dingsdag 11. bij de beraadslagingen over de opheffing van het collatierecht van den Staat op den voorgrond gesteld dat het hem zeer aangenaam is geweest de algemeene instemming met zijn ontwerp en dubbel aangenaam, omdat het een groot beginsel betreft, dat bij hem op den voorgrond heeft gestaan bij de aanvaarding van zijn betrekking. Hij bedoelt namelijk de afscheiding tusschen Kerk en Staat, een afschei ding die noodig is, omdat zij steunt op onze wetgeving, en omdat zij in het belang is, zoowel van Staat als van Kerk. 'Hij zal niet in ontwikkeling treden van de gevoelens die daarvoor pleiten. Gij allen kunt ze beoordeelen zegt de Mi nister, omdat zij bekend en meermalen besproken zijn. Maar ik herhaal, dat de scheiding zooveel mogelijk door mij zal be vorderd worden. Ik heb reeds in de Mem. van toelichting tot Hoofdstuk VI der Staatsbegrooting daarop gewezen en meer in de bijzonderheden bij de Mem. van Beantwoording die de leden later zullen ontvangen. Ik acht het van belang dit voorop te stellen, opdat de vertegenwoordiging wete met welke bedoeling een Minister zijn taak aanvaardtdat men hem kenne, waardoor alleen het gemeenschappelijk overleg tusschen regering en vertegenwoordiging bevorderd kan wor den. Nu verlieze men niet uit het oog, dat het gebouw voor zijn werkkring opgetrokken is op een geheel anderen grond, slag en zienswijze dan de zijne. En hij verklaart tevens, dat hem voorkomt dat, bij de erkenning van de noodzakelijkheid van den herbouw, ook het besef moet worden gevoegd, dat men met omzigtigheid behoort te werk te gaanopdat niet alles op eens losrake, en men aan een ander gevaar zij bloot gesteld, namelijk dat: van het gebouw te zien vallen in ruïnen. Hij wil daarmede niet zeggen dat hij te langzaam zal te werk gaan maar hij heeft de ernstige bedoeling tot doorgaande her vorming, want hij is overtuigd, dat de betrekking tusschen de Herv. Kerk en den Staat in vele opzigten zonderling is; hij is dit geheel eens met den beer Thorbecke. Er is een geheele reeks verordeningen die, zoo ze nu al niet kunnen worden ingetrokken toch aan herziening moeten worden on derworpen. Nu zal hij meer bepaaldelijk antwoorden aan den heer Thorbeckedie over het besluit van 1824 en de regle menten van 181924 gesproken heeft. De Minister zegt, dat reeds dat besluit van 1824 bij hem de bedenking heeft doen oprijzen of het wel kon blijven voortbestaan. En de regiemeu ten van 181924 waren reeds in den aanvang gebrekkig. Men was daar toen reeds zoozeer van overtuigd, dat men ge aarzeld heeft met de algemeene invoeringjuist van wege den twijfel of die wel in overeenstemming met de wetten was. 's Ministers voorgangers hebben reeds getracht een herziening tot stand te brengen. Zij hebben geraadpleegd het collegie van toezigt, zonder hetwelk geen verandering kan plaatsheb ben volgens het reglement zelf. Nu is de Minister niet van meening, dat dit collegie niet moet worden gehoord, maar hij had liever alles vooraf bijeengebragtom het geheel te beter te kunnen overzienen de vraag te beantwoorden of het voort durend bestaan wel overeenkomstig is met onze instellingen Hij kan nu reeds zeggener is zeer veel daarin dat stellig moet veranderd worden, en hij is het ook in dit opzigt eens met den heer Thorbecke dat, als er toezigt noodig is, het dan gelijk moet zijn voor allen; de Staat mag geen onder scheid voor eenig kerkgenootschap maken. Wat de opruimint. der verouderde of strijdige verordeningen betreft, is hij ook van de noodzakelijkheid daarvan volkomen overtuigd en hij heeft reeds een menigte besluiten en verordeningen daarvoor bestemd. - Wat aangaat de banden van het Hervormde Kerkgenootschap tot de regering waarover in het verslag gesproken isdit zou kunnen voeren tot eene historische herinnering; maar zooveel is zeker, dat het Hervormde kerkgenootschap meerdere inmen ging van den Staat heeft ondervonden en ook meer daarop heeft willen steunen dan andere kerkgenootschappen. Hij brengt eenige voorbeelden daarvan bij, ten betooge van de juistheid der bewering van den heer Thorbeckedat in de Hervormde kerk veel is wat niet meer in overeenstemming is met de ver houding van kerk en staat en de bestaande wetten, en dat er, gelijk die spreker teregt zeideveel op te ruimen valt. In de Zitting van de Tweede Kamer der Staten-Gene- raai van Dingsdag 5 November zijn ingekomen twee adressen ten voordeele van het wetsontwerp wegens den spoorweg van Leiden naar Woerden als: van de Kamer van koophandel en fabrieken te Schiedam en van P. Schoenmakers en andere inge zetenen van Nieuwveen. - Deze adressen zijn verzonden naar de commissie voor de verzoekschriften. Jhr. J. H. van de Capellenkapt.-luit ter zee, adjud. van Z. M. den Koningis benoemd tot Kommandeur der Leopoldsorde van Belgie. Den 5den November heeft in het Hotel den Ouden Doelen een luisterlijk diner plaats gehad hetwelk door de le den der Provinciale Staten aan hun achtingswaardigen voor zitter, den heer Commissaris des Koniugs, Jhr. Ridder van der Heijm van Duijvendijkewerd aaugeboden. Met het schip Fritsgezagvoerder Adriaansliggende te Rotterdam, zullen naar Java vertrekken de officieren van gezondheid 3de klasse, van het O. I. leger, W. van Geer en W. J. J. Zuur. Gemelde officieren zullen zich den 10 dezer op gemelden bodem inschepen. - Te Rotterdam worden verwacht de Grootvorst en Groot vorstin Constantijn van Rusland, komende van Engeland en zullende welligt na een verblijf van eenige dagen hier te landj naar St. Petersburg vertrekken. De Paus heeft bepaald, dat aan de R. C. kerk te Heilol ten eeuwigen dage wordt verleend de volle aflaat voor de ge loovigen die gedurende het octaaf van den feestdaggewijd aan den H. Willebrordusna gebiecht te hebbende heilige communie zullen ontvangen en bidden voor de uitbreiding van het geloof en den bloei der kerk. Uit de opbrengst daarvao hóópt men een kerk te stichten nabij de bron te Heilo ter eere van den grooten apostel van Nederland. Men verneemt, dat sommige buitenlieden er toe over gaan om hun voorraad winteraardappelen te kuilenuithoofde de verbruikers niet genegen zijn de hoogopgedreven pryzen van 6 a 7 gulden te betalen. Indien men de berigten en de ondervinding raadpleegt omtrent den aanvoer van aardappe len uit Duitschland, dan zou de landman daarin wel een weal moeten opmerken, dat zijn verwachting, om later hooge prij zen te bedingen, wel eens grootelijks zou kunnen falendewijl de aangevoerde aardappelen over het algemeen van beter hoe danigheid zijn. De handel in aardappelen buiten dit rijk voort- gebragt, zal van jaar tot jaar toenemen, want de uitvoer nu reeds zoo sterk, dat men in het buitenland stemmen hoort opgaanom verbodsbepalingen op den uitvoer vasttestellen. Heden in den vroegen morgen tusschen vijf en zes ure had men een in dit jaargetijde vreemd natuurverschijnsel; een zwaar onweder brak over deze stad en omstreken los, mei hagel vergezeld. De bui, hoe hevig, was echter spoedig over gedreven; het licht en de slagen waren zeer fel. De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Woensdag des namiddags te 5 uur 48°, des avonds te 8 uur 46 te 10 uur 44°. Donderdag morgen te 6 uur 42°, tf 8 uur 44°, te 12 uur 49°, 's namiddags te 2 uur 50°, tt 4 uur 45°. Ismael pacha, vroeger de Hongaarsche generaal Kwety en beroemde verdediger der vesting Kars verlaat de die»1'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1861 | | pagina 2