I\°. 520. Maandag 4 November. A0. Binnenlandsch Nieuws. LEIDSCH MGBLA Deze Courant verschijnt eiken dag, be halve Zon- en Feestdagen, en kost voor Leiden 1.95, en franco per post 2.80 in de drie maanden. Afzonderlijke Nom- mers Vijf Cents. Prijs der Advertentiën1-6 regels 0.75. Iedere regel meer 12£ Cts. Geboorte-, hu welijks- en doodherigten van 1-4 regels ƒ0.90. Iedere regel meer 15 Cts. Bekendmakingen vau genootschappen 5 Cts. Zegelrecht 35 Cts. Spoortreinen van Leiden naar 's Gravenhage, Delft, Schiedam en Rotterdam te 10 u. 6 m.; 12 u. 58 m.; 6 u. 9 m.; 9 u. 9 m. Naar Haar lem en Amsterdam te 8 u. 51 m.; 1 u. 3 m.; 4 u. 53 m.; 9 u. 14 m. Stoomboot van Leiden (Ligplaats Haven) naar Amsterdam, Maandag ochtends 4 u., de overige werkdagen 5 u.; van Amsterdam Beerebijt) naar Leiden dagelijks 's middags 2 u. uitgezonderd de Zondagen. Postbusligtingen aan de Lakenhal, Katoenfabriek en op de Nieuwstraat: 'smorgens te 8 u., 'smiddags te 12 u., 'suamiddags te 3 u.45m.. 'savonds te 8 u. 10 m. Oost-Indische Landpost. Over Southampton, 1 en 17 over Triëst, 7 en 23 over Mavseille 9 en 25 van elke maand. Rijks-Telegraaf.Werkdagen van 912 en van 27 uur. Zondag van 27 uur. Spoorweg-Telegraaf dagelijks van sra. 8 u.9 u. 30 m. av. Zittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad op onbepaalde tijden. - Burgemeester en Wethouders, Maandag en Donderdag te 11 uur. Commissie van Fabricage, Dingsdag te 12 uur. - Burgemeesterdagelijks te 10 uur. - Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelijks van 104 uur. - Thesaurie, dagelijks van 102 uur. Be Gemeente- Architect is te spreken te zijnen huize op den Ouden Siugel, 'smorgens van 910 uur. Kantoor der Plaatselijke Accijnsen, dagelijks van S 1 uur cn van 36 uur; - der In- en Uitgaande Rechten en Accijnseu dagelijks van 91 uur en van 36 uur; van 'sRijks Directe Belastingen, Maandag, Dingsdag, Woensdag en Donderdag van 92 ,iar. van Zegel, Registratie dagelijks van 84, van de Hypotheken en het Kadaster, van 94 nur. Bij gelegenheid van de beraadslaging over het adres van het Gemeentebestuur van Rauvverderheiu over het onderhoud der traversen aan den straatweg, loopende van Leeuwarden naar de Overijsselsche grenzen, heeft de heer Idzerda in de zitting van Donderdag doen uitkomen, dat het hier een on derwerp betrof, hetwelk reeds meermalen in de Kamer is be sproken namelijkhet verschil van gevoelen tusschen de regering en de gemeentebesturen over het onderhoud der tra versen loopende door sommige dorpen en een gedeelte uit makende van de Rijks groote wegen. Vroegere regeringen hebben de noodzakelijkheid en de behoefte aan een regeling van deze aangelegenheid erkend, maar zijn teruggedeinsd voor de uitgaven welke daaruit voor den Staat welligt zouden voortvloeijenzijns bedunkens echter was het hier de vraag niet hoeveel geld het kost, maar wat recht is en daaraan moet de geldkwestie ondergeschikt blijven. De tegenwoordige Minister van Binnenl. Zaken heeft bij de behandeling van de begrooting over het dienstjaar 1861 te kennen gegeven, dat hij genegen was hierover met de betrokkene gemeentebestu ren in onderhandeling te treden en zoo mogelijk langs min nelijken weg die zaak te regelen. Evenwel uit den inhoud van het adres van het gemeentebestuur van Rauwerderheiu blijkt, dat die vroegere genegenheid van den Minister aan merkelijk is verflaauwd; althans het heeft zich bij herhaling tot de regering gewend ten einde tot een schikking te ge raken zonder dat zij daarop eenig antwoord ontving. De zaak eischte intusschen dringend voorziening in het belang der publieke veiligheid. Vele van die traversen zijn in modder poelen veranderd en kunnen zonder gevaar bijna uiet bere den worden. Het is daarom dat de heer Idzerda een wijzi- ziging in de conclusie der Commissie onderwierp, in dier voege dat het adres behalve ter griffie nedergelegd, tevens bij afschrift zoude verzonden worden aan den Minister van Binnenl. Zaken met verzoek om inlichtingen. In de Zitting der Kamer van Vrijdag, is een beslissing over dat voorstel genomen, nadat de heer Zijlker zich, namens de Commissie, met dat voorstel had vereenigd. De Kamer heeft dan ook de conclusie tot verzending van het adres aan den Min. van Binnenlandsche Zaken met verzoek om inlich ting, aangenomen. (Diezelfde questie bestaat ook voor dat deel van den Rijks straatweg dat gelegen is van de brug aan de Wittepoort tot en met de Boshuizersluis of den Heerenweg onder de gemeente Soeterwoude). Men verzekertdat het departement van Koloniën een schrijven zou gerigt hebben aan het departement van Binnenl. Zaken, houdende verzoek, dat het oude gebouw van het de partement van Koloniën voorloopig tot geen ander einde worde bestemd, daar het noodzakelijk is, dat het oude gebouw ge durende den aanstaanden winter weder geheel of ten deele door het departement van Koloniën worde belrokkken. De grond tot dit verzoek is hierin gelegen dat het nieuwe ge bouw onderscheidene gebreken oplevert, en onder anderen door het aangebragt ventilatie-toestel niet op voldoende wijze kan worden verwarmd. Voorts wil men weten dat er nu in het nieuwe gebouw schoorsteenen zullen worden geplaatst. Wij ders zegt men dat het verwarmingstoestelter Landsdrukkerij aangebragt, mede niet aan het doel beantwoordt, zoodat men in verschillende werkplaatsen kagchels heeft moeten aanbren gen; dat bet nu de vraag zijn zal, of men het nieuwe gebouw van den Hoogen Raad wel van een verwarmingstoestel zal voorzien, dan of nu ook daar schoorsteenen zullen komen, en dat er ook berigt ontvangen isdat er in het koloniaal gestichtdat te Bronbeek wordt gevestigd van geen verwar mingstoestel gebruik zal gemaakt worden. Ongetwijfeld zal bij de aanstaande behandeling der staatsbegrooting voor 1862 een en ander ter sprake komen. Bij den Minister van Binnenl. Zaken is, op zijn aan vraag, van de commissie voor de te 's Gravenhage gehouden algemeene verloting van voorwerpen aan kunst en smaak, ten behoeve van de noodlijdenden door den watersnood ontvan gen een assignatie op de Nederlaudscbe bank te Arasterdam, groot 146,152,58^, ten einde hem Minister in staat te stel len om, met de van elders daartoe ter zijner beschikking ge stelde geldende verliezen te doen vergoedenten gevolge van den jongsten watersnood hier te lande geleden door die genenwien het ontbreekt aan eigen middelen tot herstel dier verliezen. Bij besluit van den Minister voor de zaken der Herv. Eeredienst enz. in dato 28 Oct. 1861 N°. 12, is de heer C. II. Binger te Amsterdam benoemd tot regent van het Ned, Israel. Seminariumin plaats van wijlen den heer M. Lehren

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1861 | | pagina 1