N°. 516. Woensdag 30 October. A0. 186 Binnenlandsch Nieuws. LEinsr.ii iiu.itiwi Deze Courant verschijnt eiken dag, be halve Zon- en Feestdagen, en kost voor Leiden 1.95 en franco per post 2.80 in de drie maanden. Afzonderlijke Nom- mers Vijf Cents. Prijs der Advertentiën 1-6 regels 0.75. Iedere regel 'meer 12 J Cts. Geboorte-, hu welijks- en doodberigten van 1-4 regels 0.90. Iedere regel meer 15 Cts. Bekendmakingen van genootschappen 5 Cts. Zegelrecht 35 CU. Spoortreinen van Leiden naar 's Gravenhage, Delft, Schiedam en Rotterdam te 10 u. 6 m.; 12 u. 58 m.; 6 u. 9 m.; 9 u. 9 m. Naar Haar lem en Amsterdam te 8 u. 51 m.; 1 u. 3 m.; 4 u. 53 m.; 9 u. 14 ro. Stoomboot van Leiden (Ligplaats Haven) naar Arasterdam, Maandag ochtends 4 u., de overige werkdagen 5 u.; van Amsterdam (Beerebijtl naar Leiden dagelijks 's middags 2 u. uitgezonderd de Zondagen. Postbusligtingen aan de Lakenhal, Katoenfabriek en op de Nieuwstraat'smorgens te 8 u.p 'smiddags te 12 u., 'snamiddags te 3 u.45m.. 'savonds te 8 u. 10 m. Oost-Indische Landpost. Over Southampton, 1 en 17 over Triest, 7 en 23over Marseille9 en 25 van elke maand. Rijks-Telegraaf. Werkdagen van 912 en van 27 uur. Zondag van 27 uur. Spoorweg-Telegraaf dagelijks van sm. 8 u.9 u. 30 m. av. Zittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad op onbepaalde tijden. - Burgemeester en\ WethoudersMaandag en Donderdag tï 11 uur. Commissie van Fabricage, Dingsdag te 12 uur. - Burgemeesterdagelijks te 10 uur. - Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelijks van 10-—4 unr. - Thesaurie, dagelijks van 10—2 uur. De Gemeente-Architect is te spreken te zijnen huize op den Ouden Singel, 'smorgens van 9—10 uur, Kantoor der Plaatselijke Accijnsen, dagelijks van 81 uur en van 36 uur; der In- en Uitgaande Rechten en Acoijnsen dagelijks van 91 uur en van 36 uur; van 'sRijks Directe Belastingen, Maandag, Dingsdag, Woensdag en Donderdag van 92 uur; van Zegel, Registratie dagelijks van 84, van de Hypotheken en het Kadaster, van 94 uur. Z. K. H. de Prins van Oranje heeft een rustigen nacht doorgebragt en bevindt zich overigens redelijk wel. Z. K. H. Prins Prederik der Nederlanden is heden van HD. buitenlandsehe reis en nu laatstelijk komende van Berlijn in de residentie teruggekeerd. De Commissie voor de Tentoonstelling van Nijverheid te Haarlem heeft van wege Z. K. H. de Prins van Oranje berigt ontvangen, dat Z. K. H. door ziekte verhinderd is, tot zijn leedwezen om de eereblijken aan de bekroonden uit- tereiken. De Commissie heeft besloten, dat die plegtigheid op 14} November voortgang zal hebben, bij de onzekerheid wan neer het voor den Prins mogelijk en geraden zou zijn haar bijtewonen. Uit de Voorloopige Verslagen van de Tweede Kamer over de staatsbegrooting voor 1862 ontleenen wij het volgende: Eenstemmig heeft men zich beklaagd over het laat in ge reedheid komen van de Staatsbegrooting. In een drietal afdeelingen werd het politiek karakter van het kabinet en het tot nu toe gevolgd regeringsbeleid ter sprake gebragt. Die tweeledige beschouwing leidde tot geen gunstig besluit, noch over het homogene en het liberale; men herinnerde aan het gebeurde omtrent de erkenning van het koningrijk Italië en vond daarin gemis aan vastheid van stelselklaagde over sommige benoemingen in het binnenlandsch beheer en vond vooral gemis aan overeenstemming tusschen de ministers onderling op het koloniaal gebied. Die beschouwingen bleven niet geheel zonder tegenspraak. Enkele leden merkten op, dat sedert 1848 geen ministerie was opgetreden, in den striksten zin homogeen te heeten en dat de benaming van liberaal meer dan één opvatting toeliet. Bij velen wras een punt van be zwaar gemis van handeling bij de regering op het gebied der wetgeving; nog herinnerde men aan het gebeurde over de wet nopens den Raad van State, aan de toezegging over de wetten nopens de medische politie, de opheffing der slavernij in West - Indie, de af koopbaarstelling der tienden, het beheer der kroondomeinen en de herziening van het tarief van in- en uitgaande rechten. Alles bijeenvoegendekwamen vele leden tot de slotsom dat zij in een gouvernement, 't welk in dege lijkheid kracht en werkzaamheid zooveel te wenschen over liet, geen vertrouwen konden stellen. Enkele anderen ver klaarden evenwel nog geen wantrouwen in het Ministerie te willen te kennen geven, maar zijn verdere daden te zullen afwachten. Wat de begrooting zelve betreft, werd gewezen op het tekort van ƒ6,300,000, sommigen berekenden het op ƒ7,800,000; anderen meenden dat het goed was, in het eerste jaar na de aanneming der spoorwegwet, reeds uit den droom van finan- cielen voorspoed te worden wakker geschud. Over het ontstaan van het tekort worden vele becijferingen voorgedragenvoorts vele vragen gedaan. Vrij algemeen kwam men op tegen het hooge cijfer der begrooting, vooral na dat tekort. Men ver langde een algemeene regeling van de ministeriele departe menten en kwam men op tegen de te hooge opdrijving der begrooting in het algemeen. Het tegenwoordig te kort kan uit vorige overschotten nog worden gedekt doch men moest ook voor het vervolg zorgen. Ook wat de Minister van Financien nopens het belastingstelsel had gezegd, had de meeste leden bevreemd en onaangenaam getroffen. Ons belas tingwezen is bij de eischen van den tegenwoordigen tijd ver ten achter. Een betere verdeeling van de lasten was denkbaar, zonder dat de schatkist er schade door zou lijden. De Minis ter behoorde zich in dat opzigt zijn veelomvattende roeping, met het oog op de eischen des tijds, te doordringen. Enkele leden waren voor het onveranderd laten der belastingen. Tea slotte werd gevraagd, welke de belastingwetten zijn, omtrent welke de Minister herziening wilde voordragen? Ten aanzien van Hoofdstuk It (Hooge collegienenz.), vond men al te zeer reden om zich te beklagendat de zucht tot uitzetting der Staatsuitgavenin al de hoofdstukken der begrootiug zoo blijkbaar, zich ook hier openbaart. Hoofd stuk III (Buitenlandsehe Zaken). Algemeen is men opgekomen tegen de verhooging der bezoldiging van de diplomatie. Hoofd stuk IV (Justitie). Daarbij heeft men stilgestaan, bij de rege ling van het gevangeniswezen en van vele onderwerpen van wetgeving. Hoofdstuk VI (Hervormde Eeredienst). Met genoe gen meende men btj het tegenwoordig hoofd van dit departe ment de zucht te bespeuren naar gestadige» voortgang op den weg der algeheele scheiding van Staat en Kerk. Hoofdstuk IX. A. (Nationale Schuld)daarbij werd over de oirbaarheid en mogelijkheid gesproken van ook nu nog, in weerwil van de veranderde omstandigheden, in de schatkist aanwezige gel den tot schulddelging te besteden. Ook werd het denkbeeld

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1861 | | pagina 1