Buiteniandsch iNieuws. van het vorige jaar als de raming voor dit jaar hebben over troffen. Maandag II. zijn bij Zutphen door 4 heeren 5 vossen gevangenwaaronder 3 groote. Te Nijmegen is Woensdag nacht overleden Ds. C. L. Westhoff, sints omstreeks 30 jaren hoogduitsch en Evang. Luth. predikant aldaar. Ds. G. A. Rademaker, pred. te Meeuwen en Haagoort heeft voor het beroep naar de Herv. gemeente te Giessen en Rijswijk bedankt, doch dat naar Hattem aangenomen. De Leidsche Gemeenteraad beeft de begrooting der in komsten en uitgaven voor 1862 vastgesteld. Onder de uitga ven, die men plan heeft in het volgende jaar te doen, behoort het leggen van een ijzeren draaibrugin plaats van de Bor- stelbrug aan het Galgewaterhet verlagen van de Hooge- woerdsbrug, door het leggen van een houten brug, en het houden van openbare volksvermakelijkheden; tot dat laatste is een som van 600 beschikbaar gesteld. Voorts is besloten de belasting op de honden met 1° Januarij aanstaande af te schaffen en met 12 tegen 6 stemmen verworpen een voorstel om den hoofdelijken omslag met ƒ8,500 te verminderen, ter wijl vele leden zich geneigd betoondenom een volgend jaar de belasting op de brandstoffen afteschaffen. De berigten uit Neerl.-Indie zijn niet belangrijk. De regens hebben in onderscheidene gewesten verwoestingen aan- gerigt. Uit Boni zijn zeer gunstige tijdingen ontvangen. Met den meesten ijver gaat men voort den aanleg van spoorwegen op Java voortebereiden. De aftredende gouverneur-generaal de heer Pahud zou den 2den September het bestuur over geven om den volgenden dag zich te begeven aan boord van het stoomschip Gedeh. De heer Pahud is den 6den October te Alexandrie aan gekomen en heeft zich denzelfden dag naar Marseille in gescheept. Z. M. stoomschip Prinses Amalia, kapt.-luit. A. P. Kroeff, is 15 Augustus 11. van Batavia naar Nederland ver trokken. Te Batavia zijn met het schip de Kosmopoliet aange komen de dames E. Epp en A. Rudolph van Leiden. Bij besluit van ZEx. den Gouvern.-Gen., van den 21 Augustus 1861, n°. 8, is den residenten van Samarang en Timor aangeschreven om te erkennende eerste den eerw. heer J. P. N. Sandersals pastoor bij de R. K. gem. te Am- barawa, en de laatste den eerw. heer C. J. H. Franssenals pastoor bij de R. K. gera. te Larentoeka voor Timor en on- derhoorigheden. De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Donder dag des namiddags te 5 uur 56°, des avonds te 8 uur °49, te 10 uur 47°. - Vrijdag morgen te 6 uur 45°, te 8 uur 47°, te 12 uur 52°, 's namiddags te 2 uur 54°, te 4 uur 52°. --- Mevrouw Rosa de Vries heeft een zeer voordeelig en gagement aan de opera San Carlo te Napels bekomen. Nadere tijdingen uit St. Petersburg bevestigen, dat er inderdaad een manifestatie op groote schaal heeft plaats ge had, die echter niet van het volk maar alleen van de studen ten is uitgegaan en zich daartoe ook is blijven bepalen. De Minister van openbaar onderwijs had eenige maatregelen ge nomen betreffende de hoogeschool te St. Petersburg en o. a. den generaal Philipson tot curator benoemd. Een en ander was niet naar den zin der studenten, die, om hiervan bewijs te geventen getale van omstreeks 20,000 bijeenkwamen en zich en corps door eenige straten der hoofdstad op weg be gaven. Wat zij verder voornemens warenweet men niet maar toen zij in de straat kwamen waar de curator woontzagen zij zich plotselings omsingeld door de politie en een aanzien lijke krijgsraagt. De curator kwam vervolgens te voorschijn wien de studenten hun bezwaren onder het oog bragten. Het antwoord dat hierop volgde wasdat de hoogeschool eenige dagen zou worden gesloten. Hij maande de studenten ernstig aan, om uiteentegaanterwijl hij hun verzekerde dat geen hunner zou worden gearresteerd. Zij gingen rustig uiteen maar weldra werden, in weerwil van de verzekering des cura tors eenige studenten gearresteerd. Een officieel besluit kon digde de schorsing der lessen aan tot nader order. De Preuss. Ztg. heeft berigten uit Warschau van Woens dag-middag dat de weerspannigen, die de kerken niet wilden verlaten, des nachts zijn gearresteerd, evenwel met al de om- zigtigheid welke de heiligheid der plaats eischte. Er is nie mand gedood of gewond. Bij den intogt van Koning Wilhelm te Koningsbergen heeft men zich in een der straten niet weinig vrolijk ge maakt toen de stoet aldaar doortrok over een twintigtal schoone dames die een plaats hadden gevonden in een vensterbank van een magazijn van heeren-modeartikelen, maar er niet aan hadden gedacht dat boven haar hoofd naast en onder haar met monsterletters geschilderd stond: //Specialités pour Hommes." Het is zeer waarschijnlijk dat te Weenen een stand beeld wordt opgerigt voor pater Augustindie in het jaar 1678 zulk een groote rol als volkszanger speelde en wiens //achmijn lieve Augustin" thans nog in den mond van het volk in en buiten Oostenrijk voortleeft. Uit Hanover wordt gemeld, dat door den Vorst van Bentheim en anderen een verzoekschrift bij de Regering zal worden ingediend om te verkrijgen de Diimmerseeeen meer in het graafschap Diepholz door hetwelk de Hunte vloeit te mogen droogmalen in navolging van hetgeen in Neder land is geschied met het Haarlemmermeer. Men zou op die wijze 20,000 morgen best bouwland aanwinnen. Door de politie te Freiburg werd dezer dagen een be delaar aangehouden, die zich in een ten uiterste medelijdens- waardigen toestand bevond en wiens geheel uiterlijk voorko men volkomen berekend was, om daaruit den grootsten nood en de grootste ellende optemaken. Toen men hem nader on derzocht, bleek het, dat hij voor verscheiden daalders aan geld en papieren bij zich had. Op een aanvrage te Berlijnwaar hij woondenaar zijn persoon gedaan ontving men ten ant woord dat het geld zijn eigendom en de aangehoudene een gegoed man was. Hij bevond zich op een pleizierreis door Zwitserland en bedelde op deze wijze, omdat zijn gierigheid hem niet toeliet een penning van zijn vermogen te verteren. Te Kyeutoneen stad op 50 mijlen van Melbourne, staat een boom waarvan de bladeren een licht verspreiden helderder dan gazlicht. Thans ziet het eerste gedeelte het licht van een rapport over de tentoonstelling van Nederlandsche nijverheid, aan den Minister van binnenlandsche zaken in Belgie uitgebragt door den heer Jules Kindt, inspecteur der afdeeling nijverheid. In dat stukhetwelk belooft zeer uitvoerig te wordenzet de verslaggever voorop, hoe de belangrijkste nijverheids-voort brengselen in Nederland gegrond zijn op behoeften der Oost- Indische koloniën. Verder bepaalt hij zich bij deze eerste be schouwingen hoofdzakelijk tot de vervaardiging van katoenen goederen, en meer bijzonder tot het huis Previnaire C°. te Haarlem. Hij gaat vooral nahoe de fabriekant zich beijvert om formaten, stoffen, kleuren, eigenaardigen reuk enz. na te bootsen van de goederenwaaraan de inlanders gewoon zijn en even als zij die - hoe gebrekkig ook dikwijlsalthans om- slagtiger - zelve vervaardigen. Natuurlijk eindigt deze beschou wing met een aanmoediging der Belgische katoen-fabriekanten om zich het voorbeeld der Hollandsche nij veren ten nutte te makenen een woord aan de Regering om hetzij door een overeenkomst met Nederlandhetzij door een tractaat met China en Japan, of eindelijk door overeenkomsten met de In dische opperhoofdendie nog zelfstandig heerschen op zoo veel punten der voornaamste eilandenzich ook een deel toe te eigenen van die uitgestrekte markt voor vreemde producten. Volgens het dagblad van Luik wordt de Koning der Nederlanden den 19 dezer, des avonds tusscben zevenenacht ure, te Luik verwacht, om den volgenden dag over Duitschlaod naar Nederland terugtekeeren. Hij verlaat Parijs Zaturdag morgen en vertoeft nog te Compiègne, waardoor bij verhin derd wordt vroeger te Luik aantekomen. Koning Leopold, door den Hertog en de Hertogin van Brabant vergezeld, zal denkelijk Vrijdag tegen drie ure des namiddags aldaar aanko men door de autoriteiten ontvangen wordendes avonds de gala-voorstelling in den schouwburg bijwonen en de Konink-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1861 | | pagina 2