Binnenlandsch Nieuws.
Buiténlandsch Nieuws.
zien van het gemaalhet geslagtden wijn en de brandstolen
zoodat altijd nog, zoolang binnen Leiden plaatselijke accijnsen
worden gehevenop middelen wordt gepeinsd en pogingen
worden aangewendom het toezigt der ambtenaren te mislei
den of hen ontrouw te maken aan eed en pligt. En hoezeer
we geen bezwaar hebben tegen een plaatselijken accijns op het
gedistilleerd, omdat van de drie tonnen gouds, die binnen
Leiden aan jenever wordt besteed, de stedelijke kas ook wel
een deel mag genietentoch blijven we in de overtuiging, dat
plaatselijke accijnsen altijd verderfelijk werken en die op het
gemaal zijn wrange vruchten doet zien in den ondergang der
korenmolenaars, den kwijnenden toestand der bakkersnering en
bet fseer gebrekkig en onvoldoend zamengesteld brooddat
over het algemeen wordt gebakken.
Op meer dan een feit moeten wij wijzenomdat de billijk
heid dit eischtdat namelijk de opbrengst in de laatste jaren
naar denzelfden maatstaf zeer is toegenomen. De vereeniging
van het toezigt op de invordering der plaatselijke accijnsen
met dat der rijksaccijnsen onder den rijkscontroleur heeft
goede vruchten gedragenen als de ambtenaren beter bezol
digd waren, zij het ook door vermindering van personeel, men
kon nog meer ijver, trouw en naauwgezette pligtsbetrachting
en daardoor ruimer opbrengst verwachten. Een ander feit be
treft de maatregelendie genomen zijn om het gedistilleerd
bij den uitvoer, zoowel als bij den invoer, aan meer afdoende
proefnemingen naar den sterktegraad te onderwerpen. De in
voering van een daartoe dienstig werktuig, aan het ijverig en
volhardend onderzoek van den Wethouder Stoffels te danken
heeft nieuwe voordeelen aangebragt of liever vroegere verliezen
vergoed en bestaande misbruiken doen ophouden. Hieraan is
te danken, dat de opbrengst der plaatselijke accijnsen, in 1858
groot f 180,564,62, in 1860 beliep 212,520,21*- en het
binnenlandsch gedistilleerd van 49,604,89 is geklommen tot
73,193,17. Altijd is en blijft het een bezwaar dat, om die
som intevorderen30,000 aan perceptiekosten noodig zijn
terwijl de hoofdelijke omslag ten bedrage van 50,000 nog
geen f 2000 kost.
In verband met den bloei van Leidens financiën en met de
welvaart der ingezetenen staat een beter belastingstelsel. Wij
stellen ons voor daaromtrent later een plan aan het openbaar
oordeel te onderwerpen.
Z. M. heeft benoemd tot ridder der orde van den Ei
kenkroon de heer S. A. Truter, vice-consul der Nederlanden
aan de Kaapstad.
De audiëntie van den Minister van Oorlog zal op Dings-
dag 22 October geen plaats hebben.
In de Zitting van de Tweede Kamer der Staten-Gene-
raal van Maandag 14 Oct., zijn ingekomen de navolgende
-verzoekschriften, als: veertien adressen, houdende aandrang
op de aanneming van het wets-ontwerp wegens de onteigening
van den spoorweg van Leiden naar Woerdenals van den
gemeenteraad van Leidende Kamer van Koophandel en Fa
brieken te LeidenM. Couvée en andere ingezetenen van Lei
den en omstrekenJ. Kok en andere ingezetenen van Lei
den en omstreken H. C. Hartevelt en andere ingezetenen
van Leiden en omstrekenden gemeenteraad van Haarlem
den gemeenteraad van WoerdenH. Smeda en andere inge
zetenen van Zwammerdam; Mr. A. Jongkindt Coninck, bur
gemeester van Aarlanderveenden gemeenteraad van Aarlan-
derveen; A. W. Hartman en andere ingezetenen van Aar
landerveen A. van der Paauw en andere ingezetenen van
KoudekerkK. N. Hengeveld en andere ingezetenen van Ha-
zerswoude; J. W. Rösener Manz en andere ingezetenen van
Oudshoorn.
Het voorloopig verslag over de onteigeningswet ten be
hoeve yau den aanleg van een spoorweg van Leiden naar
Woerden ziet het licht45 leden namen aan het onderzoek
in de afdeelingen der Tweede Kamer deel. Vele leden geloofden
niet, dat de volksvertegenwoordiging uitvoering kon helpen
verleenen aan een regeringshandeling, waartegen zij met zoo
veel nadruk is opgekomen. Andere leden deden uitkomendat
zij zich in gemoede verpligt achtenalle medewerking tot het
ten uitvoer leggen van een concessie als die van 26 April
1860 te weigeren. Yele leden vereenigden zich niet met die be
schouwingen, waaronder enkelen, die zich door hun stem
voor de bekende motiën van orde niet gebonden achttenom
ook tegen de onteigeningswet te stemmen. Het te beslissen
vraagpunt kwam daarop neder, of op dit oogenblik het alge
meen belang vordert, dat, waar dit noodig zij, tot onteige
ning worde overgegaanm. a. w. of de wetgever vrijheid heeft
het voortzetten der werken voor dien aanleg al dan niet on-
mogelyk te maken. Het gevolg van een afstemming der ont
eigeningswet zal zijn dat der spoorwegversmalling in het ge
heel niet tot stand komt, dat de bewoners eener welvarende
landstreek, die het uitzigt op het verkrijgen eener spoorweg-
lijn der verwezenlijking nader zagen komenten eene male
in dat uitzigt zullen worden teleurgesteld en dat de Holland-
sche Maatschappij, die, steunende op de verleende concessie,
tot uitvoering daarvan reeds aanmerkelijke uitgaven heeft ge
daan in den voortgang zal worden gestuit en dus niet slechts
de hoop op toekomstige voordeelen verliezenmaar zelfs da
delijke schade lijden zal.
Wanneer de tegenwoordige wet wordt afgestemd is het
hoogstwaarschijnlijk, dat geen der beide lijnen ('s Gravenhage-
Gouda of Scheveningen-Woerden) tot stand zal komenomdat
er wel eens sprake is geweest van een onderlinge verbindte-
nis tusschen de Hollandsche en de Rijnspoorweg-Maatschappij
om wederzijds aftezien van het vragen der concessie. Dan
zou ook de spoor versmalling op den Hollandschen weg voort
durend achterwege blijven, waardoor dan toch waarlijk het
algemeen belang niet zal worden bevorderd. Verscheidene leden
zagen een bijkomend bezwaar daarin dat de wet zich beperkt
tot de perceelen op de lijn van Leiden naar Woerden. Eenige
andere leden meenden te weten dat de Hollandsche Maat
schappij met haar plannen ook voor het vak 's Gravenliage-
Scheveningen ten gepaste tijde is gereed geweest, en dat het
alleen aan de Regering is te wijtendat die plannen nog
niet zijn goedgekeurd. Door enkele leden zijn aanmerkingen
gemaakt op de rigting van de lijn en op het gering getal
stations, terwijl het verlangen is te kennen gegeven, om in
het vervolg bij zulke wetsontwerpen vijf topographische kaar
ten, voor iedere afdeeling éénoverteleggen.
In de Zitting van de iT.weede Kamer der Staten-Gene-
raai van Dingsdag 15 October is aan de vergadering mede
gedeeld dat door de afdeelingen tot rapporteurs zijn benoemd
voor hoofdstuk WA. der staatsbegrooting voor 1862,dehee-
ren: de Raadt, Thorbecke, Heemskerk Azn.,Luyben en Betz;
voor hoofdstuk IXR. de heeren: Westerhoff, Beensvan Voort-
huysen, van Foreest en Wintgens; voor hoofdstuk X de hee
ren DelpratPoortmande BiebersteinDullert en Storm
van 's Gravesande; voor hoofdstuk XI de heeren Wybenga,
Duymaer van Twist, van Heukelom, van Bosse en van
Hoëvell.
Te 's Graven hage is overleden Mr. W. J. Piepersdie het
voorzitterschap van den Raad van State sedert eenige jaren
waarnam.
De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Woens
dag des namiddags te 5 uur 58°, des avonds te 8 uur
52°, te 10 uur 48°. - Donderdag morgen te 6 uur 46°, te
8 uur 49°, te 12 uur 56°, 's namiddags te 2 uur 58°, te
4 uur 56°.
Maandag 11. heeft te Compiègne de aangekondigde lange
jagt plaats gehad. Z. M. Willem III, in het zwart gekleed,
bleef met Prinses Mathilde in de Keizerlijke char-a-banc en
volgde op een afstand de jagt. De Keizer, de Keizerin en de
Keizerlijke Prins waren te paard gezeten en in jagtcostuum.
Te half vijf ure was men op het kasteel terug en te 7 ure
vereenigden zich allen aan het diner ten hove. Te 9 ure had