N°. 499. Donderdag 10 October. A0. 1861. Absolutisme of Revolutie. De Grondwet verzekert aan alle kerkgenootschappen volko men vrijheid en wat hun godsdienst en de uitoefening daar van in hun eigen boezem betreft, mogen zij vrijelijk regelen. Art. V der Wet tot regeling van het toezigt op de onder scheidene kerkgenootschappen eischt evenwel, dat nieuw te maken bepalingen voor of bij het in werking brengen aan den Koning worden medegedeeld. Art. 7 der Wet tot rege ling van het armbestuur schrijft die mededeeling voor ten aanzien van reglementen of wijzigingen in de verordeningen voor kerkelijke armbesturen of diaconiën. De nieuwe Gemeente commissie of liever het volgens een geheel ander beginsel in- gerigt zedelijk ligchaam, dat belast wordt met het beheer der kerkelijke fondsen van de Leidsche Herv. gemeentemoet bij de Regering bekend zijnom de bevoegdheid te bezitten bij art. 1691 van het burgerlijk wetboek aan zedelijke ligcha- men toegekend, tot het aangaan van burgerlijke handelingen. Tot zulke handelingen wordt in menig geval de medewerking van het Staatsgezag vereischt en deze wordt niet verleend tenzij die bepalingen door den Koning zijn goedgekeurd. Dat bestuur is soms ook in andere opzigten van de hulp van het Staatsgezag afhankelijk, wanneer het tot handhaving van zijn rechten en tot bescherming van zijn eigendommen moet werkzaam zijn, b. v. in al wat zijn bemoeijingen betreft met de bijzondere be graafplaatsen der gemeente, de heffing en invordering van hoofde lijke omslagen enz. Tot dat alles en wat niet bijzonder behoeft te worden aangeduid, moeten aan het Staatsgezag worden medegedeeld de wijzigingen die de bestaande reglementen ondergaan - vooral het nieuw Leidsche reglement- dat naast het provinciaal regle ment op het beheer der kerkelijke fondsen van de Hervormde gemeenten wordt geplaatst, -ja eigenlijk zich boven alles plaatst, Prof. S. weet zeer goed, dat de Regering het Leidsch regle ment niet kan of mag goedkeuren zonder tevens de bestaande provinciale reglementen afteschaffen en den band lostemaken, die het Staatstoezigt nog aan de Kerk verbindt. - De Alge- meene Synode had zich de wettelijke regeling van het kerkelijk beheer der gemeentefondsen bij art. 65 van het algemeen re glement voorbehouden. Bij Koninklijk besluit van 23 Maart 1852, dat ter bekrachtiging van het algemeen reglement strektewerd die bevoegdheid niet erkend. Later is in de Tweede Kamer der Staten-Generaal aangedrongen op een vol ledige afscheiding van Kerk en Staat op dit punt, maar de Minister voor de Hervormde Eeredienst zag daarin bezwaar, zoolang niet de gemeente haar eigen vertegenwoordigers koos en art. 23 van het algemeen reglement in werking was. Wat nog meer zegt, de Algemeene Synode van 1861 heeft uitdruk kelijk verklaard en openbaar als haar gevoelen doen kennen, dat het Staatstoezigt voortdurend wordt gewenschten één der vijf ledendie het nieuwe Leidsche reglement hebben ontwor pen maakte niet alleen deel uit van de Algemeene Synode maar is, naar men berigt, zelfs belast door den Minister met het ontwerpen van een nieuw reglement op het beheer der kerkelijke fondsen van de Hervormde gemeenten in Nederland. De Leidsche kerkeraad stelt zich boven de Staatswetten en boven de kerkelijke reglementen door de invoering van een reglement, dat beginselen bevat, strijdig met den bestaanden kerkrechterlijken en staatsrecbterlijken toestand. Prof. S. zal wel moeten erkennen dat, aangenomen met hem dat het reglement van 1809 nimmer aan den Koning is mede gedeeld- het nu onder de werking van onze grondwet tyd wordt, dat de voet en de wijze, waarop binnen Leiden de goederen der Nederduitsch Hervormde gemeente worden be heerd, bij de Hooge Regeling bekend zijn. Dat brengen het al gemeen belang, zoowel als de openbare orde mede, en de Leidsche kerkeraad mag wel, na zooveel wat plaats vond dat tegen hem pleithet voorbeeld geven van gehoorzaamheid aan en eerbied voor het Staatsgezag. De Leidsche kerkeraad is Diet verantwoord, wanneer hij handelt op raad van Prof. S.; dien raad, ter goeder trouw en in eenvoudigheid gegeven zou de Kerkeraad niet volgen indien hij niet bij zijn beginselen sym pathie voDd. - De gemeente heeft herhaaldelijk getoonddat zij met die comedie zich niet wilde inlaten, 't Is immers-Hl te dwaas om te veronderstellen, dat, wanneer het de wettélijke LEIDSCH DAGBLAD. Prijs der Advertentiën1-6 regels 0.75. Iedere regel meer 12£ Cts. Geboorte-, hu welijks- en doodberigten van 1-4 regels 0.90. Iedere regel meer 15 Cts. Bekendmakingen van genootschappen 5 Cts. Zegelrecht 35 Cts. Spoortreinen van Leiden naar 's Gravenhage, Delft, Schiedam en Rotterdam te 9 u. 42 m.; 12 u. 5 m.; 3 u. 9 m.; 6 u. 9 m.; 9 u. 9 m. Naar Haarlem en Amsterdam te 8 u. 26 m.; 10 u. 58 m.; 1 u. 8 m.; 4 u. 58 m.; 9 u. 13 m. Stoomboot van Leiden (Ligplaats Haven) naar Amsterdam, Maandag ochtends 4 u., de overige werkdagen 5 u.; van Amsterdam (Beerebijt) naar Leiden dagelijks 's middags 2 u. uitgezonderd de Zondagen. Postbusligtingen aan de Lakenhal, Katoenfabriek en op deNieuwstraat:'smorgens te7 u. 30 m., 'smiddagste 12 u.,'snamiddags te 3 u.45 m,. 'savonds te 8 u. 15 m. Oost-Indische Landpost. Over Southampton, 1 cn 17; over Triëst, 7 en 23over Marseille9 en 25 van elke maand, Rijks-Telegraaf.Werkdagen van 912 en van 27 uur. Zondag van 27 uur. Spoorweg-Telegraaf dagelijks van sra. 7 u. 30 m.10 u. av. Zittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad op onbepaalde tijden. - Burgemeester en WethoudersMaandag en Donderdag te 11 uur. Commissie van Fabricage, Dingsdag te 12 uur. - Burgemeesterdagelijks te 10 uur. - Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelijks van 104 uur. - Thesaurie, dagelijks van 102 uur. Be Gemeente-Architect is te spreken te zijnen huize op den Ouden Singel's morgens van 910 uur. Kantoor der Plaatselijke Accijnsen, dagelijks van 81 uur en van 36 uur; der In- en Uitgaande Rechten en Acoijnsea dagelijks van 9—1 uur en van 36 uur; van 'sRijks Directe Belastingen, Maandag, Dingsdag, Woensdag en Donderdag van 92 uar. van Zegel, Registratie dagelijks van 84, van de Hypotheken en het Kadaster, van 94 uur. Deze Courant verschijnt eiken dag, be halve Zon- en Feestdagen, en kost voor Leiden ƒ1.95, en franco per post 2.80 in de drie maanden. Afzonderlijke Nom- mers Vijf Cents. (Slot).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1861 | | pagina 1