N°. 498. Woensdag 9 October. A0. 1861. Absolutisme of Revolutie. VII. Wat beweegt den Kerkeraadom zich de zorg voor de be langen der gemeente met betrekking tot hare fondsen of be zittingen en het daarover te voeren beheer zoo bijzonder aantetrekken Prof. S. zegt, dat het bij Koninklijk besluit van 7 Januarij 1816 vastgesteld Algemeen Reglement voor het bestuur der Hervormde kerkofschoon op geen wettigen grond slag steunende, kerkelijk is geworden en wil ook bij zijn redeneringen de stelling ten grondslag leggendat al de daarop gebouwde besluiten verbindende kracht hebben (bl. 7), art. 92 van dit algemeen reglement bepaaltdat nopens de kerkelijke administratie de noodige voordragten zouden geschie den door het Ministerieel departementten gevolge waarvan sedert 1819 provinciale reglementen op de administratie der kerkelijke fondsen en de kosten van de eeredienst bij de Her vormde gemeenten zijn vastgesteld. Bij die reglementen wordt de bemoeijing of medewerking van den kerkeraad beperkt tot de keuze van een of meer leden uit zijn midden om deel uittemaken van het collegie van kerkvoogden. (Art. 11). Het beheer der kerkelijke fondsen werd kerkelijk geregeld en werd gevoerd, zonder dat de kerkeraad in een of ander opzigt ge roepen wordt daaraan deel te nemen, en 't is zeer opmerkelijk, dat het besluit van 8 Julij 1820 N°. 66 uitdrukkelijk een toe- zigt van Notabelen uit de gemeente verlangde en geen nader Koninklijk besluit die bepaling heeft vernietigd. Dat aan 't be doeld besluit niet in allen deele uitvoering gegeven is, maar de kerkeraad in der tijd zich de rechten, aan Notabelen toege kend, heeft aangematigd, bewijst niets tegen ons beweren, dat op kerkelijk gebied de kerkeraad de bevoegdheid mistom zich met het beheer der kerkelijke fondsen intelaten- hij is alleen verpligt, om van de predikstoel aan de gemeente bekend te doen makenwat de gemeente moet weten. De betrekkingen van kerkvoogden met den kerkeraad zijn in de provinciale reglementen door verschillende bepalingen gere geld (artt. 5362), zoodat de grens van ieders bevoegdheid kerkelijk duidelijk is aangewezen. De Leidsche kerkeraad heeft geschermd met een mandaat, dat hem door de gemeente is opgedragen- 't zou wel zeer twijfelachtig kunnen worden be schouwd of de gemeente hem een mandaat van dien aard kon opdragen en of, zoo al het besluit van 8 Julij 1820 het beheer der Leidsche Hervormde kerkelijke fondsen in een exceptionelen toestand lietde reglementen voor de kerkeraden toelietendat daaromtrent aan den kerkeraad verpligtingen wer den opgelegd. De nieuwe kerkelijke reglementen hebben die grens nog sterker en scherper doen kennen. Art. 65 van het algemeen reglement van 1851 bestendigt den bestaanden toe stand in afwachting van een nadere regeling en art. 70 N°. 5 regelt het daarover te houden toezigt. Hoe men ook denke over de reserves, bij het Kon. besluit van 23 Maart 1852 N°. 3 gemaakthet kerkelijk bestuur der gemeente zal nimmer kunnen aantoonen, dat het eenige bevoegdheid bezit, om een zorg of toezigt uitteoefenen over een beheer, dat zelfs bij de grond wet der kerk afhankelijk is gemaakt van een wettelijke rege ling door het bevoegd gezag, maar nooit door een willekeu rige en eigenmagtige daad der gemeente al werd zij er door den Kerkeraad toe uitgelokt en aangespoord. Zulke handelin gen van eigen rigting zijn van revolutionairen aard en leiden of tot absolutisme of tot regeringloosheid. - 't Zij verre van ons de hooge waarde van het nieuw ontworpen reglement te ontkennen. Behalve enkele gebreken, die het ontsieren en wel- ligt alleen zijn toeteschrijven aan de beklagenswaardige zucht, om het stelsel van geven en nemen toetepassenroeraden wij steeds de grondslagen en beginselen maar wilden juist daarom, dat men het in werking brengen van dit reglement langs een wettigen weg had beproefd. Men heeft te veel gelet op de eischen des kerkeraads en te weinig acht geslagen op het be ginsel, dat er nog een betrekking bestaat tusschen kerk en Staat, die niet kan verbroken worden dan met miskenning der belangen van de kerk. Wat men in onzen tijd ook droome van een absolute schei ding van Kerk en Staat, hoe wenschelijk en raadzaam, mis schien hoogstnoodzakelijk zulk een scheiding zij, de Neder - landsche Hervormde Kerk moet haar steun nog vinden bij d^r- LEIDSCH DAGBLAD. Deze Courant verschijnt eiken dag, be halve Zon- en Feestdagen, en kost voor Leiden ƒ1.95, en franco per post/2.8Q in de drie maanden. Afzonderlijke Nom- iners Vijf Cents. Prijs der Advertentiën1-6 regels 0.75. Iedere regel [meer 12J- Cts. Geboorte-, hu welijks- en doodberigten van 1-4 regels 0.90. Iedere regel meer 15 Cts. Bekendmakingen van genootschappen 5 Cts. Zegelrecht 35 Cts. Spoortreinen van Leiden naar 's Gravenhage, Delft, Schiedam enRotterdam te 9 u. 42 m.; 12 u. óm.; 3 u. 9 m.; 6 u. 9 m.; 9 u. 9 m. Naar Haarlem en Amsterdam te 8 u. 26 m.; 10 u. 58 m.; 1 u. 8 m.; 4 u. 58 m.; 9 u. 13 m. Stoomboot van Leiden (Ligplaats Haven) naar Amsterdam, Maandag ochtends_ 4 u., de overige werkdagen 5 u.; van Amsterdam (Beerebijt) naar Leiden dagelijks 's middags 2 u. uitgezonderd de Zondagen. Postbualigtingen aan de Lakenhal, Katoenfabriek en op de Nieuwstraat:'smorgens te7 u, 30 m., 'smiddags te 12 u., 'snamiddags te 3 u. 45 m.. 'savonds te 8 u. 15 m. Oost-Indische Landpost. Over Southampton, 1 en 17; over Triëst, 7 en 23over Marseille9 en 25 van elke maand. Rijks-Telegraaf.Werkdagen van 912 en van 27 uur. Zondag van 27 uur. Spoorweg-Telegraaf dagelijks van sra. 7 u. 30 m.10 u. av. Zittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad op onbepaalde tijden. - Burgemeester en Wethouders, Maandag en Donderdag te 11 uur. Commissie van Fabricage, Dingsdag te 12 uur. - Burgemeesterdagelijks te 10 uur. - Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelijks van 104 uur. - Thesaurie, dagelijks van 102 uur. De Gemeente-Architect is te spreken te zijnen huize op den Ouden Singel, 'smorgens van 910 uur. Kantoor der Plaatselijke Aecijnsen, dagelijks van 81 uur en van 36 uur; der In- en Uitgaande Rechten en Acoijnsen dagelijks van 91 uur en van 36 uur; van 'sRijks Directe Belastingen, Maandag, Dingsdag, Woensdag en Donderdag van 9—2 uur. van Zegel, Registratie dagelijks van 84, van de Hypotheken en het Kadaster, van 94 nur.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1861 | | pagina 1