N°. 487. Donderdag 26 September. A0. 1861. Absolutisme of Revolutie. VI. Onze meening, dat in het bestaande reglement van 1809 geen veranderingen van kracht zijndan onder goedkeuring des Konings, die bij besluit van 1820 dispensatie verleende van de onderwerping aan het Provinciaal Reglement van 1819, wordt ook gedeeld door het Provinciaal Collegie van toezigt in Zuid-Holland, dat blijkens de aanhaling van Prof. S. (bl. 11) adviseerde: »de Kerkeraad moet het bestaande Re glement naleven en als hem dat reglement niet goed voor komt, of zich tot den Koning wenden om verandering of trach ten intevoeren het Provinciaal Reglement op de administratie der kerkelijke goederen." Dat gevoelen heeft groote waarde, want in dat Provinciaal Collegie hebben zitting, behalve den Commissaris des Konings in de provincie Zuid-Holland, ook leden van het Provinciaal kerkbestuur van Zuid-Hollandaan dat collegie is de bevoegdheid toegekend, om de intrekking van het Koninklijk besluit van 1820 of van de gunst der dispensatie aan Z. M. voortedragenwant volgens art. 73 is de vergunning provisioneel en geheel vrij, zoodat ook het genot kan ophoudenzoo het collegie meentdat de kerke lijke administratie niet in volledige orde beheerd wordt, waar omtrent twijfel bestaat alleen door het feit van de bestaande geschillen. Wij hebben in de brochure te vergeefs gezocht naar eenig duidelijk, beknopt en beslissend argument tegen onze meening. Dit alleen moet daarvoor gelden: «de Koning, wil hij aan een Reglement de kracht van een Koninklijk besluit geven, zal toch zeker zulk een reglement eerst doen onderzoeken. Bit is echter niet geschied-, de Regering is met die regle menten onbekend gebleven en heeft geene overlegging daarvan gevraagd." (bl. 14). Zeer bescheiden zouden wij aan Prof. S. willen vragen, waarop hij die meening grondt en uit welke bronnen hij dat feit als waar heeft geput? In 1819 en zoowel vroeger als later werd over zulke zaken meestal het stedelijk be stuur door de Hooge Regering gehoordzoodat wij tegenover het bloot beweren van Prof. S. en de onvolledigheid der bronnen, die hij nasloeg, onze meening stellen, dat de Koning in 1820 geen dispensatie verleende, dan na zich overtuigd te hebben, op welk een voet de administratie werd gevoerd. Die voet was het bestaand reglement van 1809 en die voet werd bestendigd dor het besluit van 1820waarvan het den grondslag uit maakte. Prof. S. zal ons wel willen verschoonen van op zijn gezag eenige waarde te hechten aan hetgeen de Kerkeraadsoms ook de Gemeente-commissie, in strijd met onze meening, stilzwij gend heeft verrigt. - Trouwens, wat onwettigs gepleegd wordt binnen de wanden van een Kerkeraadskamer, heeft geen de minste kracht naar buiten en nu de gemeente met die zaak wordt bemoeid en bemoeijelijkt, is het voor haar van belang zulke onwettige handelingen te ignoreren of er geen acht opteslaan. We zijn niet zoo kleingeestig, - al is het ook niet met de re gels der Logica te rijmen - om wijzigingen van ondergeschikt belang, als zij slechts bijzaken en niet den voet, waarop het beheer rust, betreffen, onvoorwaardelijk te veroordeelenal missen zij de goedkeuring des Konings. Maar als, in de -plaats van een bestaand reglementeen geheel ander op een eigendun kelijke, willekeurigen, echt revolutionaire wijze wordt gesteld - als de vormen van een gemeenschappelijk overleg tusschen den Kerkeraad en de Gemeente-Commissie, vroeger in acht geno men, met een absolutisch karakter worden ter zijde gesteld, - als 't niet maar is een verandering of wijziging, die toch het bestaande eerbiedigen blijft, maar veeleer een radicale hervor ming, - een geheel nieuwe regeling in liberalen zin tegenover een erkend behoudend beginsel, - dan betwisten wij zulk een aanmatiging en uitbreiding van gezag en bestrijden de voort planting van zulke radicale beginselen op kerkelijk gebied omdat zij niet bezitten het democratisch karakter, dat dit recht eener Christelijke gemeente medebrengt. Toen Prof. Thor- becke een nieuw ontwerp van grondwet voor Nederland open baar maakte, trokken de protestantscbe clericalen aan de klok, alsof het land in gevaar was. Laat ons toezien, dat we niet dieper geraken onder het dwangjuk van een hervormd kerkbe stuur, want we kunnen het niet voor onze kinderen jfefSnt^ LEIDSCH DAGBLAD. Deze Courant verschijnt eiken dag, be halve Zon- en Feestdagen, en kost voor Leiden ƒ1.95, eD franco per post 2.80 in de drie maanden. Afzonderlijke Nom- mers Vijf Cents. Prijs der Advertentiën1-6 regels 0.75. Iedere regel meer 12f Cts. Geboorte-, hu welijks- en doodherigten van 1-4 regels 0.90. Iedere regel meer 15 Cts. Bekendmakingen vau genootschappen 5 Cts. Zegelrecht 35 Cts. Spoortreinen van Leiden naar 's GravenhageDelft, Schiedam en]Rotterdam te 9 u. 42 m.; 12 u. 5 m.; 3 u. 9 m.; 6 u. 9 m.j 9 u. 9 m. Naar Haarlem en Amsterdam te 8 u. 26 m.; 10 n. 58 m.; 1 u. 8 m.; 4 u. 58 m.; 9 n. 13 m. Stoomboot van Leiden (Ligplaats Haven) naar Amsterdam, Maandag ochtends 3 u., de overige werkdagen 5 u.; van Amsterdam (Beerebijt) naar Leiden Maandag 's middags 2y u. Overige dagen 3 u. Postbusligtingen aan de Lakenhal, Katoenfabriek en op de Nieuwstraat:'smorgens te7 u.SOm., 'smiddags te 12 u.,'snamiddags te 3 u.45m.. 'savonds te 8 u. 16 ra. Oost-Indische Landpost. Over Southampton, 1 en 17; over Triëst, 7 en 23 over Marseille9 en 25 van elke maand. Rijks-Telegraaf. Werkdagen van 912 en van 27 uur. Zondag van 27 uur. Spoorweg-Telegraaf dagelijks van sm. 7 u. 30 m.10 u. av. Zittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad op onbepaalde tijden. - Burgemeester en Wethoudert, Maandag en Donderdag te 11 uur. Commissie van Fabricage, Dingsdag te 12 uur. - Burgemeesterdagelijks te 10 uur. - Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelijks van 10—4 uur. - Thesaurie, dagelijks van 10—2 uur. Be Gemeente-Architect is te spreken te zijnen huize op den Ouden Singel, 'smorgens van 9—10 uur. K&ntcor der Plaatselijke Accijnsen, dagelijks van 8—1 uur en van 36 uur; der In- en Uitgaande Rechten en Acoijnsen dagelijks van 91 uur en van 36 uur; van '«Rijks Directe Belastingen, Maandag, Dingsdag, Woensdag en Donderdag van 92 unr. van Zegel, Registratie dagelijks van 8—4, van de Hypotheken en het Kadaster, van 9—4 nur.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1861 | | pagina 1