Buitenlandsch Nieuws. Te Rotterdam is heden verkozen tot lid der Prov. Staten de heer Mr. J C. Reepmakev, met 244 van de 260 geldige stemmen. Beroepen bij de Nederd. Herv. gem. te Doesburg, Ds. L. de Geer, te Baambrugge en te Nijkerk op de Veluwe Ds. J. A. ten Bokkel Huinink te Oud-Alblas. Men deelt ons mede, dat slechts eenige en niet alle leden van den Algemeenen Kerkeraad der Nederduitsche Herv. gemeente, bij de verkiezing van notabelen en plaatsvervangers, hunne ingevulde stembriefjes hebben ingeleverd. Omtrent den ontzettenden brand te Smeer-Maas verne men wij nog nader, dat het getal der afgebrande huizen niet 31 maar 39 bedraagt; gelukkigerwijze waren al de gebouwen, op één na, verzekerd. Niet slechts de opperbevelhebber, maar ook de commissaris des Konings en de burgemeester der «tad kwamen onmiddelijk ter plaatse, en poogden den ijver van de manschappen der brandweer zooveel mogelijk aantemoe- digen. Onder de lofwaardige feiten, welke bij deze ramp plaats hadden noemt men een korporaal der bezetting te Maastricht, die op het gejammer eener winkelierster, om het geld, dat zij in haar overhaaste vlugt had achtergelatenhet in vlam staande huis invloog en het genoegen hadde winkellade met de ver loren geachte specien aan de eigenares overtegeveu. De Leidsche gasfabriek heeft over 1860 wederom opge leverd een zuivere winst van 40118.35 s of 16 pCt. van het tot de stichting en exploitatie van die Stedelijke inrigting ge bezigd kapitaalterwijl voor de som van 10000die de gemeentekas daarvoor betaaltde fabriek zorgt voor eene uit stekende openbare straatverlichting. Amsterdam betaalt daarvoor f 100.000, Rotterdam 33,370 en 's Gravenhage 52.000. Wy vernemen dat de officier van gezondheid, van Weel, heden aan de Spanjaardsbrug is in 't water geraakt en dien tengevolge overleden. Vergelijkende Staat van de zuivere opbrengst der opcen ten en eigen middelenten behoeve dezer gemeente geheven gedurende de maanden Augustus 1860 en 1861, alsmede van die opbrengst over de 8 eerste maanden dier beide jaren. MIDDELEN. Geslagt (opc. inv.) 1666.13 Binnenl. Ged. (id.) 6771.06 Buitenl.Gedist. (id.) 119.33 Gemaal (eigen mid.) 6211.81 Wijn,fruit- kunst wijn (id.)896.25 Turf (id.)- 1051.12' Steenkolen (id.). 490.70 Brandhout (id.).526.65 Zuivere opbrengst over de maand Augustus 1860 1861 f 17733.05' 1547.28' 6806.30 119.60 5860.54 1106.17' 1309.22 788.92' 395.95 ƒ17933.995 Zuivere opbrengst over de 8 eerste maanden. 1860 14544.91' 47601.94' 1771.40» 45566.50 - 15187.27» 8234.79 - 3045.45 2329.50 138281.78 1861 14440.31» 49130.60 1922.51 45377.41' 11326.20 7432.18 4746.97' 2672.40 ƒ135048.59» Over het gymnasium Willem III te Batavia treffen wij in een binuenlandsch blad de volgende beschouwingen aan: //Te Batavia zou een gymnasium verrijzen onder den naam van onzen geëerbiedigde» Koning. Al dadelijk beging de Re gering de grootste feil. In Indie bestaat een hoofdcommissie van onderwijs, bijgestaan door plaatselijke sub-commissiën die de zaken van het lager onderwijs daar regelt en bestuurt, zij is gevestigd op de hoofdplaats en bestaat meestal uit kun dige hoofdambtenaren. De afwisseling van personeel in die commissie, te Batavia, door verplaatsing en vertrek naar het moederland of overlijdenwas sedert lang een groot kwaad geweest. In het begin van 1859 nu had men bet voorregt een hoofdcommissie van onderwijs te hebbendie met alles bekend wasomdat de meeste leden een paar jaar hun be trekking hadden vervuld. Die mannen hadden de grootste be langstelling en ijver voor de verbetering van het onderwijs betoondzoo hadden zij op een herziening van de verouderde wetgeving op het onderwijs aangedrongen en de grondslagen daartoe gelegd; niemand was beter bevoegd een instelling in het leven te roepenzooals men zich voorstelde. En wat ge beurde? De Regering droeg aan geheel andere personen, die zij tot curatoren benoemde, de taak op om het gymnasium tot stand te brengen. De hoofdcommissie van onderwijsdiep gekrenkt en miskend, nam daarop in massa haar ontslag, hetgeen' door iedereen werd betreurd. De curatoren gingen echter aan het werk en het gymnasium zou ontstaan. Een tweede en veel grootere misslag wasdat men met het beschikbaar gestelde geld gunst bewees. In plaats van een ge bouw opterigten of te koopen in het midden van Batavia kocht men tegen een zeer hooge som een huisaan de weduwe van een overleden hoofdambtenaar behoorende, op grooten afstand van de stad gelegen. Die ambtenaar had zijn vrouw in ongunstige geldelijke omstandigheden achtergelaten en men gaf haar op deze wijze eenige tegemoetkoming. Dit feit vond bij de Indische ^maatschappij groote afkeuring. En wat erger was, hoe ruim men over geld had kunnen beschikken, toch kon men nu, in verband tot het plan, dat aangenomen was, slechts voorzien in de huisvesting van een tachtigtal jonge lieden, hoezeer de behoefte veel grooter was. De Regering werd geraadpleegd over de keuze van een hoofd van de instellingeen rector-directeur en verdere do centen. De Minister droeg de keuze op aan een commissie zoo wij ons niet vergissen aan de heeren Jhr. Cornets de GrootMr. G. L. de Bruiju Kops en de professoren de Vries en Cobet. Tegen hooge tractementen werden personen geën gageerd. Een rector werd benoemd. Het was een leerling van Prof. Cobct, en dus een verdienstelijk en zeer geleerd man. Maai de keuze was zeer ongelukkig in audere opzigfen. Die heer miste alle vereischte» om aan het hoofd van een instituut van opvoeding te staan, dat het gymnasium nu ook zijn zou. Hij moge als geleerde in het boekvertrek te huis zijnals hoofd van een Europeesch gymnasium of zelfs als hoogleeraar bij een academie aan de wetenschap goede diensten hebbeu kunnen bewijzen, hij was niet in de gelegenheid geweest de mensch- en zielkunde optedoenwelke een opvoeder der jeugd moet bezitten. Indie was hem ook dood vreemd; de Indische jeugd, hare gebreken, eigenschappen en neigingen had hij niet kunnen leeren kennen. Des te meer mogt het daarom verwondering barendat op een geringe uitzondering naalle docenten rechtstreeks uit Europa werden ontboden in plaats van een ruimere keuze te doen uit de onderwijzers die zich sedert jaren in Indie bevindendie zich bij de oprigting dei- instelling aanboden en diewat talent en menschenkennis be treft, al bezaten zij geen doctoralen graad, - als onderwij zers en opvoeders niet hadden behoeven te worden afgewezen. Het gymnasium werd ingewijd en vele ouders zageu nu hoopvol de resultaten te gemoet. De gebreken, aan de zaak verbonden, blijken intusschen meer en meer, nu de instelling nog slechts een jaar bestaat." De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Dings- dag des namiddags te 5 uur 64°, des avonds te 8 uur 56®, te 10 uur 54°. Heden Woensdag 's morgens te 6 uur 54*, te 8 uur 59°, te 12 uur 64°, des namiddags te 2 uur 66°, en te 4 uur 64°. In het departement de Manie in Frankrijk kwam dezer dagen een lid der geneeskundige commissie, belast met het onderzoek en doen veranderen van ongezonde woningenin een huis, waar hij een verpestende stank aantrof. Bij onderzoek vond hij een hoop oude schoenen en toen hij vraagde, waarom die niet werden weggeruimd kreeg hij tot antwoorddat zij naar Rheims moesten worden verzonden, om er kandijsuiker van te maken. Het politie-personeel van een der voornaamste wijkeu van Londen heeft dezer dagen een meeting gehouden, waarop besloten werd aan de hooge regering vrijstelling van dienst op den Zondag te verzoeken. De sprekers in die vergadering- verklaardendat ook de geëmployeerden der politie, even goed als ieder ander ambtenaar, aan een rustdag behoefte heb ben niet alleenmaar ook gaarne de godsdienstoefeningen zouden willen bijwonen, terwijl zij niet inzagen, waarom zij in dit opzigt zelfs erger dan misdadigers behandeld zouden worden. Uit het dezer dagen openbaar gemaakte 57ste jaarlijk- sche verslag van het Britsche en buitenl. bijbelgenootschap blijkt, dat in den op 30 Maart 1861 geëindigden jaarkring zijn uit gegeven 1,787,398 bijbels sedert de oprigting des genootschap» in 1805 zijn 39,315,226 exemplaren uitgegeven. De verschil-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1861 | | pagina 2