N°. 451. Vrijdag 16 Augustus. Binnenlandsch Nieuws. LEIDSCH f)eze Courant verschijnt eiken dag, be halve Zon- en Feestdagen, en kost voor Leiden 1.95, en franco per post 2.80 in de drie maanden. De prijs der Advertentiën is voor eiken regel Zes Cenl6, behalve 35 Cents zegel recht, voor elke plaatsing. Afzonderlijke Nommers Vijf Cents. mNaar Spoortreinen van Leiden naar 's Gravenhage, Delft, Schiedam en Rotterdam te 9 u. 42 m.; 12 u. 5 m.; 3 u. 9 m.; fi u. 9 m.; 9 ii. 9 Haarlem en Amsterdam te 8 u. 26 m.; 10 u. 58 m.; 1 u. 8 m.; 4 u. 58 m.; 9 u. 13 m. Stoomboot van Leiden (Ligplaats Haven) naar Amsterdam, Maandag ochtends 3 u., de overige werkdagen Sn.; vna. Amsterdam (Reerebijt) naar Leiden Maandag 's middags 2| u. Overige dagen 3 u, Postbusligtingen aan de Lakenhal, Katoenfabriek en op de Nieuwstraat: 'smorgens te 7 u. 30 m., 'smiddagste 12 u., 'snamiddags te 3 u.45 m 'savonds te 8 u. 15 m. Oost-Indische Landpost. Over Southampton, 1; over Triëst, 6; over Marseille, 9 van elke maand. tiifk«-Telegraaf. Werkdagen van 9—12 en van 2—7 uur. Zondag van 2—7 unr. Spoorweg-Telegraaf dagelijks van sra. 7 u. 30 rn.—10 u. av. Zittingen van bet Gemeentebestuur. Gemeenteraad op onbepaalde tijden. - Burgemeester en Wethouders, Maandagen Donderdag te 11 uur. Commissie van Fabricage, Dingsdag te 12 uur. - Burgemeester, dagelijks te 10 uur. - Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelijks van 104 unr. - Thesaurie, dagelijks van 10—2 uur. - De Gemeente-Architect is te spreken te zijnen huize op den Ouden Singel, 'smorgens van 9—10 uur, Kantoor der Plaatselijke Accijnsen, dagelijks van 8—1 uur en van 36 unr; der In- en Uitgaande Rechten en Accijnsan dagelijks van 91 uur en van 3—6 uur; van 's Rijks Directe Belastingen, Maandag, Dingsdag, Woensdag en Donderdag vau 9—9 uur; van Zegel, Registratie dagelijks van 8—4, van de Hypotheken en bet Kadaster, van 9—4 uur. De audiëntie van den Minister van Binnenl. Zaken zal op Zaturdag den 17 dezer niet plaats hebben. Bij de beraadslagingen in de Eerste Kamer over het wetsontwerp tot afkoop van den stadertol werd door den heer van Eysinga gezegddat hij in zijn afdeeling een opmerking had gemaakt, welke niet in het verslag was opgenomen. Hij wenschte die thans in het midden te brengen. Zij stond wel niet in rechtstreeks verband met de aanhangige ontwerpenmaar bij gelegenheid van de behandeling dezer ontwerpen achtte hij zich gedrongen haar aan de regering medetedeelen. Hij herinnerde dat deze wet de tweede wet was van dezen aard, welke aan de Wetgevende Magt was aangeboden. De eerste wet, die betrekkelijk de Sond-tol, had van den Staat belang rijke offers gevergden ook deze wet zal aanzienlijke opoffe ringen ten gevolge hebben. Daartegen had hij echter geen bezwarenwant zij zouden geschieden in het belang van den handel en het buitenlandsch verkeer. Integendeel, hij bragt hulde aan de regering, welke te recht had begrepen dat deze belangen de groote aders zijn tot voeding van het algemeen welzijn des lands. Maar hij meende toch, dat het de pligt der regering tevens was, op het binnenland de aandacht te ves tigen. Hij misgunde den buitenlandschen handel volstrekt niet iedere opheffing van belemmeringen, maar hij meende, dat de Regering ook behoorde te letten op de belangen van den binnenlandschen handel, die door de tollen op de rijks- en waterwegen zeer werd gedrukt. Hij ontveiusde zich niet de zware kostendie de afschaffing dier belasting zou ten gevolge hebben, vooral indien alle tollen te gelijkertijd worden opge heven. Doch dit eischte hij ook nietalleen wilde Spr. op dit onderwerp de aandacht der regering gevestigd houden omdat tegen eenig direct nadeel groote indirecte voordeeleri overstonden. Op bepaald antwoord van de regering drong hij niet aan. De heer van Meeuwen ondersteunde niet alleen hetgeen door den vorigen spreker was gezegd, maar voegde erbij.dat hij het zeer zoude toejuichen, indien de regering er toe konde overgaanalle tollen optèheffen. De batenuit de tollen voort vloeiende, zoude de regering welligt evenzeer zonder te groot bezwaar kunnen prijs geven als die, welke zij zoude derven, wanneer tot de vermindering van bet briefport ware besloten geworden. Ook maakte Spr. de regering opmerkzaam, dat niet in alle gewesten de tollen naar hetzelfde tarief werden geregeld, en deze in sommige gewesten veel minder drukten, dan in andere. Hij wenschte ook hier gelijkmatigheid te be vorderen. De heer Schimmelpenninck van der Oye wenscht niet, dal door stil te zwijgen het vermoeden zou ontstaan, alsof de ge dachte der beide vorige sprekers in deze kamer algemeen werd gedeeld. Ook hij wenschte de afschaffing der tollen, vooral, indien de kosten meer bedragen dan de opbrengst der tol maar hij achtte de zaak van geen gering belang. Hij wees toch op de vele tollen van wegendie door partikulieren ge heven worden en waarvoor negotiatien waren aangegaan waar van rente wordt betaald. Welligt zouden tonnen gouds er mede gemoeid gaan, indien men deze tollen moest afkoopen. Het ontwerp werd daarna met algemeene stemmen aan genomen. Men berigt, dat dadelijk na het eindigen der vacantie bij het Hoog Militair Gerechtshof te Utrecht het vonnis zal worden uitgesproken in de zaak van het zooveel gerucht ge maakt hebbend duel tusschen twee officieren. De directie van den Nederlandschen Rhijnspoorweg heeft wederom de gelegenheid aangeboden tot het maken eener reis over Antwerpen naar BrusselNamenLuikSpaVerviers Leuven en Mechelen, waartoe zij livretten 1ste kl. uitgeeft, geldig voor 15 dagen heen en terug, tot den prijs van19,60, van Utrecht af. De te Arnhem geconstitueerde sub-commissie van het waarborggenootschap voor weduwen van te Winkel Doijer te Amsterdam, heeft onlangs een vergadering belegd naar aanleiding der wederom verminderde uitkeeringssommendie met 1°. Augustus dezes jaars waren gesteld op 70°/0 van het maximum. Ofschoon er slechts een betrekkelijk gering getal leden waren opgekomenheeft die vergadering besloten aan de verschillende sub-commissien in het rijk een circulaire te rigtenhoofdzakelijk strekkende om de directeuren van het genootschap te bewegen van hunne zijde ook eenige opoffe ringen te doen en van hun zeer ruim inkomen een deel tea voordeele van het fonds te laten vallen. Uit de rekening en verantwoording dier directeuren blijkt, dat het genootschap op 30 April 1S61 bestond uit 5769 deelgenootenzijnde het

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1861 | | pagina 1