Buitenlandsch Nieuws. uitkomen. - Zoo ook was de heer Spoor geheel op zijn plaats als een onverzadigd speler, die zijn hartstocht den vollen teu gel viert. 25 jaren oud zagen wij hem in de eerste afdeeling en later als den gevallen menschhet was treffend toen hij om de laatste Bruidschat van zijn armelijdende Amelie vroeg en was het spel van beiden schoon te noemen. In een woord, het geheele stuk door, hebben allen den meesten lof verdiend en beklagen wij het alleen, dat wij geen ruimte genoeg hebben om van deze voorstelling meer te zeggen, wij gelooven bij den aanstaanden winter een belangrijk repertoire te gemoet te kun nen zien en zullen de voorstellingen van deze kermis er zeker veel toe hebben bijgedragen, om de deelneming voor ons too- neel dubbel te doen blijken. Het gebed der schipbreukelingendat werd opgevoerd n den salon van de heeren Stoete en C0., werd verdienstelijk gespeeld decoration en costumes muntten uitja zelfs de geheele inrigting der tent. Onder de artisten vermelden wij vooral den heer Sacqui als Carlos en den heer J. J. Stoete als Barrabas en onder de dames Mevr. van Dam Koning. Het geheel werd flink afgespeeld en het zeer talrijke publiek gaf bij herhaling blijken van hare goedkeuring. Het bekroonde stuk van den Amsterdamschen heer S. Cool. getiteld: Slavernij, of de knecht heer over zijn meester, is het meest getrokken uit den bekenden roman slaven en vrijen, en is er reeds door andere verslaggevers een analyse geleverd, die voor de constructie niet erg medevalt. De vertooners, waar onder de heer Sacqui als de knechtSchroder als Grunau J. J. Stoete als van Puppelen Mw. van Dam als Carolina Mevr. van Beem als Marie, onze goedkeuring toekomt, en willen wij die goedkeuring ook gaarne aan de andere vertoo ners schenken, die ruim het hunne toebragten. Wij heloot'.en gisteren terug te zullen komen op de voor stelling in den salon van de HH. Boas en Judels en doen dat dan ook gaarne, ofschoon wij ons alleen bepalen moeten lot de spelers. Dit gezelschap toch is bij ons niet alleenmaar door ons land te overbekend, om er niet alles goeds van te zeggen. De heer Judels, die, zou men bijna zeggen met ieder jaar dat hij ouder wordt, nog meer de bewondering van het publiek tot zich trekt, was ook in deze vaudeville weer on verbeterlijk, en deed hij dan ook het talrijk opgekomen pu bliek hartelijk lagchen. In de eerste afdeeling muntte met hem uit de HH. Rozelaar, Strelitski en van Bienenbenevens de dames Sluiters en Laraé; in de tweede afdeeling de Beursspe- culatien ook nog de heer Sluiters en voldeed de derde afdee ling vrolijk en dik, arm en mager niet het minste, geen wonder dal deze salon steeds een druk bezoek ondervint want waar zoo veel voor smaak en kunst geleverd wordt, kan de ruimte der tent niet ongevuld blijven. En nu de onderneming van den heer B. van Lier en C°. Ook daar hadden wij een talrijk publiek verwacht, doch vonden ons bitter teleurgesteld en wij vreesden voor de goede uitvoering der beide stukken, doch bet gordijn ging op en nu zijn wij beschaamd voor de vrees die wij koesterden: lof aan allen. Mej. Chr. Stoetz, bij dien zoo ontmoedigenden blik op de toeschouwers, zijt. ge getrouw gebleven aan uwe roe ping als artiste; gij hebt van den beginne af aan volgehou den met het meeste effect te werkengij hebt niet gevraagd maar gij hebt gegeven en, al was hel publiek niet zeer talrijk, het was uilgelezen en het gevoelde de waarde van uw talent, doch van dien lof komt ook een deel toe aan Mw. Dorahof en Mej. v. d. Finck, die even als gij volhielden en met de meeste getrouwheid hunne taak vervulden. De heer Hermans was als van Lobek uitmuntend, hij gaf den vrolijken grijze, die niets liever dan vreugde om zich heen ziet, zeer aardig terug. De heer Lorjé was als den trouwzieken Hekker niet minder op zijn plaats. Potharst, als baron van Heeren, had het karakter van zijn rol flink be grepen en de lieer Stroeve en Mw. Lorjé werkten zeer goed mede om het effect te verboogeu. Goeden morgen mijnheer Fischer is het oorspronkelijke van Goeden morgen mijnheer Bekker, en wij hebben daarin liet koddige spel van den beer van Lier kunnen opmerken terwijl al de andere vertoonersniemand uitgezonderdons allen genoegen gaven. - En nu, waarom yvas deze schouwburg zoo slecht bezocht? Wij begrijpen het nietj de naam van den heer van Lier is geijkt al een ijverig directeur, die wars vau alle wansmaak het mogelijke beproeft om iets degelijks ten gehoore te brengen die vrij van alle kunsten of ongeoorloofde middelen rustig zijn gang gaat in het kiezen van een repertoire in het getrouw voorgaan bij zijn sujettendie zijn standpunt als tooneeldirecteur niet vergeet maar die steeds vol hoop de deelneming van het publiek ver wacht. - Het Leidsche publiek heeft evenwel zijn verwachtin- tingen teleurgesteld en bet is onze pligt de salon van den heer van Lier krachtig aantebevelenieder mag, al is er ook veel te zien op deze kermis, de salon van den heer van Lier niet onbezocht latende keuze der stukken is gelukkig en zonder wansmaakhet geheele gezelschap is waardig de onderscheiding die het dubbel verdientgetuige de voorstelling van gisteren avonden herhalen wij het hoe ontmoedigend de slecht gevulde zaal ook waser is een spel geleverdwaar wij in waarheid niets anders dan goeds van kunnen zeg gen. Wij vertrouwen dan ook wel, dat het publiek aan deze onze aanbeveling gevolg zal geven. X. De Thermometer van Fahrenheit teekeude alhier Don derdag des namiddags te 5 uur 79°, des avonds te 8 uur 71°, te 10 uur 76°. - Vrijdag morgen te 0 uur 64°, te 8 uur 66°, te 12 uur 68°, 's namiddags te 2 uur 69°, te 4 uur 70*. Het rooversbedrijf wordt van Rome uit steeds zeer le vendig ondersteund. De Opinion Nationale wil weten dat Koning Frans een nieuw middel heeft gevondenom zijn ge trouwen aantemoedigen en zich tevens te dekken voor het ver wijt, als zou hij met veel geld onlusten laten stichten. Ferdi nand II moet namelijk op zijn sterfbed een twintigste gedeelte van zijn nalatenschap aan het leger vermaakt hebbenKoning Frans heeft thans van den Paus verlof bekomen, om dat mil- lioen - Ferdinand moet 20 millioen hebben nagelaten - onder die behoeftige Italianen te verdeelendie uit verknochtheid aan het huis Bourbon naar Rome zijn vertrokken. Hierop is met Romeinsche bankiershuizen een overeenkomst gesloten, volgens welke deze op vertoon van een billet een som voor- loopig tot een bedrag van 750,000 fr. zullen uitbetalen. Daar Chiavone en consorten zeer dikwijls naar Rome komen om loon voor hun werk te balenzouden deze warmen" - wan neer het blad althans goed onderrigt is - voorloopig gehol pen zijn. Uit Leipzig wordt gemeld, dat tot den 18den in de zaak van Becker reeds bijna 50 getuigen waren verhoord waaron der professoren der hoogeschool, bloedverwanten van Becker enz. Het wapenwaarmede hij het schot op den Koning loste, wa9 een klein dubbel zakpistool. Acht dagen te voren kocht hij een paar dier pistolen in den geweerwinkel van den heer Meiszner, en hij was zoo weinig met de behandeling van een vuurwapen bekend, dat hij eerst moe9t vragen hoe men moest laden, hoeveel kruid men moest nemen enz. Een bekende met wien hij zich op het schietterrein van ons schutterscolle- gie oefende, vroeg hij o. a.of men deze oefeningen ook niet in een vertrek zou kunnen doen. Deze verregaande onwetend heid viel den eersten zoozeer op, dat hij zich wel wachtte, aan Becker zijn eigen uitmuntenden revolver medetegeven, toen deze hem daarnaar vroeg om er zich mede te oefenen. De Nederlandsche schilder van Os is te Parijs over leden. De geschillen van den Raad van Brussel met de regering duren nog voort, en zullen vooreerst wel niet worden opgelost, daar de leden hebben bedankt, en eerst tegen 1 Aug. een nieuwe verkiezing is uitgeschreven. Van de zijde der regering is een artikel in den Moniteur geplaatst, waarin de beweeg gronden eenigermate worden uiteengezet, waarom zij zich heeft gerechtigd geacht, om de voorgestelde Brusselsche leeuing, waartoe zich reeds de heer Rothschild verbonden hadniet goedtekeuren. Zij geeft daarin als hare meening te kennen dat een loterij, hier en daar reeds om verschillende redenen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1861 | | pagina 2