N°. 427. Vrijdag 19 Julij. A°. 1861 IJk of geen ijk op de Botervaten (Slot), LEIDSCH DAGBLAD. Deze Courant verschijnt eiken dag, be halve Zon- en Feestdagen, en kost voor Leiden 1.95 en franco per post 2.80 in de drie maanden. De prijs der Advertentiën is voor elk.a regel Zes Cents, behalve 35 Cents zegel recht, voor elke plaatsing. Afzonderlijke Nommers Vijf Cents. Spoortreinen van Leiden naar 's Gravenhage, Delft, Schiedam en Rotterdam te 9 u. 42 m.; 12 u. 5 m.; 8 u. 9 m.; 6 u. 9 m.; 9 u. 9 m. Naar Haarlem en Amsterdam te 8 u. 26 m.; 10 u. 58 m.; 1 u. 8 m.; 4 u. 58 m.; 9 u. 13 m. Stoomboot van Leiden (Ligplaats Haven) naar Amsterdam, Maandag ochtends 3 u., de overige werkdagen 5 u.; van Amsterdam (Beerebjjt) naar Leiden Maandag 's middags 2|. u. Overige dagen 3 u. Postbusligtingen aan de Lakenhal, Katoenfabriek en op de Nieuwstraat:'s morgens te 7 u. 30 m., 's middags te 12 u., 's namiddags te 3 u. 45 ai.. 'savonds te 8 u. 15 m. Oost-Indische Landpost. Over Southampton, 1; over Triëst, 6; over Marseille, 9 van elke maand. Rijks-Telegraaf. Werkdagen van 912 en van 27 uur. Zondag van 27 uur. Spoorweg-Telegraaf dagelijks van sra. 7 u. 30 m.10 u. av. Zittingen van bet Gemeentebestuur. Gemeenteraad op onbepaalde tijden. - Burgemeester en WethoudersMaandag en Donderdag te 11 uur. Commissie van Fabricage, Dingsdag te 12 uur. - Burgemeesterdagelijks te 10 uur. - Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dageljjks van 104 uur. - Thesaurie, dagelijks van 102 uur. Be Gemeente-Architect is te spreken te zijnen huize op den Ouden Singel, '«morgens van 910 uur, Kantoor der Plaatselijke Aocijnsen, dagelijks van 8—1 uur en van 36 uur; der In- en Uitgaande Rechten en AcoijnSau dagelijks van 91 uur en van 36 uur; van 'sRijks Directe Belastingen, Maandag, Dingsdag, Woensdag en Donderdag van 9— uur; van Zegel, Registratie dagelijks van 84, van de Hypotheken en het Kadaster, van 94 uur. De Kamer van Koophandel te Harderwijk heeft de aandacht van den Raad dier gemeente gevestigd, op het ijken der bo tervaten. Uit het rapport te dier zake namens eene commis sie bij monde van Mr. E. L. J. Vitringa uitgebragt, wordt medegedeelddat de vraag werd overwogenis de invoering van den ijk wettig, wenschelijk en doelmatig? Wij zijn het eens, zegt de commissie met hen, die het gevoelen voorstaan, dat de gemeentewetgever geroepen is, in het belang der in gezetenen te waken, dat de ter verkoop gestelde waren, voor de gezondheid niet schadelijk zijn; doch tevens dat de ge meentewetgever den handel geenszins mag belemmerendoor, optredende tusschen koopers en verkoopers, een bijzondere plaatselijke maat te scheppen en dat, door dit te doen, den hem gestelden kring zijner magt overschrijdt. In dien geest heeft de Raad reeds in 1858 besloten, toen de verkoopers wenschtendat in de marktverordening de verpligting zou worden opgenomendat de koopers de vaten met de boter moesten koopenzonder de verpligting van den verkooper tot wederinkoop. Gedeputeerde Staten van Gelderland merkten op, toen er sprake was om de zwaarte der botertonnen te bepalen, dal aan den Koning bij de wet van 21 Augustus 1814 is opge dragen de inrigting en gedaante der nieuwe maten en gewig- ten voorteschrijven. De commissie kwam het minder doelma tig voor, dat onderwerp bij plaatselijke verordening te rege len, want het gaat verder dan hetgeen de plaatselijke bestu ren omtrent de week- en jaarmarkten is opgedragen, als: het aanwijzen der standplaatsenhet bepalen der uren en derge lijke regelen. Er is geen grond voor de redenering, dat, waar het gewigt vervangen wordt door een maat, een plaatselijk gebruik door plaatselijke verordening kan worden geregeld en als op de levensmiddelen een keuring wordt ingevoerdhet toezigt evenzeer zou mogen worden uitgestrekt tot de gewone emballages, vaatwerk of iets dergelijks, als middel om waar borg te geven aan de verbruikers, dat de hoedanigheid en hoeveelheid, waarvoor zij betalen, niets verschillen met den werkelyken staat van het gekochte, want de bevoegdheid tot zulk een regeling behoort alleen bij den Koning, 't li {het toezigt op een tak van nijverheid, die de grenzen eener gemeente ja eener provincie verre te buiten kan gaan, -'t ie- een zaak van algemeen, van rijksbelang. Ofschoon de bevoegdheid aannemende, omdat er te Delft een plaatselijken ijk bestaat en wordt gedoogd, de commissie achtte den ijk toch niet wenschelijk en doelmatig. Zij veron- derstelt ook, dat juist wat men meende in plaatselijk belang te moeten regelener toe leiden .kandat een tak van han del en volkswelvaart gefnuikt wordt en verkeerde practijkea plaats vinden. Wanneer de vaten van binnen goed nat worden gemaakt alvorens er mede ter markt te komen dan weegt het hout veel zwaarder; zoo ook is het niet ^vreemd, dat de ge ijkte duig in een ander vat of ton wordt gezet. Het ijken zal niet om niet geschieden, het ijkloon zal dus hij, die de vaten ter ijking aanbiedt, moeten betalen. Is het dan de bedoeling, dat de kuiper dat ijkloon zal restitueren, dan zai bij het verschil van een paar oneen door den kooper niets worden gewonnen. Is het de verkooper, die het loon zal beta len dan zal hij de markt niet meer bezoeken en wel elders zijn waren aanbieden, waar hij hetzelfde kan ontvangen, doch tot geen ijkloon verpligt is. De commissie kon dus het invoe ren van een ijk op de botervaten niet aanraden. In het algemeen belang dus minder dan ten gerieve der ingezetenen of van hen die daarvan willen gebruik makenzal te Leiden het gemeentebestuur zich belasten met de keuring naar een bepaalden maatstaf van eene zekere soort van vaat werk, dat door branding van een teeken voorzien zal zijn dat het aan de voorschriften van vorm, hoedanigheid en zwaarte voldoet, 't Komt er dus in de eerste plaats op aandat de verificatie streng en stipt geschiedt, opdat het teeken van goedkeuring den vereischten waarborg oplevere dat het vaat werk aan al de bepaalde afmetingen enz. voldoet. Een niet zoo gemakkelijk te betrachten voorschriftdat evenwel onaf scheidelijk is van het beginsel, dat de gemeente-wetgever op

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1861 | | pagina 1