Zaturdag 29 Junij. ra N°. 410. A0. 1861. Over den arbeid van kinderen in fabrieken. IV. De emancipatie van het individu. Menigeen zal welligt een nadere toelichting van die uitdrukking wenschen en een be knopte ontwikkeling van dat denkbeeld is zeker niet overbo dig. - Men matigt zich steeds een soort van voogdij aan over hen, die in stand, leeftijd of maatschappelijken toestand beneden ons staan; en men is er aan gewoon geraakt voor hen te denken te kiezen en in zeker opzigt ook te willen. Wanneer het zedelijk overwigt onvoldoende is, moet gezag aanvullen wat aan bekwaamheid ontbreekt. Wat men gewoon geraakt is in den krijgsmansstand, werd ook overgeplant op elk ander deel van het maatschappelijk gebied. De mindere behoeft niet te den ken slechts te gehoorzamen aan die boven hen staatal zyn de intellectuele bekwaamheden ook bij de eerstbedoelden over- wigtig. Zoo ontstaat een zucht tot volgzaamheid, dieniet na tuurlijk maar gedwongen, afhankelijk blijft van indrukken, die van buiten af ontvangen weder spoedig verdwijnen. Deze zucht tot navolgen heeft in onzelfstandigheid haar oorsprong, en onzelfstandigheid is weer een gevolg van eenzijdige ont wikkeling, - die voor onze fabriekarbeiders bestaat in een zekere mate van afrigting, vormelijk op vader en zoon over geplant, onder verschillende vormen. Het is de leiband der praktijk, waaraan men zulke onzelfstandige menschen te dan ken heeft. Van der jeugd af aan dan zoo, dan anders geleid zijn zij gewoon geen stap te doen, zonder aanwijzing daartoe te ontvangen. Zij hebben alles geleerd behalve zelf te denken. Zij kunnen zich in allerlei bogten wringennaar de omstandig heden zich regelen maar zij kunnen niet alleen staan. En van daar, dat men de meeste losbandigheid opmerkt bij hen, die, aan strakken teugel gewoon, zich teugelloos gevoelende, over hek en dam springen en de treurige gevolgen misschien in hun geheel volgend leven ondervinden van een jammerlijk stelsel van opvoeding, dat in het wezen der zaak onder alle standen heerschend is. Tot ontwikkeling behoort nietdat men de rozenknop zelf met de vingers of fijne werktuigen opent, maar dat men lucht en licht niet verhindert de bladeren te doen oprijzen. Zulk een roos is veel frisscher, schooner en krachtiger dan al die, waarvan de blaadjes door kunstmatige hulp zijn losgemaakt. Met den jeugdigen mensch doe men desgelijks: vrijheid zij hem zooveel mogelijk vergundopdat hij zelf de oogen opene voor de waarheidopdat hij zelf de hand uitsteken tot on derzoek. En als hij de waarheid zelf moet zoekenzal hij dwalen, maar dat zal hem leeren dwaling van waarheid te onderscheiden. Wie dat vroeg leert, kent het als hij ouder is; wie het vroeg niet leertkent het nooit. Daartoe is van onberekenbaar belang de atmosfeer, die in de huisgezinnen heerschten daarbij hangt alles af van de beginselen, die elk hoofd des huisgezins zich heeft eigen ge maakt. Als een jongen onder jongens leeft met een betrekke lijke vrijheid zal hij zich zelf naar geest en ligchaam ontwik kelen keus van verkeer of leiding en onopgemerkt toezigt mag niet ontbreken, maar hij moet zich vrijwanen en vrij ge voelen dan heeft wederkeerige ontwikkeling plaats. Verre van bandelooze en ruime vrijheid is dit met studie en naauwkeu- rig, doch onopgemerkt gadeslaan der ontwikkeling en der ka rakters beiden. Heeft men zoo zelfstandige menschen verkre gen, - en dat wordt de emancipatie van het individu, -men zal ze niet altijd zoo passend en bruikbaar vinden in de maatschappijwant ze worden wel eens steenen des aanstoots voor den blind navolgenden grooten hoop, zij zullen wel eens eigen rigting volgendetegen den stroom moeten opvaren en menige botsing moeten verduren, 't Is waar, men kan met hen niet transigerenzij zitten vol hoeken en kantenzij zijn niet glad genoeg; - kortom, men zit met hen op alle manie ren verlegen. - Wil men dan den arbeid van kinderen in fa brieken in alle opzigten heilzame vruchten doen dragenmen brenge die niet onder de heerschappij eener wet, maar streve er veeleer na om hen in plaats van aan zulke leibanden te gewennenvan der jeugd af te vormen tot bruikbare wezgf die hun eigen wet in zich zeiven hebben, in hun verstand, in hun hart, in hun karakter. De standen in de maatschappij vormen de verschillende schakels van een en dezelfde keten j de LE1DSCH MGBLAD. Deze Courant verschijnt eiken dag, be halve Zon- en Feestdagen, en kost voor Leiden 1.95 en franco per post 2.80 in de drie maanden. De prijs der Advertentiën is voor eiken regel Zes Cents, behalve 35 Cents zegel recht, voor elke plaatsing. Afzonderlijke Nommers Vijf Cents. Spoortreinen van Leiden naar 's Gravenhage, Delft, Schiedam en Rotterdam te 9 u. 42 m.; 12 u. 5 m.; 3 u. 9 m.; 6 u. 9 m.; 9 u. 9 m. Naar Haarlem en Amsterdam te 8 u. 26 m.; 10 n. 58 m.; 1 u. 8 m.; 4 u. 58 m.; 9 u. 13 m. Stoomboot van Leiden (Ligplaats Haven) naar Amsterdam, Maandag ochtends 3 u., de overige werkdagen 5 u.; van Amsterdam (Beerebijt) naar Leiden Maandag 's middags 2| u. Overige dagen 3 u. Postbusligtingen aan de Lakenhal, Katoenfabriek en op de Nieuwstraat:'smorgens te7 u. 30 m., 'smiddagste 12 u.,'snamiddags te 3 u. 45 m.. 'savonds te 8 u. 15 m.Oost-Indische Landpost. Over Southampton, 1; over Triest, 6; over Marseille, 9 van elke maand. Rrjks-Telegraaf. Werkdagen van 912 en van 27 uur. Zondag van 27 uur. Spoorweg-Telegraaf dagelijks van sra. 7 u. 30 m.10 u. av. Zittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad op onbepaalde tijden. - Burgemeester en WethoudersMaandag en Donderdag te 11 uur. Commissie van Fabricage, Dingsdag te 12 uur. - Burgemeesterdagelijks te 10 uur. - Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelijks van 104 uur. - Thesauriedagelijks van 102 uur. De Gemeente-Architect is te spreken te zijnen huize op den Ouden Singel, 'smorgens van 910 uur. Kantoor der Plaatselijke Accijnsen, dagelijks van 81 uur en van 36 uur; der In- en Uitgaande Rechten en Accijnsen dagelijks van 91 uur en van 36 uur; van 'sRijks Directe Belastingen, Maandag, Dingsdag, Woensdag en Donderdag van 92 uur; van Zegel, Registratie dagelijks van 84, van de Hypotheken en het Kadaster, van 94 uur.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1861 | | pagina 1