Buitenlandsch Nieuws. j>èr 9poor van 2 ure naar 's Hage terugkeerde. Onder de ge- noodigden merkte men o. a. op Z. Exc. de Minister van Eere- dienst den heer Mr. J. A. Jolles en van Binnenl. Zaken ba ron van Heemstrade Amsterdamsche wethouder de heer Brou wer Ancher, Prof. E. von Baumhauer, Prof. Vrolik, benevens een groot aantal militaire en burgerlijke autoriteiten. Gedu rende deze plegtigheid werd door het orkest der stedelijke schutterijonder leiding van den kapelmeester J. W. Weidner plaats genomen in de muziektent, die midden op de markt geplaatst is en voerde onderscheidene muziekstukken uit. De zalen zijn op uitstekende wijze gerangschikt en toonen, dat de commissie daarvoor ijverig gearbeid heeft. Maandag middag te 4 uur is de tentoonstelling te Haar lem voor het publiek opengesteld. Een vlugtige blik op het geheel geeft reeds terstond de overtuiging, dat deze tentoon stelling de stoutste verwachting moet te boven gaanen lieden, welke die van 1825 gezien hebben, verzekeren dat het uit de tegenwoordige tentoonstelling blijkt, dat de Neder landers in 1861 verre overtreffen de Nederlanders in 1825, met de Belgen vereenigd in alles wat kunst en nijverheid betreft. Ook de inrigting der localen en de plaatsing der voorwerpen verdient allen lof. Haarlems oud Raadhuis en Prinsenhof zijn herschapen in tempels der hedendaagsche kunst. De illuminatie in den Hout was uitmuntend; de geheele Dreef, van de groote Houtbarrière tot de sociëteit, was met duizenden en duizenden van lampions versierd. Voor de So ciëteit wa9 een smaakvol verlichte kolom te midden van bloe men opgerigt, de logementen waren smaakvol met gas ver licht een zeer goede muziek liet zich hooren het weder was voortreffelijk en een ontelbare menigte doorkruiste tot laat in den nacht de bosschen en lanen van Haarlem: de orde is geen oogenblik gestoord, alles was in feestelijke en vrolijke stem ming. Dingsdag avond had het aangekondigd Venetiaansch Gondelfeest plaats-. Een aantal keurig versierde en verlichte vaartuigen namen aan dien feestelijken togt op het Spaarne deelwaaronder zich ook bevonden de Leidsche boeijer en de beide sloepen behoorende aan de Kweekschool voor Zeevaart en met de leerlingen dier school bemand; - gieken der Rotterdamsche en Amsterdamsche roei- en zeilvereenigingen. De groote gondel voor de feestcom missie muntte uit door sierlijkheid van vorm en decoratie. Ook de boot van Haarlem's burgemeester was prachtig gede coreerd en verlichtmaar aanhoudende regen- en stortbuijen hebben aan het luisterrijke van dit feest veel afbreuk gedaan. Uit Amsterdam wordt berigtdat Dingsdag een der locomo tieven van den trein tusschen Amsterdam en Arnhem even voorbij Utrecht is gederailleerd, ten gevolge waarvan een zoo hevigen schok werd leweeggebragtdat verscheiden reizigers ligte ver wondingen hebben bekomen. Zoudag 11. had de plegtige wijding plaats van den heer Wilbner tot bisschop van Haarlem door den aartsbisschop van Utrecht, in tegenwoordigheid van den pauselijken nuntius en een aantal geestelijken. Maandag celebreerde de nieuwe bisschop in de kathedrale kerk te 's Hertogenbosch een pon» tificale mis tot afcheid als deken en zou Dingsdag naar Haar lem vertrekken. - Zaturdag namiddag ontstond te Hoorn plotseling een Londensche mist, zoodat men niet iir staat was eenige voe ten van zich aftezien. Deze nat neervallende mist hield tot in den nacht aan. De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Dingsdag 'savonds te 5 uur 66°, te 8 uur 62°, te 10 uur 61°. Heden Woens dag 's morgens te 6 uur 60°, te 8 uur 61°, 's namiddags te 12 uur 67°, te 2 uur 68° en te 4 uur 69°. Om voor goed een einde te maken aan de woelingen en reistogten der voormalige Bourbonsche soldaten in de Napel- sche provinciën zijn op last van den beer San Martino, 60 mobile kolonne9 zamengesteldelk van 150 soldaten, terwyl aan elke kolonne 40 nationale gardes zijn toegevoegd. Deze zullen alle verdachte oorden doorkruisen en hun togten niet eer staken dan nadat het land volledig van genoemde benden zal gezuiverd zijn. De Engelsche gezant te Weenen heeft den Keizer van Oostenrijk de noodzakelijkheid eener definitive regeling der Hongaarsche kwestie onder het oog gebragt, onder bijvoeging dat, bij gebreke daarvan, een Europeesch congres zon moeten bijeenkomenten einde zich met deze aangelegenheid bezig te houden. Vrijdag avond gaf Blondin in het glazen paleis te Sy denham een voorstelling waarbij door den directeur slechts 2 a 300 aanschouwers werden toegelaten. Ditmaal was het koord stijf en slechts 10 a 12 voet hoog gespannen. Zijn handen en voeten waren met kettingen beladen, terwijl zijn voeten sta ken in een soort van mandenéén voet hoog en 9 duim breed. Desniettegenstaande danste hij op het koord met evenveel vlug heid als de vlugste balletdansers op den grond. Later trok hij groote houten klompen aan en herhaalde daarmede dezelfde kunstverrigtingenterwijl hij over het hoofd duikelende in de lucht de klompen eenige malen tegen elkaar deed klapperen. Voorts zette hij een stoel op één poot op het koord en plaatste zich daaropzonder dat eenig deel van zijn ligchaam het koord aanraakte. Ten slotte speelde hij op de vioolzonder dat zijn spel onder het duikelen werd afgebroken. Blijkens eenige particuliere correspondentien uit Tiensing, is de goede verstandhouding tusschen de Chinesche regering en de vreemde gezanten voornamelijk toeteschrijven aan den in vloed eener achttienjarige prinsesdie zich ten hove bijzonder met de politieke aangelegenheden bemoeit. Als de meest in vloedrijke hovelingen beschouwt men wel de prinsen Tchenn en Sou-Chouendie hun best doen om den keizer tot allerlei bui tensporigheden overtehalenmaar bij nader inzien is tocW ge bleken dat de bedoelde prinsesLiao-ko-Sing genaamd, meer op den keizer vermag, sedert zij door hare schoonheid en hare talenten diens hart geheel heeft gewonnen. Z§ is de dochter van een slagter ten platten lande en werd vroeger door den opperpriester van het paleis in bescherming genomen, daar deze voornemens was haar in een klooster of ander godsdien stig gesticht voor vrouwen te plaatsen. Eens toen zij zich on der zijn toezigt naar den tempel begaf, werd zij opgemerkt door den keizer, die door haar bevallig uiterlijk zoo getroffen was, dat hij haar een plaats onder zijn 300 vrouwen aanbood. Zij wilde daar evenwel niets van hoorenen verklaarde ten stelligste dat zij den keizer niet anders dan als diens wettigen gemalin wilde toebehooren. Daar nu de souvereinvolgens de bestaande wetten zijner dynastie, behalve de 300 hierboven bedoelde, ook nog acht wettige vrouwen mag hebbenbesloot hij zich naar haar verlangen te schikkenhij begunstigde haar dien ten gevolge met den titel van prinsesen weldra was zij de meest geliefde zijner vrouwen. Hiervan wist zij al dadelijk op een verstandige manier gebruik te maken, om den invloed der beide genoemde prinsen tegentegaandaar zij wel inzag dat dezedoor den keizer in allerlei uitspattingen medeteslepen op weg waren om het rijk en de dynastie ten gronde te rig- ten. Zij wist dit zoo goed aanteleggendat zij langzamerhand een geheele wijziging te weeg bragt en hemna de inneming van Peking, zelfs wist te beletten dat hij den wanhopigen strijd tegen de geallieerden zou voortzetten. De benoeming van prins Kung voor de onderhandelingen met de gezanten is uit sluitend haar werk en tevens voor haar een grootere zegepraal als men in aanmerking neemt dat zij daarin zeer werd tegen gewerkt door de beide meergenoemde prinsendie het steeds op den val van prins Kung hadden toegelegd. Tegenwoordig doet zij daarbij ijverig het hare, om de betere gezindheid ten aanzien der Europeanen bij den keizer aantekweekenterwijl zij geen gelegenheid laat voorbijgaan om hem onder het oog te brengen, dat hij beter zou doen met in zijn hoofdstad terug- tekeerenalwaar hij meer in het centrum en tevens voor zich zeiven meer op de hoogte der gebeurtenissen zou zijn. In de laatste dagen had zij naauwkeurig onderzoek gedaan naar de gewoonten en gebruiken der Europesche hoventen gevolge waarvan zij het verlangen heeft te kennen gegeven om zich bij de terugkomst des keizers te Peking, even als de gemalin van een Westerschen souverein, de groote staatsligchamen en het corps diplomatique te doen vo<?rstellen. Wanneer zij dus

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1861 | | pagina 2