Donderdag 27 Junij. A°. 1861. N°. 408. Binnenlandsch Nieuws. LEIDSCH DAGBLAD Deze Courant verschijnt eiken dag, be halve Zon- en Feestdagen, en kost voor Leiden 1.95, en franco per post 2.80 in de drie maanden. De prijs der Advertentiën is voor eiken regel Zes Cents, behalve 35 Cents zegel recht, voor elke plaatsing. Afzonderlijke Nommers Vijf Cent9. Spoortreinen van Leiden naar 's Gravenhage, Delft, Schiedam en Rotterdam te 9 u. 42 m.; 12 n. Sm.; 3 u. 9 m.; 6 u. 9 m.; 9 u. 9 m. Naar Haarlem en Amsterdam te 8 u. 26 m.; 10 u. 58 m.; 1 u. 8 m.; 4 u. 58 m.; 9 u. 13 m. Stoomboot van Leiden (Ligplaats Haven) naar Amsterdam, Maandag ochtends 3 u., de overige werkdagen 5 u.; van Amsterdam (Beerebijt) naar Leiden Maandag 's middags 2j u. Overige dagen 3 u. Postbusligtingen aan de Lakenhal, Katoenfabriek en op de Nieuwstraat:'s morgens te 7 u. 30 m., 's middags te 12 u., 's namiddags te 3 u. 45 m.. 'savonds te 8tu. 15 m. Oost-Indische Landpost. Over Southampton, 1 en 17; over Triest, 6 en 22; over Marseille9 en 25 van elke maand. Rijks-Telegraaf. Werkdagen van 912 en van 27 uur. Zondag van 27 uur. Spoorweg-Telegraaf dagelijks van sra. 7 u. 30 m.10 li. av. Zittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad op onbepaalde tijden. - Burgemeester en WethoudersMaandagen Donderdag te 11 uur. Commissie van Fabricage, Dingsdag te 12 uur. - Burgemeester, dagelijks te 10 uur. - Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelijks van 104 uur. - Thesaurie, dagelijks van 10—2 uur. De Gemeente-Architect is te spreken te zijnen huize op den Ouden Singel, 'smorgens van 910 uur. Kantoor der Plaatselijke Accijnsen, dagelijks van 81 uur en van 36 uur; der In- en Uitgaande Rechten en Accijnsen dagelijks van 91 uur en van 36 uur; van 'sRijks Directe Belastingen, Maandag, Dingsdag, Woensdag en Donderdag van 92 uur; van Zegel, Registratie dagelijks van 84, van de Hypotheken en het Kadaster, van 94 uur. Bij Zr. Ms. besluit zijn met ingang van den eersten Julij a. s., abevorderd: tot scbout-bij-nacht de kapits. ter zee C. J. BerghuisB. G. Escher en JJ. May; tot kaps. ter zee M. Cazaux van StaphorstW. A. de Gelder, C. P. de Brauw en A. D. S. Clarkson tot kap.-lts ter zee, de lts. ter zee le kl. S. H. Binkes, W. C. Klis, J. O. H. Arntzenius en jhr. H. P. de Koek; tot luits. ter zee 1ste kl., de luits. ter zee 2de kl. H. Hovy, W. H. F. van Oordt, W. F. van der Burg, F. H. T. Troe- ster, H. C. M. E. Habets en H. K. Koning; tot luits. ter zee van de 2de kl., de adelborsten der 1ste kl. L. B. van Maanen, J. G. J. Spanjaard, R. H. Jarman, J, C. Egter, J. C. de Kuyter de Wildt, D. G. Brand, H. J. Klein, P. le Comte, P. F. baron van Heerdt, W. J. van Loenen, Jhr. C. G. J. Barnaart, N. A. de Vries, Jhr. W. M. de Gijselaar, H. J. R. Sutherland, D. O. Heldewier, G. J. Buyskes, R. T. du Cloux, Jhr. Q. Hoeufft, O. M. de Munnick en D. C. Visser; met bepaling dat de adelb. der 1ste kl. L. B. van Maanen, overeenkomstig Zr. Ms. Besluit van 6 April 1861, N°. 71 weder zal rang nemen tusschen de luits. ter zee van de 2de klasse, A. G. Westerouen van Meeteren en C. Bijleveld; tot inspect, van admin., de offic. van admin. der 1® kl. C. J. Lina; tot offic. van admin. der le kl., de offic. der 2® kl.: W. Olivier; tot offic. van adm. der 2e kl., de offic. van adm. der 3® kl.: W. H. F. Vogel, J. F. J. Mahieu en A. J. Looijen; tot adj.-adm., de scheepsklerken J. G, Bebelaar, G. D. van Werdt, M. D. L. Hertzveld, G. H. S. Pastor en J. A. Kruyt, en bbenoemd: tot offic. van adm. 3® kl. de adj. adm. J. P. Faubel, J. Breeman, K. F. F. Gerth van Wijck, P. F. van Wage, F. W. L. A. HirschmannW. Hanegaaff en J. C. de Vriese. Z. M. heeft benoemd: bij de algemeene rekenkamer tot hoofdcomm. den commies J. T. Gaillard, en tot adj. commies Jhr. Mr. S. M. 8. de Savornin Lohman, adv. te Groningen. Men verwacht, dat spoedig aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal zal worden aangeboden een wetsontwerp tot verleening eener bijdrage tot afkoop van de opheffing van den Stadetol. De audiëntie van den Minister van Marine zal Vrijdag a. s., den 28 dezer, geen plaats hebben. Met betrekking tot den Russischen Prinsdie dezer dagen opgespoord werd, verneemt men het volgende: Hij moet zich verleden Vrijdag of Zaturdag op of omstreeks de lande rijen van den graaf van Bijlandt bij den Raamwerf hebben opgehouden. Zonder sloten te hebben ontzien, baadde hij die door of zwom er over. Hij gaf toch blijk van veel ervaring in de zwemkunst, althans hij dook menigwerf met de grootste gemakkelijkheid en kwam telkens weder boven. Dat de onge lukkige, die zoo men weet niet wel bij het hoofd wasvan een uiterst sterk gestel moet zijn, kan men o. a. daaruit opma ken dat hij den nacht doornat op de plaats van den graaf v. B. moet hebben doorgebragt, alwaar men hem met den meesten ijver, doch te vergeefs zocht. Zoodra hij toch van verre iemand bespeurde, nam hij de vlugt. Van daar dat het zoo langen tijd geduurd heeft eer men den ongelukkige, die zich door alles henen een weg wist te banenin handen kon krijgen. Eindelijk moeten eenige tuiniers er in geslaagd zijn hem meester te wordenwaarna hij door die lieden eerst naar het commissariaat van politie en vervolgens, na geneeskundi gen bijstand te hebben genotendoor tusschenkomst van de Russische ambassade, ter verpleging is vervoerd naar het ge neeskundig établissement Zuiderburg, van den geneesheer W. Hendriksz, onder Voorburg. Men schrijft uit Haarlem dd. 24 Junij: Nadat het collation was afgeloopen ging Z. K. H. en ge volg, benevens de leden der hoofdcommissie, voor de tentoonstel ling van nijverheidgezeten in open rijtuigen (Z. K. H. had weder plaats genomen in dat van den heer Vrolik) naar het stad huis waar Z. K. H. aan de trappen werd opgewacht door den burgemeester en de wethouders dezer stad. Nadat Z. K. H. in een der zalen had plaats genomenhield Z. K. H. een korte toe spraak, wees o. a. op het nut van nationale tentoonstellingen en noodigde ten slotte de aanwezigen uit, om het ten toon gestelde te bezigtigen. Z. K. H. wandelde daaropdoor de commissie vergezeld, de zalen der gebouwen rond en onder hield zich zeer minzaam met de commissie en bijzonder met den voorzitter, Dr. G. Simons, die hem een in rood maro kijn gebondeu catalogus overhandigde, en met verschillende inzenders, die hunne werktuigen voor Z. K. H. deden wer ken, waarover Z. K. H., ten hoogste voldaan was. Daarna vertrok Z. K. H. door de commissie en den Burgemeester vergezeldweder naar het station, vanwaar Z. K. H., na vooraf zijn tevredenheid aan de commissie te hebben betuigd,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1861 | | pagina 1