Binnenlandsch Nieuws. Naar men verneemtworden HH, MM. de Koning en Op de vergadering van het te Dordrecht gehouden land- huishoudkundig congres zijn onderscheidene belangrijke ver slagen ingekomen en uitgebragt; - ook ten aanzien van de in de afdeelingen behandelde onderwerpenwaarvan de meeste zijn aangehouden om in een volgend congres te worden be sproken. Het congresbestuur zal een adres aan den Minister van binnenl. zaken rigten, het verzoek behelzende, dat op nieuw op de Staatsbegrooting wordt gebragt een subsidie voor het insectenboek van Dr. Wttewaal. Pogingen zullen worden aangewend, om art. 125 der gemeentewet te laten vervallen ten einde het invoeren van markten vrijer kan ge schieden. Een voorstel van den heer van de Poll van Loosdrecht gaf tot breedvoerige bespreking aanleiding - het betrof de produc tie van de Hollandsche boter in den handel en de middelen daartegen aantewenden. Niet de landbouwers, maar de han delaars vervalschen de boter en de Hollandsche maatschappij van landbouw had besloten een som van duizend gulden be schikbaar te stellen, ten einde door een solied handelshuis puike hollandsche boter naar Engeland te verzenden. De tusschen- persoon in Engeland, die de boter daar aan de verbruikers verkooptweet zeer goeddat de boter in Engeland, voor zoogenaamde Hollandsche doorgaande, bestond uit boter, aardappelenmeelwater en meer bestanddeelen. Men moest dus trachten de slechte boter va(n de Engelsche markt te ver drijven door er onvervalschte boter op te brengen des noods met eenige geldelijke opoffering. - Het congres besloot dien maatregel aan de verschillende genootschappen van landbouw medetedeelen. Het volgend congres wordt te Middelburg gehouden. Z. K. H. de Prins van Oranje heeft de tentoonstelling te Haarlem geopend met de volgende aanspraak: Wij zullen zoo aanstonds de tentoonstelling gaan bezigtigen van de voortbrengselen der nationale nijverheidwaarin wij zeker allen groot belang stellen omdat de nijverheid een der grondslagen is van 's volks welvaart. Vóór wij daartoe over gaan heb ik evenwel een aangenamen pligt te vervullen en hulde te brengen aan de welwillendheid van zoovelen die de tentoonstelling bevorderden. Heeren gedeputeerde staten, de plaatselijke geneeskundige commissie en curatoren van het gymnasium hebben localen willen inruimenvoor het plaat sen van de menigte voorwerpen benoodigd. Het militair gezag heeft voor de veiligheid der voorwerpen mede zorg willen dragen. Zij ontvangen daarvoor den dank der commissie. Vooral zij die dank gebragt aan het dagelijksch bestuur en den raad van Haarlem, door wier ijverige en aanhoudende zorgendoor wier onbekrompen medewerking het alleen moge lijk geweest is het grootsche voornemen uittevoeren. aflost. Zij verhuurt 193 woningen, die gemiddeld elk j 1005 kosten, Vele bijzonderheden ten aanzien van het bedrag der huur, die berekend, ontvangen en kwijtgescholden werd, zijn in- dat Verslag te vinden. Maar zij stelt zich ook in alles met den aldaar en ook hier onder de benaming van huizemelkers aanwezige eigenaars van kleine huisjes gelijk. Dat verslag eindigt aldus: //De 's Gravenhaagsche Vereeniging mag dan ook hopen dat eenmaal dankbaar erkend zal worden, dat zij meer nut heeft gesticht dan modellen te bouwen en dat zij geen kwaad heeft gedaan, door de uitbreiding van haren werk kring zooveel mogelijk te bevorderen en daardoor als het ware den huizemelker te noodzaken, om met haar te concureren in betere woning en lageren huurprijs." Zulke uitkomsten en zulke verwachtingen mag men hopen en koesterenwanneer de diakenen der Nederd. Hervormde gemeente ten aanzien van het beheer der te bouwen 60 ar beiderswoningen, denzelfden weg bewandelen, waarop zij trou wens door de wijze van aanbesteding reeds vasten voet heb ben gezet. - Maar dan kunnen die woningen niet uitsluitend bestemd zijn voor huisgezinnen, die tot de Nederduitsche Her vormde gemeente behooren want het diaconiebestuur stelt zich met de zoogenaamde //huizemelkers" op gelijke lijn. Veel min mag in aanmerking komen de betrekking van bedeelde, omdat daardoor een privilegie werd geschapen en een premie uitge loofd voor de armlastigen, 't Wordt enkel een voordeelige geldbelegging met een philanthropisch doel- en dus een zuiver, onvermengd beheer, zoodat niet wat de huurder ten achteren is in de betaling zijner huurpenningen wordt aangevuld uit de armenfondsen en gebragt als bedeeling in geld 1 Diakenen mogen aldus //zonder onedelmoedigheid mededin gen met den huizenraelker. Beiden bevinden zich in denzelfden toestand. - De huurders brengen aan de geldschieters een rente op, die op dit oogenblik althans uit landerijen of soliede effecten niet te verkrijgen is. - Zij ondervinden dezelfde ongelegenhedendie ontstaan uit hoofde van het gemis aan borgen of aan waarborg in het geringe meubilair, van de hooge gerechtskosten bij ontruiming wegens wanbetaling, van de slechte en slordige bewoning en de meerdere reparatiekosten daaruit ontstaande, van den Jast om wekelijks de huurpenningen te moeten innen en van het ontbreken van losse voorwerpen bij nieuwe verhuring." - Maar dan ook zullen voor den huizenmelker gelijke verpligtingen voortvloeijen. «Waarom dingt hij niet mede in beter ingerigte woningen? Waarom levert hij slechte, bedompte, morsige, donkere verblijven, waardoor hij gedwon gen wordt als huurder aantenemenal wie zich aanmeldt? De beste raad, dien men een huizemelker kan geven, is, dat hij wat meer onkosten maakt voor reinheid, licht en lucht- verversching. Dan zullen ook zijn woningen gezocht worden boven die van zijn nijvere Jotgenooten, die zoo vaak in aan schouwing brengen hoe de gierigheid de wijsheid bedriegt." En ofschoon we van het bouwen van nieuwe arbeiderswo ningen niet verwachten de slooping van alle bouwvallige, on gezonde en onreine huizen in poorten, sloppen, stegen of straten, ofschoon we daarvan op het gebied van de open bare reinheidgezondheid en zedelijkheid geen wonderen- een woord nog niet uit het Woordenboek der Nederlandsche taal verdwenen, - durven hopen, toch gelooven we, dat zulke maatregelen veel meer doel treffen dan die van het openbaar gezag, dat des noods wel den last kan geven tot afbreken, maar niet tot opbouwen. Z. M. heeft den Gouverneur-generaal van Neerl.-Indie C. F. Pahud eervol uit die betrekking ontslagen en in diens plaats benoemd Mr. L. J. A. W. baron Sloet van de Beele, voorzitter van den raad van toezigt op de spoorwegen. (Dit berigt, gisteren avond per telegraaf ontvangen, werd slechts aan sociëteiten en kottijhuizen medegedeeld). Z. M. heeft benoemd tot kommandeur der orde van den Nederlandschen Leeuw, Hoogstdeszelfs adjudant in bui tengewone dienst, den vice-admiraal A. J. de Smit van den Broecke, directeur en kommandant der Marine te Ylissingen. de Koninginin het begin der volgende maand, van het Loo in de residentie terugverwacht. Men verneemt, dat Z. M. heeft bepaald dat de mili ciens der ligting van 1858, behoorende tot het le, 2e en 4e bataillon van het regiment grenadiers en jagers, het le 2e en 3e bataillon van het 2e het le 3e en 4® bat. van het 7e en het 2® en 4® bat. van het 8e regement infanterie, den 10en Augustus a. s. van onbepaald verlof in activiteit bij bovengemelde bataillons zullen worden opgeroepenom deel- tenemen aan de oefeningen in de legerplaats te Millingen. Na afloop van het kamp (16 September), na welk tijdstip zij weder in hunne garnizoenen zullen zijn teruggekeerdvertrek ken zij onmiddelijk met groot verlof naar hunne haardsteden. Wij vernemen dat de vice-admiraal A. J. de Smit van den Broecke als directeur en kommandant der marine te Vlissingen zal worden opgevolgd door den schout-bij-nacht G. Vogelpoot, thans dir. en komm. der marine in onze O. I. bezittingenterwijl tot schout-bij-nacht zullen worden be vorderd de kapits. ter zee C. J. Berghuis en J. May. - Men berigt dat de kapit. ter zee W. H. Dittlof Tjassens en B. G. Escher eerlang zullen worden op pensioen gesteld en dat de eerstgenoemde zal worden benoemd tot equipagemeester bij 's Kijks werf te Nieuwe Diep, ter vervanging van den kapit. ter zee A. C. van Braam Houckgeest. Op het einde der volgende maand zal de militaire genie te Leeuwarden aanbesteden de wederopbouw der aldaar in het vorige jaar door brand vernielde kazerne. o Mijne Heer en.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1861 | | pagina 2