N°. 374. A°. 18 Binnenlandsch Nieuws. LEIDSGH DA6BLA Deze Courant verschijnt eiken dag, be halve Zon- en Feestdagen, eu kost voor Leiden 1.95, en franco per post 2.80 in de drie maanden. De prijs der Adverteutiën is voor eiken regel Zes Cents, behalve 35 Cents zegel recht, voor elke plaatsing, Afzonderlijke Nommers Vijf Cents. Spoortreinen van Leiden naar 's GravenhageDelft, Schiedam en Rotterdam te 9 u. 42 m.; 12 u. 5 m.; 3 u. 9 ra.; 6 u. 9 m.; 9 u. 9 m. Maar Haarlem en Amsterdam te 8 u. 26 m.; 10 u. 58 m.; 1 u. 8 m.; 4 u. 5$ m.; 9 u. 13 m. Stoomboot van Leiden (Ligplaats Haven) naar Amsterdam, Maandag ochtends 3 u., de overige werkdagen 5 u.; van Amsterdam (Beerebijt) naar Leiden Maandag 's middags 2| u. Overige dagen 3 u Postbusligtingen aan de Lakenhal, Katoen fabriek en op de Nieuwstraat: 's morgens te 7 u. 30 m, 's middags te 12 u., 's namiddags te 3 u. 45 m. 'savonds te 8 u. 15 m. Oost-Indische Landpost. Over Southampton, 1 en 17; over Triëst, 6 en 22; over Marseille9 en 25 van elke maand, Riïks-Telegraaf. Werkdagen van 912 en van 27 uur. Zondag van 27 uur. Spoorweg-Telegraaf dagelijks van 89J uur. Zittingen van bet Gemeentebestuur. Gemeenteraad op onbepaalde tijden. - Burgemeester en WethoudersMaandagen Donderdag te 11 uur. Commissie van FabricageDingsdag te 12 uur. •Burgemeesterdagelijks te 10 uur. - Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelijks van 104 uur. - Thesaurie, dagelijks van 10—2 uur. -Be Gemeente-Architect is te spreken te zijnen huize op den Ouden Singel, 's morgens van 9—10 uur, K.£t>.tcor der Plaatselijke Accijnsen, dagelijks van 8 1 uur en van 3—6 uur; der In- en Uitgaande Rechten en Aceijnaea dagelijks van 91 uur en van 36 uur; van 'sRijks Directe Belastingen, Maandag, Dingsdag, Woensdag en Donderdag van 9 -2 uur; van Zegel, Registratie dagelijks van 84, randde Hypotheken en het Kadaster, van 94 uur. Z. M. heeft benoemd tot president van het prov. ge rechtshof in Limburg Mr. R. J. E. Capitaine, thans vice- presid. van hetzelfde hof; - tot off. van Justitie bij de arr.- bank te 's Gravenhage Jhr. Mr. W. M. de Brauwthans rechter; - tot recbter-plaatsv. bij de arr.-rechtb. te Arnhem' Jhr. Mr. C. J. C. H. van Nispen van Sevenaer, advocaat aldaar; - tot griffier bij het kantongerecht te Kampen Mr. J. R. A. Engelenberg, adv. aldaar; voorts eervol ontslag verleend aan Mr. A. G. C. Alsche als off. van Justitie te 's Gravenhageaan J. Tersteeg, pakhuismeester van levens middelen te Amsterdam en aan den kap. Jhr. H. F. A. de Helbigvan het wapen der infanterie. Naar wij vernemen zijn de heeren Taverne en Smit commissarissen bij het dep. van Binnenl. Zaken, benoemd tot ridders van de orde der Eikenkroon. Ten gevolge van de benoeming van Jhr. Mr. W. M. de Brauw tot off. van Justitie bij de arr. rechtb. te 's Hage houdt die heer op lid van de Tweede Kamer der Staten-Ge neraal te zijn en moet hij zich aan een herkiezing in het hoofdkiesdistrict Gouda onderwerpen. Men verneemtdat Z. M. den Koning een som van 10000 heeft doen aanbieden aan den eigenaar van het lot. in de Algemeene Weldadigheidsloterij, waaraan als prijs de schilderij van Yerboeckhoven is ten deel gevallen. De Regering heeft geweigerd aan de directeuren van het Amsterdamsch Weduwenfonds te Winkel-Rietveld-Doyer hare goedkeuring te verleenen op het plan tot oprigting van een suppletiefonds, ten einde daardoor het bestaande fonds te schragen. De procureur-generaal bij het prov. gerechtshof in Utrecht heeft de Notarissen in die provincie verzocht zich onderling te willen verstaan en te besluiten, om bij gelegenheid der ver- koopingen welke ten hunnen overstaan gehouden worden hoofdzakelijk ten platte lande, het tappen en kosteloos ver strekken van sterken drank aau de aanwezigen of koopers zoo mogelijk geheel te doen ophouden of althans in dier voege te matigendat daaruit geenerlei misbruik meer te wachten zou kunnen zijn. In de zitting der Tweede Kamer van 11. Dingsdag heeft de heer van Hoevell zich verdedigd tegen de aantijgingen van den Minister van Znylen dat. spreker sedert zijn intrede in de Kamer niets zou hebben gedaan dan gearbeidt aan het af' breken van het cultuurstelsel, waarom den Minister zijn bond* genoot op koloniaal gebied niet was en is. Spreker zegt, dat de Minister met al zijn talent onbekend is met het stelsel dat hij zegt geïncarneerd te zijn met den spreker uit Almelo en dat hij zich verlaat op partikuliere gesprekken. Hij noodigt den Minister uit een enkele redevoering bijtebrengenwaarin hij er op uit was om het cultuurstelsel aftebreken of aante- toonen dat in zijn geheele parlementaire loopbaan iets wordt gevondenstrijdig met de beginselendie hij nog eens korte* lijk aldus formuleert; Ik bestrijd het cultuurstelsel, als het moet beschouwd wor* den als het keurslijf waarin het Javaansche volk gedoemd zou zijn ten eeuwigen dage gekneld te wezen; maar ik ben vóór dat stelsel als het beschouwd wordt als een middel tot oplei ding en tot ontwikkeling van die bevolking, en waarvan de toepassing moet vervallen, naarmate der vooruitstreving en ont wikkeling van den toestand der Javaansche maatschappij. Ik ben tegen het cultuurstelselals het gebruikt wordt om de schatkist en de gunstelingen te verrijken ten koste van der Javanen arbeid; maar ik ben vóór dat stelsel, als het strekt om den Javaan te gewennen aan nuttigen arbeid ter kweeking van producten, besterad tot voeding van den handel en andere voordeelen voor het moederland. Ik ben tegen het cultuurstelsel, als het doel daarvan is het gouvernement altijd te doen blijven in den abnormalen toe stand van landbouwer, ondernemer en koopman; maar ik ben vóór dat. stelsel als het strekt tot overgang tot dien toestand waarin de tusschenkomst des bestuurs volgens de wet. zal kun* nen worden ontbeerd. Ik ben tegen het cultuurstelsel, zooals dat hier verdedigd is door de heeren Myer en Rochussenmaar ik ben vóór dat stelsel, zooals het is gereduceerd in art, 56 van het. Indische regeringsreglement. Spreker dankt den Minister Loudon voor zijn rede en wel bepaaldelijk voor zoover betreft het cultuurstelsel, waarin hij gevonden heeft, dat er met der daad een einde is gekomen aan den nutteloozen strijd, of vrijen arbeid op Java mogelijk is want 1°. De Minister erkent niet alleen de mogelijkheidmaar het bestaan van den vrijen arbeid en de vatbaarheid tot kracht dadige ontwikkeling van dien. Hij belooft dien weg te zulleu opgaan. Ziedaar een groote stap vooruit en ik zeg den Minis ter daarvoor dank.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1861 | | pagina 1