i\°. 372. Woensdag 15 Mei. A°. 186t v (Slot). LEIDSOH DAGBLAD. Deze Courant verschijnt eiken dag, be halve Zou- en Feestdagen, en kost voor Leiden 1.95, en franco per post 2.80 in de drie maanden. De prijs der Advertentiën is voor elkea regel Zes Cents, behalve 35 Cents zegel recht, voor elke plaatsing. Afzonderlijke Nommers Vijf Cents. Spoortreinen van Leiden naar 's Gravenhage, Delft, Schiedam en Rotterdam tef 9 u. 42 m.; 12 u. 5 m.; 3 u. 9 m.; 6 u. 9 m.; 9 u. 9 m. Naar Haarlem en Amsterdam te 8 u. 26 m.; 10 u. 58 m.; 1 u. 8 m.; 4 u. 58 m.; 9 u. 13 m. Stoomboot van Leiden (Ligplaats Haven) naar Amsterdam, Maandag ochtends 3 u., de overige werkdagen 5 u.; van Amsterdam (Beerebijt) aaar Leiden Maandag 's middags 2£ u. Overige dagen 3 u Postbusligtingen aan de Lakenhal, Katoenfabriek en op de Nieuwstraat;'s morgens te7 u. 30 m 'smiddagste 12 u.,'s namiddags te 3 u. 45 m.. '«avonds te 8 u. 15 m. Oost-Indische Landpost. Over Southampton, 1 en 17; over Triëst, 6 en 22; over Marseille9 en 25 van elke maand. Ri]Ui-Telegraaf. Werkdagen van 912 en van 27 uur. Zondag van 27 uur. Spoorweg-Telegraaf dagelijks van 89i uur. Zittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad oy onbepaalde tijden. - Burgemeester en WethoudersMaandagen Donderdag te 11 uur. Commissie van Fabricage, Dingsdag te 12 uur. - Burgemeester, dagelijks te 10 uur. - Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelijks van 104 uur. - Thesaurie, dagelijks van 102 uur. —De Gemeente-Architect is te spreken te zijnen huize op den Ouden Singel, 'smorgens van 910 uur. ifcaiitcor der Plaatselijke Accijnsen, dagelijks van 8 1 uur en van 36 uur; der In- en Uitgaande Rechten en Acoijnsen dagelijks van 91 uur en van 36 uur; van 'sRijks Directe Belastiugen, Maandag, Dingsdag, Woensdag en Donderdag van 92 uur; van Zegel, Registratie dagelijks van 8—4, vanMe Hypotheken en het Kadaster, van 94 uur. Ile LeltUohe Alami factuur hal. De belegging der voordeelige jaarlijksche sloten van reke ning in nationale rentegevende schuldbrieven heeft een niet onaardig kapitaal gevormd, dat nu op een nieuwe bestemming wacht. Het gebruik van die bezittingen of inkomsten behoort een andere aan de laatst bekende zoo nabij mogelijk komende bestemming te erlangen en die is, naar de strekking van het Koninklijk besluit van Junij 1.820, opbeuring en aanmoediging der inland8che fabriekenen in dit geval dus in het belang der Leidsche wollenfabrieksnijverheid. Van een teruggave naar verhouding van hetgeen in de verloopen jaren geheven is, kan geen sprake zijnomdat de grondslagen der verdeeling niet zoo gemakkelijk kunnen worden aangewezen en zoo dit al mogelijk ware, een gedeelte van het kapitaal altijd buiten beschikking of bestemming zou blijven. Wat kan men doen in het belang der Leidsche wollenma- nufactuurnijverheid Misschien zijn er vele antwoorden op die vraag te geven maar wij weten slechts ééndat voor allen geldt. Wat zou het anders kunnen zijn dan bevordering van kennis in die vakken van wetenschap, waardoor de industrie kracht en leven, groei en bloei behouden of verkrijgen kan. Handenarbeid is reeds lang voor het grootste gedeelte door werktuigelijken arbeid vervangen en ligchaamskracht geldt voor de industrie thans veel minder dan kennis, omdat men bij ervaring heeft geleerd wat de wetenschap vooraf had verkon digd dat kennis is geld. Zonder eenigermate iets te willen afdingen van de kennis, die de industrieelen door ervaring ver kregen hebben staat het toch bij ons vastdat een wetenschap pelijke opleiding en vorming op dit gebied behoort tot de hoofdzaken, om op een duurzamen en toenemenden bloei van de nijverheid in onzen tijd te kunnen rekenen. - In dat opzigt is nog niet veel gedaanmaar voor dat belang valt er inte gendeel nog veel te doen. Men heeft dat reeds sedert eenigen tijd begrepen in sommige fabriekdistricten van ons Vaderland en binnen Leiden wordt men er toch ook meer en meer van over tuigd, dat zij, die in fabrieken arbeiden en aan de industrie lei ding en bestuur geven moeten, zoowel als zij die aan het hoofd der ondernemingen staan of daarop toezigt uitoefenen behoo- ren toegerust te zijn met meer grondige kennis, die de be oefening van wetenschappen, met de industrie in een onafschei delijk verband staande, alleen verschaffen kan. Vraagt men ons dus, welke plaatsing voor het kapitaal de meest voordeelige isom overvloedige vruchten voor de fa- brieknijverheid opteleveren? Wij antwoorden met te wijzen op de ondersteuningdie elke instelling verdientten doel hebbende het verschaffen van voldoend industrieel onderwijs; gelijk in Twenthe en Deventer daarvoor de beurzen der in dustriëlen worden geopend en ook binnen Leiden een lang bestaande stichting slechts daarop wacht, om in verhouding tot de behoeften des tijds te worden verbeterd en ontwikkeld. Wanneer de Hooge Regering haar beginselen ten opzigte van die belangrijke aangelegenheid nog niet heeft geopenbaard maar aan de bijzondere krachten overlaat, wat tot dat doel moet worden verrigtis het de pligt der nijverheid die taak ter hand te nemenin haar eigen belang en ter bevordering van den bloei der industrie. Het Genootschap Mathesis Scien- tiarum Genitrix zou door zulke middelen, als thans nog eeu bepaalde bestemming missen, dienstbaar kunnen worden aan de opbeuring en ontwikkeling der Leidsche fabrieknijverheid en de vruchten die daaruit zouden voortvloeijenzouden d« daarvoor opgebragte gelden een overvloedige rente bezorgen. In die overtuiging is door de industriëlen in Twenthe op één avond voor ruim 23000 ingeschreven tot vestiging van een nieuw Industrie- en Handelsschooldie jaarlijks meer dan 12000 zal kosten aan onderhoud. Die practische mannen zouden gewis zulke aanzienlijke sommen niet opofferenmaar voor hun eigen tak van nijverheid winstgevend maken, wan neer zij het bestaan van zulk een instelling bloot als een zaak van weelde of van overdreven belangstelling in de staathuishoud kundige wetenschappen beschouwden en niet veel eer begrepen dat de nijverheid alleen duurzaam bloeijenzich ontwikkelen of in een eerlijke mededinging treden kan, wanneer zij door kennis van al wat tot haar vak behoortwordt gevoed. Het nijvere Twenthe vindt binnen Leiden wel geestverwanten, die tot zulk doeleinden in de beurs durven tasten maar zij maken

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1861 | | pagina 1