Italië gezonden isten einde de aansluiting te bevorderen en ^zich tot ondervereenigingen te vormen. Bij genoegzame deelneming zal de vereeniging een dagblad uitgevendat zich vooral ten taak zal stellenom hare hoofdbeginselenbur gerlijke en staatkundige vrijheid, eerbiediging van het natio nale recht en erkenning door woord en daad van een ver- eenigd en onafhankelijk Italië onder Koning Victor Emanuel, te verdedigen en ingang te doen vinden. De geruchten, die omtrent den gezondheidstoestand van Koningin Victoria in omloop waren blijken niet geheel on gegrond te zijn geweest. H. M. schijnt werkelijk gedurende eenigen tijddoor het overlijden der Hertogin van Kentin een staat van zwaarmoedigheid te hebben verkeerddie voor zeer ernstige gevolgen vreezen deed. Het gevaar is, naar men verzekert, nu geheel geweken, ofschoon de Koningin nog steeds in een zeer sombere gemoedsgesteldheid verkeert. Zeker heer George Wihondie onlang3 bij Wighton overleed heeft een testament gemaakt, waarin de volgende beschikking voorkomt: "Ik vermaak aan den Keizer van China de som van negentien pond negentien shillings, als bewijs van mijne dankbaarheid voor de voorkomende behan deling, die mij op mijne reis in China in 1855 van de zijde der beambten van dat rijk is te beurt gevallen. De onlusten in Noord-Araerika oefeueu een zeer nadee- ligen invloed op de handelszaken in Engeland uit, welke met dat land op zeer beperkte schaal gedreven wordenterwijl het gevaar van oorlog dreigend genoeg schijnt voortekomen, om aan de Engelsche en vreemde schepen voor katoen tusschen de 30 en 40 per cent hoogere vrachtprijzen dan aandeAme- rikaansche te verzekeren. Een in Posen verschijuend dagblad, waarvan de aarts bisschop van Gratz redacteur is, noodigt de Poolsche geeste lijkheid uit tot een algemeene deelneming aan de ontstane beweging en wijst als het belangrijkste deel van hare taak der geestelijkheid op het aanhitsen van den adel, waartoe veel kan bijdragen, dat zij de jongere zonen der adellijken tot den geestelijken stand opvoedt. Uit Inspruck wordt het volgende voorval gemeld. Bij gelegenheid van een receptie der leden van den landdag aan het paleis van den stedehouder, den aartshertog Karl Ludwig, sprak deze den afgevaardigden Hasselwanter op de volgende wijze toe: "Ik heb de kernachtige, rede door u betreffende de godsdienstkwestie in den landdag gehouden, met aandacht gelezen. De beginselen omtrent de gelijkstelling van alle be lijders zoo klaar en duidelijk ontwikkeld, hebben mij ver heugd. Die rede getuigt dat gij dit gewigtige onderwerp grondig hebt overwogen." Wegens het afbreken der onderhandelingen tusschen Oostenrijk en Pruissen over de militaire Bondsconstitutie wil len sommigen weten, dat Pruissen de ontruiming der Bonds- vesting Mainz door Oostenrijk verlangt en daarentegen het terugroepen zijner eigen troepen uit Rastadt aangeboden zou hebben, en dat, toen Oostenrijk hierin niet bewilligde en Pruissen in zijnen eisch volhardde, de onderhandelingen af gebroken zijn. De hofkapellaan opperconsistoriaalraad Weizsacker, redac teur van de Jaarboeken der Duitsche Theologie en uitgever van de Theologie des N. T. door Schmid is in plaats van prof. Baur benoemd tot hoogleeraar bij de Evangelisch Theologische faculteit te Tubingen. Men zegtdat aan den Paus men weet nog niet van waar, 41 kisten met goud en zilver zijn toegezonden, zoodat de geldmiddelen van de pauselijke regering, naarj men meent weder voor een jaar geregeld zijn. Het dagblad van Gent gewaagt van een zeer ernstige rustver storing die Maandag 11. aldaar plaats greep. Reeds in de vorige week had een aantal werklieden in de fabriek der heeren Parmen- tier, van Hoegaerde en C°. den arbeid gestaakt en door an deren die van het platte land ontboden waren moeten ver vangen worden. De poging der fabriekanten, om de onwilligen terug te doen keerendoor aan bekwame, wevers vau beider kunne een weekgeld van 15 francs en hooger te beloven, bleef vruchteloos; de billetten werden afgescheurd, de vreemde werklieden beleedigd en het gemor over het bedrag van het werkloon duurde voort. Maandag nu namen de zaken eeu meer ernatigen keer. Het zij dat er Zondag zaraenkomsten gehouden zijnof dat de misnoegden 's Maandags buitengemeen veel gedronken hadden, des namiddags tegen drie uur stroomden zij in menigte naar de Tolhuiswijk buiten de Saspoort, waar de fabriek van den heer Parmentier gevonden wordt, van een soort van vaandel voorzienwaarop de woorden"Eendragt maekt magt. De wevers van Gent," te lezen stonden. Toen de troep den heer Parmentier em een zijner kantoorbedienden ontmoette, greep er een schandelijk tooneel plaats. Beiden werden op de grofste wijze mishandeldtotdat welgezinde lieden hen ontzetten ea bij den heer Casier in veiligheid bragten. Nu ging het tegen de fabriek losdie door agenten van politie bezet was en waar men, uit voorzorg, alles had digt gegrendeld. Maar met onbeschrijfelijke woede verbrijzelde de menigte de deur met behulp van een balkdrong naar binnen en ving eeu gevecht met de commissarissen en agenten van politie aan, verschei den van welke ernstige kwetsuren bekwamen. De vrouwen overtroffen, volgens de getuigenis der toeschouwers, de man nen in woestheid, een van haar ontrukte een politie-agent zijn sabel en bragt hem daarmede een slag op het hoofd toe, terwijl een andere aan rustige wevers verweetdat zij te laf waren om hun broeders in het werk der vernieling bijtestaan. Het getal der wederzijds gekwetsten wordt nog niet opge geven. Nadat nu het aantal der politie-agenten versterkt en de burgerwacht op de been gekomen wa9, de gendarmes en troe pen der bezetting ontboden en de naburige herbergen alle gesloten warenhadden er talrijke arrestatien plaats. Niet minder dan 73 oproermakers werden naar het hui9 van arrest overgebragt, terwijl men zegt dat de voornaamste oproerma kers, die zich verborgen gehouden hadden, Dingsdag nacht door de politie zijn ontdekt en gegrepen. Dingsdag morgen heeft ook het werkvolk der fabrieken van de heeren Hooreman-Cambier, Delise en anderen den arbeid gestaakt, en werden de bedreigde fabrieken door de politie en gendarmerie bezet. Zingende vrouwen en meisjes doorkruisen de straten. De burgerwacht heeft voortreffelijke diensten bcwezeu en moest Dingsdag middag op nieuw onder de wapenen komen. De heer Burgemeester van Kerchove heeft een zeer ernstige waarschuwing doen afkondigen, in welke het voorgevallene ten sterkste betreurd wordt, de werk lieden vermaand worden aau geen noodlottige opruijiugen, die velen hunner reeds hebben medegesleepthet oor te leenen, en allen, in hun eigen belang, tot onthouding van alle za- menscholing en tot hervatting van hunnen arbeid werden aangespoord, opdat de overheid zich niet moge genoodzaakt zien de toevlugt tot de gewapende magt te nemen. Volgens een ontvangen depêche, blijven de wevers den arbeid staken eu duchtte men nieuwe troebelen ten gevolge der weigering van de autoriteiten, om een honderdtal in hech tenis genomenen op vrije voeten te stellen. De troepen hiel den zich op alles voorbereid. Woensdag morgen zijn uit Antwerpen troepen naar Gent gezonden. Ongeveer 90 personen zijn gearresteerd. Bij het gevecht tegen de werklieden werden o. a. drie commissaris sen van politie gewond. Gisteren hebben nog de werklieden van verscheidene fabrieken hnn werk gestaakt. De fabrieken zijn door de policie en gendarmerie bezet. De vrouwen en meisjes loopen zingende langs de straten. Op ver scheidene punten der stad hadden weder zamenscholingen plaats. Te Gent is de rust verder niet ernstig verstoordzoodat de burgerwacht Woensdag avond ten 10 ure afgedankt kon worden en Donderdag morgen de grootste kalmte heerschte. De houding der burgerwacht wordt algemeen geroemd en het nut van hare batterij rijdende artillerie, door den meerderen indruk die zij op een opge ruide menigte teweegbrengt, is^op de proef gebleken zoodat een uitbreiding van dat korps wenschelijk zijn zou. De wonden, den heer Parmentier eu zijn kantoorbediende, den heer Dan- gotte-, toegebragtzijn reeds aan het genezen, evenals die welke den Commissaris Laquet bekomen had. Algemeen is de verontwaardiging over het mishandelen van den fabrikant Parmentier, die steeds alles voor zijn werkvolk over had en o. a. aan hun kinderen onderwijs verschafte.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1861 | | pagina 2