pen, zonder kennisgeving daarvan aan den commissaris van politie. Door den heer Mr. Jac. van Gigch, voor den appell. optredende, werd in de eerste plaats aangevoerd een exceptie van nietigheid van dagvaarding. Hij wederlegde in de tweede plaats breedvoerig de gronden van het vonnis, en trachtte te betoogen, dat de bepaling der keur was in strijd met de grondwet en met sommige bepalingen der gemeentewet, zoo wel als met art. 626 Burg. wetb. - Het O. M., bij monde van den subst.-offic. Mr. Raedt van Oldenbarnevelt, verdedigde daarentegen het vonnis en beweerde, dat de gemeenteraad van Delft bevoegd was dergelijke bepaling te makeD. - Na re- en dupliek is de uitspraak bepaald op 25 dezer. Bij de commissie voor den opbouw van een nieuw dia- konie weeshuis te 's Hage zijn weder onderscheiden giften ontvangen, als een van NN., groot 6000. In den Koninklijken Franschen Schouwburg te 's Hage zullen Zaturdag avond worden ten tooneele gevoerd: le Trou- veregroote opera van Yerdi, le Tableau parlantopera co- mique en le Serment d? Hor acecomedie. De gewone jaarlijksche algemeene vergadering van de Ned. Maatschappij ter bevordering voor de afschaffing der slavernij zal worden gehouden op den Isten Mei 1861 te 's Gravenhage, in het locaal op den Fluwelen Burgwal, en aanvangen des morgens te 11 uur. Te Amsterdam is het opbouwen van een nieuwe R. Ka tholieke Kerk op de Haarlemmerdijk bij den korte Prinsegracht aangenomen voor de som van 128000 door den heer J. Bremken te Luik. Mr. P. H. Tut.ein NoltLenius heeft zijn ontslag als lid van den Gemeenteraad van Haarlem ingediend. -De brochure van Mr. J. B. Hugenpoth tot den Bee- renclaauw, Advocaat-generaal bij het Prov. Gerechtshof in Nederland, //de kloosters in Nederland in 1861heeft in ruime mate de verbolgenheid onzer Katholieke iandgenooten opge wekt, die daarin een poging zien om de kerkelijke hartstog- ten tusschen protestanten en katholieken op nieuw in 't leven te roepen en tegen elkander een strijd op leven en dood te beginnen, 't Is te hopen dat dat vermoeden ongegrond is en zich in allen gevalle niet vroeg of laat bevestigt. Maar toch zijn we daarop niet zoo gerustals het van de bezadigdheid onzer protestanlsche Iandgenooten afhangt, waaronder nog zeer veleudie niet aan allen de vrijheid gunnen, door de grondwetsherziening van 1848 erkend en gewaarborgd. Tegen over de vastberadenheid der Katholieken, die zich hun rech ten niet zullen laten ontweldigenstaat de ijver van een deel der protestantenwier protestantisme niets anders en niets meer is dan anti papisme en zich hoofdzakelijk openbaart in de ondersteuning van verschillende in hun geest opgerigte en handelende genootschappen en vereenigingen. Uit dien hoofde mag men het raadzaam achtendat die questie blyve op het gebied van de wetenschap en van het recht. Ten aanzien van het bezoek door Z. M. Vrijdag 11. in de YVillemstraat te Amsterdam afgelegd, kan nog worden medegedeeld, dat dit achtergedeelte der stad reeds vroeg in den morgen met een digte volksmenigte was bezet. Het ge bouw voor Evangelisatie aan het einde der straat sedert de demping van de goudsbloemgracht opgerigt, was voor de ont vangst des Konings in gereedheid gebragt en smaakvol ver sierd. Op de open plaats bevond zich te midden van vlag gen, groen en bloemen, een groot aantal meisjes, leerlingen der aldaar gehouden breischool, terwijl in het lokaal zelf, mede doelmatig ingerigt en prijkende met de portretten van "Willem den Zwijger en Willem IIIeenige personen verte genwoordigende de bewoners der Willemstraat, Z. M. af wachtten. Te ruim 11 uur verscheen Z. M., gevolgd door HH. KK. HH. den Prins van Oranje en Prins Hendrik, benevens eenig gevolgalsmede den Burgemeester dezer stad en werd onmiddelijk door de me:sjes begroet met het Wilhelmuslied, waarop Z. M. in het locaal geleidaldaar toegesproken werd door den heer J. van Eik. ZEd. betuigde zijn dank voor het voorrechtdat deze buurt mogt genieten door de tegenwoor digheid van Z. M. in haar raiddenwees op het doel van deze inrigting ten behoeve des volksalwaar een gelegenheid bestond voor beiaarden om te leeren lezen en schrijven, een breischool, een zondagschool, en waar ook bijbellezingen en bidstonden worden gehoudendie door predikanten in die stad en ook door mannen uit het volk geleid worden, ten einde alzoo het stoffelijke te heiligen door het geestelijke, »Sire!" zoo vervolgde de heer van Eik, «Gij bevindt u op dezen oogeblik te midden van een volkdat zeer gehecht is aan Oranje. De vruchten daarvan zijn dan ook treffend. Op 17 Februarij is te zeven ure in den vroegen morgen aan deze plaats biddag gehouden ja vóór den 19den Februarij reeds is deze bevolking opgewekt gewordenom voor U. M. te bidden dat het God moge behagen Zijn dierbaarste zegenin gen over U uittestorten. En vergun thans, Sire! dat de mannen des volks, hier vergaderd, U. M. bij monde van een hunner, van hun liefde doen blijken." Hierop trad P. N. de Vries, die als Evangelist in deze buurt werkzaam is, voor, en betuigde in eenvoudige en har telijk woorden de gevoelens van hulde en eerbied voor het stamhuis van Oranje. Hij zeide nagenoeg het volgende: «Het volk in de Willemstraat, Sire! is gehecht aan Uwen persoon. Het volk is altijd, verblijd als de Koning in de stad isen nu meer dan ooit, nu de Koning in de Willemstraat komt, die door de zorgen van het stedelijk bestuur zulk een mooije, breede straat is gewordenen die te recht Willemstraat heet. Het volk kon niet tot u gaandaarvoor hebben zij geen geldmaar zij konden voor en met U tot God gaanen daarom hebben zij volgaarne met ernst en het geloof, voor en met den Koning gebedenen dat hebben zij gedaan met geheel hun hart. Zij hebben het zeer goed begrepen toen er een schrijven van U. M. uitging, om een biddag te houden, en hebben daaraan onmiddelijk gehoor gegeven. Maar zij heb- nog iets anders gedaanen bieden u een gering blijk van hun hartelijke liefde en trouw aan. De Koning der Koningen ver smaadde hel penningske der arme weduwe nietzij hopen dat U. M. hun gave niet versmaden zal." En nu bood hij Z. M. een sierlijk bewerkte zilveren beker met deksel aan. Z. M. nam zigtbaar bewogen den beker aangaf zijn dank baarheid te kennenverklaardedat het Hem aangenaam was zich in het midden van het volk te bevinden en recht streeks te kunnen spreken. Den ontvangen beker zoude Z. M. als een aangename herinnering aan dit uur altijd in waarde houden. Mogt het vaderlandhetgeen God verhoedeooit weder in nood verkeerendan zou Z. M. ook op de plaatsen van het gevaar niet gemist worden. "Daarvoor," zeide Z. M. //zijn wij in de wieg gelegd wij Prinsen van Oranje kunnen niet anders doen. Weest daarvan overtuigd." Nadat Z. M. zich nog eenige oogenblikkeu minzaam met de aanwezigen had onderhouden, bragt een hunner zijn zoontje tot Z. M., die dit kind vriendelijk de hand gaf, naar zijn naam vroeg, en toen de knaap geantwoord had//Frans Dau- banton, Sire!" zeide Z. M."Je bent een ferme jongen." Daarna vroeg de in de dienst des Heeren grijs geworden Bijbel-colporteur Herman verlof van den Koning om Hem Ps. CXXXIV: '6 biddende te mogen toezingen. Dit geschiedde en nu verliet Z. M. het locaal met de betuiging: ulk dank udat zijn van die geschenken en die urenwelke men 7iooit vergeet - Aangenomen het beroep naar de Herv. gem. te Wrol- vega (Friesland) door Ds. G. Simons, pred. te Augsbuur; - naar Lollum (Friesland) door Ds. J. van der Meulenpred, te Arnemuiden en beroepen bij de Herv. gem. te Ooslzaan Ds. D. M. G. Roldanus te Wilnis. Tot pred. te Bovensmilde (Drenthe) is gekozen de heer T, Buiter, hulpprediker aldaar. De bloei en welvaart van Nederland staan in een on afscheidelijk verband met den toestand der overzeesche be zittingen. Overvloedig zijn de voordeelendie zij aan het moederland schenkenmaar nog niet algemeen is de overtui ging doorgedrongen tot allendat Nederland te dien aanzien gewigtige pligten le vervullen heeft. De rampdie een deel van Java heeft getroffeneischt diep medelijden dat zich openbare in krachtig liefdebetoon. De uitnoodiging die onder

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1861 | | pagina 2