Buitenlandsch Nieuws.
De Gemeenteraad van Rotterdam heeft aan een der
hoofdambtenaren bij de plaatselijke secretarie, B. J. Verifelt
een zeer vereerend blijk van erkentelijkheid en tevredenheid
geschonken, ter gelegenheid van zijn volbragte 50jarige trouwe
dienst.
Uit een overzigt van Nederlands in-, uit- en doorvoer
van eenige der voornaamste handelsartikelen in 1860, verge
leken met het gemiddeld cijfer over 18561860,18511855
en 18461850, ontleenen wij de volgende bijzonderheden,
die hoogst belangrijk zijn ter juiste beoordeeling van een
voorgestelde herziening van het bestaande tarief.
MANUFACTUREN.
Artikelen. Jaren. Alg. inv. inv. tot verb. Alg. uitv.
van wollen lakem
enz. in ponden, 1860 567,350 502,355 71,696
gem. over 1856—60 568,063 498,447 85,335
1851—55 544,222 480,869 98,855
1846—50 445,848 376,333 90,667
van wollen, de 6 el
meer dan 1 pd. in
ponden 1860 345,790 212,266 194,269
gem. over 1856—60 314,158 191,557 192,011
1851—55 331,294 235,254 149,984
1846—50 512,930 374,472 187,873
van wollen, de 6 el
minder dan 1 pd.
naar de waarde1860 5,010,114 3,477,6361,594,542
gem. over 1856—60 4,664,468 3,188,543 1,550,532
- 1151—55 3,774,362 2,485,291 1,344,802
1846—50 3.228.776 2,057,581 1,280,928
Het artikel manufacturen levert goede uitkomsten aangaande
den voortgang onzer fabrieken. Immers de invoer tot verbruik
vermeerderde van 1856 tot 1860 slechts met bijna 10 pCt.
van 16 mill, tot 17 mill.; daarentegen toont de uitvoer
van inlandsch fabrikaat (uitv. uit vrij verkeer) in dienzelfden
tijd een toeneming van c.a. 80 pCt., van 8 mill, tot /14s-
millioen.
Over de vijfjarige tijdperken was:
Inv. tot verbr. Uitv. uit v. v.
Tijdperk eindig: 1850 f 124 mill. f 5s mill.
1855 J 14' ir c/81 H
1860 h 166 n 98
Daarentegen levert de uitvoer van inl. gemaakte lakens een
aanzienlijke vermindering, n.l. in de drie tijdperken 22 dui
zend, 35 duizend en 17 duizend pond.
Evenzeer is er vermindering bij den uitvoer van fijne
wollen manufacturen (nl. minder wegende dan 1 pond de 6
el.) Van deze was de uivoer van de 3 tijdperkenresp.
113,000, f 63,000 en 84,000. - Daarentegen is er ver
meerdering in den uitvoer van grove wollen manufacturen
nl. 49,000, 50,000 en 69,000 pond; terwijl de consumtie van
buitenlandsche zware wollens in dezelfde tijdperken de sterke
vermindering aantoont van 375,000 pond jaarl. invoer (einde
1850) tot 191,000 pond (einde 1860).
Het belangrijke artikel geraffineerde suiker levert in dezen
staat mede de vewijzen ten voordeele van de daaromtrent
laatstelijk gevolgde wetgeving. De cijfers van uitvoer waren
over cle vijfjarige tijdperken gemiddeld per jaar 468 millioen
546 mill, en laatstelijk 5I2 mill. pond. Over het tijdperk met
1860 eindigende is er dus wel een geringe afneming in het
gemiddelde, maar die geheel door de lage jaren 1856 en 57
wordt gedragenwaarin de uitvoer slechts 468 en 42 mill,
bedroeg. De drie laatste jarenjuist na de inkorting van de
uitvoer-premiewaarvan sommigen het ergste vreesden leve
ren de aanzienlijke cijfers van 52s, 561 en 58® mill. pond.
Wat grondstoffen betreft, vinden wij voor ongetwijnde ka
toengarens een toeneming van verbruik in drie jaar, van 47
mill, pond in 1857, tot 7 mill, in 1860. Consumtie in de
vijfjarige tijdperken resp. 31 mill., 61 mill, en 5s mill. pond.
De cijfers van den invoer van ruw katoen toonen sterke ver
meerdering van jaar op jaarAlg. invoer 31 mill, pond in
1860 tegen 143 mill, pond in 1858 - over de drie tijdper
ken resp. 10J, 15-J en 21 mill. pond. Bij den aanvoer dezer
groote hoeveelheden is echter de consumtie der inl. spinne
rijen welke hoezeer in de laatste jaren toouemeude toch nog
slechts een zeer gering gedeelte dezer katoen-aanvoeren ver
werken niet met genoegzame zekerheid uit deze staten op-
temaken.
t.
De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Donderdag
's avonds te 5 uur 40°, te 8 uur 38°, te 10 uur 36°. Heden Vrij
dag 's morgens te 6 uur 38°, te 8 uur 41°, 's namiddags te
12 uur 46°, te 2 uur 45° en te 4 uur 45°.
Woensdag heeft in het Wetgevend Ligchaam te Parijs
de heer Picard de overmatig groote magt gelaakt, welke aan
den prefect der Seine is verleend. Hij wenschte, dat het stel
sel, sedert 1848 ingevoerd, weder afgeschaft werd. De heer
Marrast heeft in de moeijelijke omstandigheden van dien tijd
gemeend in het gemeentebestuur een ware dictatuur te mogen
voeren; hij had ongelijk, maar hij heeft de verwijtingeD, des
wege gedaanbeantwoord door zoo arm te sterven dat zijn
vrienden verpligt warende kosten zijner begrafenis te bestrij
den. De heer Picard wenscht niet, dat de prefect van de Seine
ooit tot dit uiterste kome. Hij wijst op de speculatie
welke met grondstukken wordt gedreven, en beweert, dat er
alle mogelijkheid bestaat, om aan Parijs toetekennenhetgeen,
aan Warschau is toegestaan. De heer Devinck verdedigt het
stedelijk bestuur. De HH. Clary en Hénan voeren het woord
waarna de heer Billault het stelsel van het gemeentebeheer
van Lyon verdedigt, en spreekt over het vraagstuk van het
bouwen. Hij doet uitkomendat de stad verpligt is geweest
om 16,000 huizen te doen bouwen wegens de vermeerdering
der bevolkingen voegt er bijdat men het oogenblik nadert
waarop de huren verlaagd zullen worden. Hij verwondert zich
over de hatelijke ^toespelingenwelke zijn gedaan; indien er
ernstige en bepaalde feiten bestaan, dat men die te berde
brenge, en men zal die in handen der justitie stellen. Er moet
een einde komen aan die zijdelingsche beschuldigingenaan
die onverklaarbare aantijgingen. De heer Picard antwoordt,
dat de Minister de wet van 1859 wel kent, die in zake van
hoon en laster geen bewijs door getuigen veroorlooft; be
schuldigen zou dus een veroordeeling ten gevolge hebben. Hij
zegt verder, dat de Rekenkamer zelve heeft verklaarddat er
onregelmatigheid bestaat in de comptabiliteit. Hij verklaart
dat de administratie gronden heeft toegestaan zonder die in
openbare veiling te brengen en zelfs zonder contract te sluiten.
Een gemeentebestuur, bij verkiezingen verkregenkan alleen
waarborgen geven. De heer Billault wederlegt hetgeen door
den heer Picard is aangevoerd. Het amendement is daarna
verworpen en de volgende paragraphen tot de 16de worden
aangenomen. Op 17 is door den heer Favre een amende
ment voorgesteld, strekkende, om leedwezen te betuigen dat
Algerie weder onder militair gezag is gebragt. De heer Favre
ontwikkelt zijn amendement en somt de gebreken van het
militair bestuur, dat de kolonisatie belemmert, op. De geuer.
Allard, commissaris der regering, zal Woensdag antwoorden.
De tweede opvoering van' Tannhauser te Parijs heeft
Maandag avond een zwaren storm verwekt in de opera. Het
werk van Richard Wagner werd zoo onbarmhartig uitgefloten,
dat het onzeker is of het weder op het affiche zal verschijnen,
't Is waar, dat de Parijzenaars de vrijheid hebben genomen
om de werken uittefluiten van een Shakespearevan een Beet
hoven en Rossini, toen zij die voor 't eerst leerden kennen.
Later werden zij dan genoodzaakt water in hun wijn te doen
en schermden zij niet zelden het meest met wat zij eerst
hadden verworpen. Iutusschen heeft men nu de Guillaume Teil
in de opera geannonceerd, om het verhitte bloed een weinig
tot bedaren te brengen.
Blijkens een mededeeling van den handelsminister heb
ben de Pruissische spoorwegendie van staatswege zijn aan
gelegd, in het jaar 1860 een overwinst opgeleverd van 4,100,000
thalers, zoodat het daartoe aangewende kapitaal 5J percent
heeft aangebragt.
De Pruissische commissie, belast met het onderzoeken van het
voorstel door den heer Reich en sperger c. s. gedaanbetref
fende het aanleggen van een spoorweg van Crefeld over Kem
pen Gelder en Cleef naar Nijmegen heeft daarover rapport
uitgebragt. De conclusie der commissie is zeer gunstigzij
drukt de hoop uit, dat de regering er ernstig op zal aandrin
gen, dat de Rijnspoorwegmaatschappij zoo sooedig mogelijk