N°. 309. Donderdag 28 Februarij. A°. 1861. Het Raadsbesluit van 24 Januari) 1861. DAGBLAD. Deze Courant verschijnt eiken dag, be halve Zon- en Feestdagen, en kost voor Leiden 1.95, en franco per post 2.80 in de drie maanden. De prijs der Advertentiën is voor eiken regel Zes Cents, behalve 35 Cents zegel recht, voor elke plaatsing. Afzonderlijke Nommers Vijf Cents. Spoortreinen van Leiden naar 's Gravenhage, Delft, Schiedam en Rotterdam te 10 u. 6 m.; 12 u. 58 m.; 6 u. 3 m.; 9 u. 13 m. Naar Haarlem en Amsterdam te 8 u. 47 m.; 1 u. 3 m.; 4 u. 47 m.; 7 u. 57 m. Stoomboot van Leiden (Ligplaats Haven) naar Amsterdam, Maandag ochtends 4 u., de overige werkdagen 5 u.; van Amsterdam (Beerebijt) maar Leiden 's middags 2 u. Postbusligtingen aan de Lakenhal, Katoenfabriek en op de Nieuwstraat: 's morgens te7 u. 55 m., 'smiddags te 12 u., 'snamiddags te 3 u. 45 m., 'savonds te 8 u. 10 m. Oost-Indische Landpost. Over Southampton, 1 en 17; over Triest, 6 en 22; over Marseille9 en 25 van elke maand. Rijks-Telegraaf. Werkdagen van 912 en van 27 uur. Zondag van 27 uur. Spoorweg-Telegraaf dagelijks van 8uur. Zittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad, op onbepaalde tijden. - Burgemeester en WethoudersMaandagen Donderdag te 11 uur. - Commissie van Fabricage, Dingsdag te 12 uur. - Burgemeester, dagelijks te 10 uur. - Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelijks van 104 uur. - Thesaurie, dagelijks van 102 uur. —De Gemeente- Arehitect is te spreken te zijnen huize op den Ouden Singel, 'smorgensvan 910 uur. Kantoor der Plaatselijke Accijnsen, dagelijks van 81 uur en van 36 uur; der In- en Uitgaande Rechten en Acoijnsen dagelijks van 91 uur en van 36 uur; van 'sRijks Directe Belastingen, Maandag, Dingsdag, Woensdag en Donderdag van 92 unr; van Zegel, Registratie dagelijks van 84, van de Hypotheken en het Kadastervan 94 uur. Onder dagteekening 'van den 9 Januarij 1861 is aan den Gemeenteraad ingediend een rapport, opgemaakt door een Commissie, die belast was met het onderzoek naar een andere regeling betreffende het Stedelijk Ziekenhuisdie niet te na- deelig is voor de gemeente. Dat rapport was in de openbare zitting van 24 Januarij aan de orde gesteld en de Spreker, die daarover de beraadslaging opendegaf te kennendat hij de overeenkomst van 1853 voor de stad noodlottiger achtte, dan de ramp, die voor':>54 jaren deze stad trof en dan de watersnooddie zoo zeer een gedeelte van ons vaderland teisterde. Als die overeenkomst, waarin hij wel een twaalftal nulliteiten zagwerd uitgevoerdkon men wachtendat een doodsteek aan de finantiën der Gemeente werd toegebragt en Spreker wenschte die afgeweerd te zienwaarom hij zich vereenigde met het voorsteldat de Raad zich tot den Minister van Din- nenlandsche Zaken wendde, om die overeenkomst ontbonden te zien. - Het lid, dat daarop zijn gevoelen zou mededeelen verklaarde daarmede verlegen te zijn, omdat hij aan de eene zijde zijn bezwaren tegen de overeenkomst zag bevestigd en aan de andere zijde begreep, dat de poging van den Raad, om zich van de nakoming eener aangegane overeenkomst te zien ontheffenweinig ingang zou vindennu men dezer da gen besloten had zich zoo het mogelijk was te bevrijden van de verpligting, die er bestond, om de vroeger uit de kas der Weeskamer genoten sommen terugtegeven en om van den Staat een ruimere vergoeding te erlangen dan werd aangeboden voor het verlies der inkomsten van de visscherij in het Haar lemmermeer. Voor en aleer zich te beslissen over de uitte- brengen stem, zou spreker afwachten wat door andere leden werd in- het raidden gebragt. Later deed dat lid nog een po ging om te trachtendat de conclusie van het rapport eeni- germate werd gewijzigd. - De daaropvolgende spreker had evenzeer bezwaren tegen de overeenkomst van 1853 en begreep, dat men geen middel onbeproefd moest laten om zich op een eerlijke wijze ontlast te zien van de bezwaren die daaraan voor de stad verbonden waren. - Met warmte en met klem werd daarop de overeenkomst verdedigd in het belang van liet' Academisch onderwijs zoowel als dat der ziebp armen door een liddie in de orde der beraadslagingen sprak. - ,l^et^ liddaarop vol gende, kon het begrijpen, dat het Chmsch onderwijs prijs stelde op het bezit van een uitgebreide iustelling, die eeni- germate in verhouding stond tot de binnen- en buitenlandsch# Ziekenhuizenwaar de geneeskundige practijk met de weten schap in verband was gebragt. Evenwel zag Spreker in de overeenkomst een niet onbeduidend geldelijk bezwaar. - De rapporteur der Commissie, die, dewijl de overige leden afwezig waren, de verdediging van het rapport op zich nam, gaf te kennen, dat de overeenkomst in menig opzigt streed met de Gemeentewet en dat hij niet kon of mogt denken aan het be zwaar, door een der leden geopperd alsof het verlangen van den Raad, om zich van dan opgelegden last bevrijd te zienbij den Minister invloed zou hebben op de beoordeeling en beslissing van anderezaken, die ouiteu eenig verband stonden met de onderwer- pelijke. Hij trad vervolgens in een ontwikkeling van sommige punten uit het rapport, die de strekking had om het laatst ingediend plan in zijn in het oog loopende gebrekkelijkheid te leeren kennen. Die punten betreffen vooral de raming van kosten voor mobilair enz. en de berekening van 3ü cents daags voor voeding, die grond gaven voor het vermoeden, dat het nieuwe gebouw niet zou kunnen voldoen aan de ei- schendie bij de overeenkomst waren gestelden dat misreke ningen ten nadeele der gemeentekas bij de uitvoering van het laatste plan zouden onvermijdelijk zijn. - De daaropvol gende spreker verklaarde zich met de conclusie van het rapport te zullen vereenigen; en dat was ook het gevoe len van het lid, dat nu aan de beurt kwam, evenwel zonder zich te kunnen vereenigen met den inhoud en toon van het rapport, die hem onnoodig scherp voorkwam. In ge lijken geest sprak mede een ander lid van het collegie van dagelijksch bestuur, zonder zich evenwel over het rapport uitte- laten, daar hij wenschte, dat de Staat deed, wat bij de over eenkomst door de stad zou worden gedaan eu dat de lgrffste al leen in billijkheid zou bijdragen. - De daaropvolgende spreker moest alieen aan het oordeel van rechtsgeleerden o/èfj&têfc óffer mogelijkheid bestonddat de overeenkomstznnals p.We.i'd Ai.-.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1861 | | pagina 1