N°. 308. -Woensdag 27 Februarij. A0. 1861. Binnenlandsch Nieuws. LEIDSCH DAGBLAD. Dez» Courant verschijnt eiken dag, be halve Zon- en Feestdagen, en kost voor Leiden 1.96, en franco per post 2.80 in de drie maanden. De prijs der Advertentiën is voor eiken regel Zes Cents, hehalve 35 Cents zegel recht, voor elke plaatsing. Afzonderlijke Nommers Vijf Cents. Spoortreinen van Leiden naar 's Gravenhage, Delft, Schiedam en Rotterdam te 10 u. 6 m.; 12 u. 58 m.; 6 u. 3 m.; 9 u. 13 m. Naar Haarlem en Amsterdam te 8 u. 47 m.; 1 u. 3 m.; 4 u. 47 m.; 7 u. 57 m. Stoomboot van Leiden (Ligplaats Haven) naar Amsterdam, Maandag ochtends 4 u., de overige werkdagen 5 u.; van Amsterdam (Beerebijt) maar Leiden 's middags 2 u. Postbusligtingen aan de Lakenhal, Katoenfabriek en op de Nieuwstvaat's morgens te 7 u. 55 m 's middags te 12 u., 'snamiddags te 3 u. 45 m., 'savonda te 8 u. 10 ra. Oost-Indische Landpost. Over Southampton, 1 eu 17; over Triest, 6 en 22; over Marseille9 en 25 van elke maand. Rijks-Telegraaf. Werkdagen van 912 en van 27 uur. Zondag van 2—7 uur. Spoorweg-Telegraaf dagelijks van 89-j uur. Zittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad op onbepaalde tijden. - Burgemeester eu WethoudersMaandagen Donderdag te 11 uur.- Commissie van Fabricage, Dingsdag te 12 uur. - Burgemeester, dagelijks te 10 nul'. - Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelijks van 104 sur. - Thesaurie, dagelijks van 10—2 uur. - De Gemeente-Architect is te spreken te zijnen huize op den Ouden Singel, 'smorgens van 9—10 uur. Kantoor der Plaatselijke Accijnsen, dagelijks van 8 1 uur en van 36 uur; der In- en Uitgaande Rechten en Accijnsen dagelijks van 91 uur en van 36 uur; van 'sRijks Directe Belastingen, Maandag, Dingsdag, Woensdag en Donderdag van 92 aar; - van Zegel, Registratie dagelijks van 84, van de Hypotheken en het Kadaster, van 94 uur. Z. M. heeft benoemd tot raadsheer in het prov. gerechts hof in Noord-Holland Mr. J. F. T. van Valkenburg, lid der Gedeputeerde Staten van Noord-Holland en plaatsv. kanton rechter te Haarlem; - tot subst.-officier bij de arrond.-recht bank te Amsterdam Mr. M. J. van Lennep, subst.-officier van Justitie te Nijmegen- tot notaris binnen het arrond. Hoorn, ter standplaats de gemeente Rijp, H. Lau, cand.- notaris en burgemeester der gemeente Schermerhorn en Ursum; - tot directeur van het postkantoor te Sneek O. G. Bungenberg commies van de 2e klasse; - tot commies van de 2' kl. F. Hoyer en van de 3e kl. O. Z. van Zandick, en tot surnume rair P. J. van Werkhoven te Amersfoort. De afdeelingen van de Tweede Kamer hebben een aan vang gemaakt met het onderzoek van het wetsontwerp nopens het recht op het zegel, voor zoo veel het handelspapier betreft. Bij de Regering bestaat het voornemen de thans be staande wetten op de personele belasting aan een herziening te onderwerpen. Tot het wel doen gelukken van dezen maat regel is het wenschelijk, dat de medewerking der gemeente besturen worde verleend, een medewerking, waarop door de Regering, die ten deze, in het algemeen belang, niet anders dan waarheid zoekt en die tot bereiking van het doel aanmer kelijk zal kunnen bijdragende meeste prijs wordt gesteld. De gemeentebesturen zijn mitsdien met den meesten aandrang en ernst verzochtom op de daartoe door den Controleur van 's Rijks middelen te doene aanvrage, met de meest mogelijke belangstelling en zorgvuldigheid, het hunne bij te dragen tot verkrijging van naauwkeurige opgaven of, voor zoo verre zij zich niet persoonlijk met het doen der vereischte nasporingen mogten kunnen belastente willen toeziendat dit alsdan van hunnentwege met gelijke zorgvuldigheid en naauwkeurig- heid geschiede. In de Zitting der Tweede Kamer van heden Dingsdag is door den heer Betz het volgende gezegd: «Alvorens de vergadering een besluit neme nopens dit voor stel, heb ik voor eenige oogenblikken het woord gevraagd. Wij bevinden ons in een zonderlingen toestand. Gedurende een jaar hebben wij gestaan tegenover een kabinet, dat de naam droeg van een erkend hoofd. De Staats-eourant heeft oui ineiieuvdceld, fiat de lieer van Hall, het hoofd van dit kabinet, zijn eervol ontslag als Minister heeft gevraagd en dat Z. M. dit heeft verleend. Het Ministerie van Hall bestaat dus op dit oogenblik zonder den heer van Hall. Wij weten niet welke de voornemens zijn der overige leden van het ka binet. Ik geloof dat de Kamer recht heeft, om te weten niet alleen wat aanleiding heeft gegeven tot de aftreding van den heer van Hall, maar ook welke de voornemens zijn der overige leden van dit kabinet. De toestand van het oogenblik verlamt en belemmert den gang .onzer werkzaamheden. Ik verzoek dus der Kamer verlof eenige vragen te mogen rigten tot het Ministerie, nopens de aanleiding tot de aftreding van den heer van Hall en welke de voornemens zijn der andere leden van het kabinet." De heer Mackay liet daarop volgen: «Het voorstel van den keer Betz ondersteun ik zeer. Hij heeft gesproken van het recht der Kamer; ik geloof eenigzins verder te mogen gaan en te kun nen spreken van het belang des lands in het algemeen en ook van het belang der Regering. Elk ministerie heeft zijn geschiedenis. De geschiedenis van dit ministerie is nu geslo ten. Hoe zal het nu gaan, of zal men zonder geschiedenis zijn leven voortzetten. Niet alleen toch is het hoofd van dit kabinet afgetredenmaar ook andere leden zijn afgetreden en door andere vervangen. Die verandering levert een schok aan dit kabinet. Ik geloof dus niet alleen dat hier sprake is van het recht der Kamer, maar ook dat het is in het belang der Regering om te komen op een zuiver terrein ten einde te weten waaraan ons te houden en ook om waarbor gen te hebben voor de handhaving onzer constitutionele be ginselen." De Minister van Binnenl. Zaken zeide, dat van de zijde der Regering zeer gaarne aan het verlangen der Kamer zal worden voldaan. - Op voorstel van den Voorzitter wordt be sloten het gevraagde verlof te verleenen en tot het doen der vragen te bepalen morgen Woensdag ten 11 ure. Even als ten vorigen jare zal er naar men verneemt ook weder in dit jaar in de legerplaats te Zeist gekampeerd worden en wel door eenige compagniën van het bataillon mi neurs en sappeurs te 's Hage in garnizoen en door een aan tal tirailleur-kompagniën van de verschillende infanterie- korpsen. Gisteren gingen twee dragonders uit 's liagp'ue paarden»^ van hunne officieren, waarbij zij oppassers waren,/frgden. Toe^. zij in liet. lïösch kwamen trof hun liet 'ongeluk/, dóf '.VefsV.W"»} *i V. wmH* 1 a, 1- X

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1861 | | pagina 1