Buitenlandsch Nieuws.
Naar wij vernemen zal er op 's Konings last aan al de
ledenuitgemaakt hebbende de eerewachtenbij gelegenheid
van 's vorsten intogt op Zaturdag jl., een photographie wor
den uitgereikt, 's Konings beeldtenis voorstellende, en wel
begeleid door een brief van dankbetuiging.
De heer J. de Booijborstelmaker te 's Hertogenbosch
wiens benoeming tot ridder der orde van de Eikenkroon
gemeld is, is Vrijdag tén gevolge van typhus overleden.
Men schrijft zijn ziekte toe aan inspanning bij de liefdadige
verzorging der ongelukkigen door den watervloed in het
Waaggebouw aldaar.
Het provinciaal gerechtshof van Noord-Holland heeft
ter benoeming van een raadsheer in plaats van Mr. P. Elias,
tot lid van den Hoogen Raad benoemdop de aanbevelings
lijst geplaatst: 1°. Mr. W. Goedkoop, griffier bij het hof;
2°. Mr. J. F. T. van Valkenburg, lid der gedep. Staten van
Noord-Holland. 3°. Mr. W. T. Dijkerssubst. griffier bij
het Hof; 4°. Mr. A. de Vries, rechter in de arr. rechtbank
te Amsterdam; 5°. Mr. F. G. R. H. van Lilaar, subst.
griffier bij het Hof en 6°. Mr. M. S. T. de Moraaz Imans
rechter bij de arr. rechtbank te Haarlem.
De waterstand te Zalt-Bommel wa3 Zaturdag 1.13 Ned.
el gevallen- tot Zuilichem en opwaarts tot Keulen heeft
men open water, maar tot Dalem zit het ijs nog vast. Die
ijsdam kan èvenwel niet veel kwaad meer doen, daar het water
er goed doorstroomt en het gevaar voor den Tielerwaard en
den Alblassqrwaard gelukkig voorbij is. Te Nijmegen is de
gierbrug weder gelegdzoodat de overvaart geregeld geschiedt.
Er is vrees, dat de dijkbreuk te Leeuwen niet meer zal te
herstellen zijn, maar de Waal aldaar zijn loop zal houden en
zich in de Maas ontlasten.
Aan een rapport van den ingenieur Waldorp uit Go-
rinchem van den 7 dezer, wordt het volgende ontleend
vHeden morgen ten 8 uur waren wij stoomklaar. Te Go-
rinchem den inspecteur en eenige beambten van den water
staat aan boord genomen hebbende, kwamen wij voor de
ontzettende ijsmassa, die van den Maasmond bovenwaarts de
Waal opzat, en begonnen terstond den aanval. Het ijs was
tot aan den bodem zoo dik opeengescboven, dat wij al dade
lijk met de boot vastzaten. Door welgepaste manoeuvres ge
raakten wij weder los en stoomden er op in, steeds ijsklom
pen als kleine eilanden afstootende. De dikte van het ijs, zoo
als het daar opeengeschoven zat, was niet te bepalen, maar
aan de omkantelende bonken konden wij tot vier el schatten.
Wij hebben gewerkt tot dat de steenkolen op waren en zij
ten 4J- uur hier teruggekomen om steenkolen in te nemen en
onze schoepen alsmede een verbogen wielstang in orde te
brengen, ten einde morgen ochtend het werk te kunnen her'
vatten. Van den ijsdam hebben wij 850 ellen afgebroken over
de volle breedte van het vaarwater, hetwelk te Loevestein
ruim 100 el breed is. De dam liet veel water door, gelijk
wij aan den steeds sterker wordenden stroom konden be
merken."
Gedurig worden te Nijmegen nog personen van de over
stroomde streken ter verpleging overgevoerd. Treffend zijn
hunne verhalen over den doorgestanen kommer. Op het Stad
huis is een groote hoeveelheid kleederen en worden gedurig
eetwaren aangevoerd. Onder anderen heeft de uitgever der no
velle van Ds. ter Haar reeds schoenen, petten, sokken, hem
den en noodige kleedingstukken (met behulp van liefdadige
inrigtingen vervaardigd) der commissie ter hand gesteld. Men
is Donderdag morgen aangevangen met den nuttigen maatre
gel de vele kinderen onderwijs te doen verschaffenwaartoe
het gebouw van het R. C. armbestuur op^de Houtmarkt is
aangewezen. Het Protestantsch ziekenhuis is aangeboden voor
eenige te wachten bevallingen. Men is genoodzaakt geweest
twee ongelukkigen in de inrigting voor krankzinnigen te ver
plegen waarvan de een van schrik bij de doorbraakde an
dere van vreugde over onverwachte redding, het verstand ver
loren had."
Als een bewijs welk een ontzettende massa water zich
op de overstroomde landen in het land tusschen Maas en
Waal bevindt, wordt medegedeeld, dat Woensdag bij een ge
dane peiling een half uur landwaarts in van de doorbraak bij
Leeuwen is bevonden dat aldaar 30 voet water stond. In het
zelfde schrijven wordt gezegd, dat het dorp Alphen nagenoeg
geheel vernietigd is en herbouwd zal moeten worden.
Voortdurend blijven de berigten wegens den waterstand
der rivieren gunstig en schijnt de vrees voor nieuwe onheilen
geweken. De stoombootdiensten op den Rijn en de Waal zijn
weder hervat en de gelegenheid om zich te overtuigen van
de verwoestingen, die de watervloed heeft aangerigt en van
ellende, waarin nog zoo velen onzer landgenooten verkeeren
is nu voor hendie daarin belang stellengeopend. Onbe
grijpelijk is de uitgestrektheid van de schadedie geleden
wordt en wanneer we luisteren naar het verhaal onzer stad-
stadgenootendie de gevolgen van de vreeselijke doorbraak te
Leeuwen voor een deel hebben aanschouwd, dan staan we
verbaasd over de kracht,' die de stortvloed van ijsschollen te
weeg bragt en ongelooflijk komt ons voor de vlugtige schets,
die zij daarvan geven en van den toestand der ongelukkigen
die er door werden geteisterd. LI. Donderdag vonden nog
eenige personen, die in vaartuigen het overstroomde gedeelte
tusschen Maas en Waal bezochtenom voorwerpen optevis-
schen die men nog mogt vindentusschen het ijs bij Leeuwen
een stuk dak van een weggedreven huiswaarop een kind van
8jaren, wiens ouders in den vloed waren gebleven, - en dat
weesje was nog in leven en gezond, ofschoon het in 7 dagen
geen voedsel had genoten.
De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Zatur
dag 's namiddags te 5 uur 45°, te 8 uur 43°, te 10 uur 39°.
Zondag te middernacht, te 3 en te 5 uur 39°, te 8 uur 36°,
te 12 nur 42°, te 2 uur 41°, te 5, te 8, en te 10 uur 38°,
en te middernacht 37°. Heden (Maandag) 's morgens te 3 uur
32°, te 5 uur 30°, te 8 uur 28°, te 12 uur 36°, te 2 uur 36°
en te 4 uur 32°.
Uit Napels wordt berigt, dat een Spaansche stoomboot,
die met depêches voor Koning Frans Gaëta wilde binnenloo-
pendoor de Sardiniërs genomen isalsmede vier pauselijke
vaartuigendie levensmiddelen voor de vesting aan boord hadden.
Uit Gaëta wordt berigt, dat een afgezant van den graaf
van Chambord aldaar is aangekomen en bij een batterij aan
een soldaat in grijzen kapotjas verzochtom een officier, te
sprekendaar hij depêches had voor Koning Frans. Die sol
daat was de Koning zelf, die hem mededeelde, dat hij dage
lijks met de Koningin bij de soldaten in de cantine kwam,
omdat hij beducht was voor verraad.
Keizer Napoleon schreef 5 Febr. aan prinses Mathilde:
//Ik haast mij om u medetedeelen dat'ik in den loop van
den voormiddag reeds drie depêches heb ontvangen, waaruit
het mij blijktdat het geschut van Cavelli tegen Gaëta een
verschrikkelijke uitwerking heeft gehad. De prins de Carignan
die zich aldaar bevind, heeft het noodige ten dienste der ge
kwetsten naar de vesting gezonden en aan Koning Frans ge
schreven dat die maar zeif de voorwaarden der capitulatie
moest regelen, Gaëta verkeert dns in een vrij critieken toe
stand."
Alvorens Berlijn te verlaten ontving de generaal de
Lamarmora de orde van den Rooden Adelaar met brillanten.
Naardien de Koning van Sardinië de hoogere orde van den
Zwarten Adelaar niet bezit, kon deze zijnen gezant niet ver
leend worden. Ofschoon de zending des generaals geen bij
zonder staatkundig doel had, zal zijn bezoek toch een meer
verzoenenden geest in de betrekkingen tusschen de beide Re
geringen gebragt hebben. Meer dan vroeger is het te voorzien,
dat graaf Cavour, na de vóór het einde van Februarij te ver
wachten afkondiging van het eenig Italiëde nu en dan
voorspelde diplomatieke crisis vermijden zal, terwijl het reed»
nu als zeker schijnt aan te nemen, dat geen der Regeringen,
welke dienaangaande een tijd lang konden aarzelen, zich tegen
de erkenning van het nieuwe Koningrijk verzetten zal. Voor
de bijzondere zending naar Turijntot kennisgeving der
troonsbeklimming des Koningswordt de luitenant-generaal
von Bonin genoemd.
Nagenoeg gelijktijdig met de onderscheiding, den Sardini-
schen gezant bewezen, heeft de Koning den Groothertog van
Toskane de Orde van den Zwarten Adelaar verleend, terwijl