SANDERS COMP.,
VOORWERPEN VAN KUNST EN SMAAK
DERMAGENE
Algemeene Verloting
Advertentiën.
tegen WINTERHANDEN, RUWE HUID, enz.
OFFICIEEL \IE «J WS.
gefabriceerd door
Fabriekanten van Toilet-zeepen en Parfumeriën te Leyden,
Prijs per Flacon LO cents.
van
voor den Watersnood in Nederland.
Leiden, 25 Januarij 1861. Mr- D- TIEBOEL SIEGENBEEKVoorzitter.
J P. L. TICHLER, Thesaurier.
danig, dat zij zich op een bepaalde plaats het hevigst ver
toont, vanwaar zij achtereenvolgens vermindert tot aan een
grenswaar de warmte niets ongewoons is en zich dan in een
tegenovergesteld uiterste vertoont. Op de grens van de door
deze verschijnselen ontstane warme en koude luchtstroomen
vormt zich een digte nevel; daalt de barometer, dan over
wint de warme stroom, stijgt hij, de koude. Den 18den was
Berlijn in nevel gehuldna 30 dagen aanhoudende vorst. De
warme westewind was reeds in het noorden zoover doorge
drongen, dat men den 17den te Stokholm dooiweder had,
terwijl den 18den de koude in het daar tegenover liggende
Helsingfors 12°, te Petersburg 26/^° bedroeg en in Mos
kou het kwik bevroren was. Den 19den dezer was de weste
wind, ondanks den tegenstand der zware koude lucht, nog
verder doorgedrongenzoodat de koude te Petersburg niet
meer dan 5° bedroeg.
Vrijdag 11. leverden de bevrozen vijvers in het bosch
van Boulogne een zeer levendig schouwspel op, dewijl een
sledevaart bij fakkellicht aldaar plaats had. Keizerin Eugenie
was gezeten in een sierlijk vergulde met violetkleurig fluweel
bekleede slede, terwijl daarop een groot aantal sleden volg
den. De Keizer was op schaatsenvele schaatsenrijders waren
op de vijvers, ook achter sleden, waarin dames in rijk win-
tertoilet gezeten waren.
Voor de civiele rechtbank te Londen wordt een proces
behandeld, in sommige opzigten niet minder belangrijk dan
dat van de familie Patterson te Parijs. De eischeresseLavi-
nia Jannetta Harton Ryves, beweert de Priifses van Cumber
land en Hertogin van Lancaster te zijn als de kleindochter
en vertegenwoordigster in de regte lijn van wijlen Henry
Frederick, hertog van Cnmberland, die in den jare 1790
zonder testament overieed. De moeder van mejufv. Ryves zou
zijn de wettige dochter van genoemden Henry Frederick
Hertog van Cumberland, den broeder van George III, bij
Olive, dochter van den eerwaarden Dr. Wilmot. Het huwelijk
tusschen den hertog van Cumberland en Olive Wilmot zou
wettig gevierd zijn den 4 Maart 1767. Volgens de eischeresse
was gemelde dame Olive Wilmot de dochter van Dr. Wilmot
die in het geheim doch wettiglijk gehuwd was met de Prinses
van Polen, dochter van Stanislaus, den laatsten Poolschen
Koning. Behalve de bovengemelde titels verlangt de eische
resse zich in het bezit te zien gesteld der inkomsten van
hare moeder en van zichzelveten bedrège van 1,004,644,
benevens 105,520 als legaat van de Koninklijke familie.
Mejufv. Ryves heeft verschillende certificaten overgelegd, die
de wettigheid harer eischen zullen moeten bewijzen.
De Burgemeester van Leiden maakt bekend, dat sedert
de laatste opgave bij hem voor de Commissie te 's Herto
genbosch is ontvangendoor tusschenkomst van Dr. C. Lee
mans 6.50, van de ambtenaren bij de active dienst dei-
plaatselijke belastingen vrijwillige bijdrage voor den waters
nood in ons Vaderland 18; van M. Q. voor den watersnood te
's Hertogenbosch f 10.
te zamen 34.50
vroeger reeds vermeld a 550.92
dus in 't geheel 585.42
Aan Burgemeester en Wethouders is vergunning aange
vraagd door: 1°. Hendrik Martinus Biesiotkoekbakker alhier,
tot het doen plaatsen van een tweeden bakkersoven in het
huis op de Haarlemmerstraatgeteekend Wijk VI. N°. 449
2°. Joseph van Went, smid, binnen deze gemeente woonach
tig, tot het doen plaatsen eener smidse in het huis aan de
Kalvermarkt, Wijk VHI. N°. 17la, en 3°. Willem Frederik
Wismankoopmanwonende alhierom op een opene plaats
achter zijn woning in de Klaresteeg geteekend Wijk VI. N°.
1114, mest te mogen bewaren in een daartoe te metselen put.
De eigenaars en bewoners van de naastbij gelegen en be
lendende panden zijn ten opzigte der informatiën de com-
modo et incommodoopgeroepen, om zich in hun belang
te vervoegen op het raadhuis der gemeente op Maandag den
28en Jan. des voormiddags te 11 ure.
REGENTEN van het Ev.
Lutherse!» Wees- en
Oudeliedenhuis zijn
voornemens op aanstaanden Maandag28
Januarij 1861, hunne gewone Jaarlijksche
Collecte langs de huizen te doen voor
bovengenoemd Gesticht. Zij doen dit niet
met vrijmoedigheid, met het oog op hetgeen
gevorderd wordt voor de ongelukkigen
door den Watersnood, doch zij koesteren
de hoop dat de aan hunne zorg toever
trouwde Weezen en Ouden van dagen niet
vergeten zullen zijn.
H. F. SCHLKTTE, President.
B. R. BOVENKERK.
C. H. BACKER Secretaris.
- C. J. HEINTZ.
Alle bekende en onbekende Schuldei-
ichers, de bevoorregte en pand- of hypo-
heekhebbende daaronder begrepen in het
faillissement van CORNELIS BERN AR-
JUS RICHARD VAN GELDER, fVin-
'elier, wonende te Leidenworden bij deze
•pgeroepen om in persoon of bij gemag-
igde te verschijnen op Donderdag 7 Fe-
nuarij 1861, des voormiddags ten 11 ure
a de Vergaderzaal der Arrondissements-
iegtbank te Leidenter Verificatie hun-
er schuldvorderingen.
De Curator in gemeld Faillissement,
A. VAN LIMBURG STIRUM.
is het voortreffelijkste middel ter genezing en teregt eene huiselijke behoefte ge
worden in het gure jaargetijde.
Verkrijgbaar voor Legden bij de Heeren P. M. J. N. GEIJER, G. G. SAN
DERS, N. J. SANDERS Gz., Haarlemmerstraat en II. WILLE COMP.
De Ondergeteekenden hebben de eer te berigten dat zij zich op uitnoodigiug
der Hoofd-Commissie, voor genoemd doel te 's Hage gevestigd, tot eene Sub-
Commissie hebben vereenigddat zij zich refererende aan de annoncen voorko
mende in de onderscheidene dagbladen van hedenzich gaarne willen belasten met
de ontvangst van prijzen, welke men voor Leiden en Omstreken tot bovengemeld
weldadig doeleinde zoude willen inzenden, en welke, ten einde dezelve tijdig aan
de Hoofd-Commissie te kunnen doen geworden, voor den 25,ten Maart 1861 zul
len behooren te worden ingezonden, terwijl zij zullen zorg dragen dat lijsten ter
inteekeuing voor lotenbij alle ingezetenen dezer stad zullen worden ingezonden
een ieder opwekkende tot welwillende medewerking om ook langs dezen weg in
den bangen nood van zoo velen onzer landgenooten te helpen voorzien.
M. G. TEN SANDE.
Ds. J. E. INCKEL.
Prof. J. E. GOUDSMIT.
Vrij van Zegel, Ds. C. SEPP,
ingevolge Koninklijk besluit van Mr. II. OBREEN.
19 Januarij 1861, N°. 47. D. J. COCKUXT, Secretaris