Buitenlandsch Nieuws. dat die redevoering door de drukpers In den zoo uitgebrei- den kring van Pieneman's bewonderaars mogt verspreid wor den. Met onverdeeld genoegen zal men dus vernemen, dat de beer ten Kate zijn voortreffelijk stuk ter opname in de alge meen gelezen Kunstkronijk heeft afgestaandie het in de eerste aflevering van haren nieuwen jaargang haren lezers zal aanbieden. Uit het testament van den heer Fodor blijktdat de erflater zijn kabinet van schilderijen niet aan den Staatmaar aan de stad Amsterdam heeft vermaakt en tot dat einde be stemd drie op de Keizersgracht aangewezen percelendie daarvoor verder zullen worden ingerigt en verbouwd, welke verbouwing echter niet meer zal mogen kosten dan het legaat van 60.000, terwijl voor de bewaring van het museum iemand zal worden aangesteldde eerste maal door de executeurs van het testament en vervolgens door de stedelijke Regering, in overleg met den raad van bestuur der Koninklijke Academie van beeldende kunstenvoorts dat dit museum den naam zal dragen van Museum Fodor en voor het publiek toeganke lijk moet worden gesteld tot een billijken door Burg. en Weth. te bepalen prijs. Voor liefhebbers van wintervermaken is weder een nieuwtje uitgevondenhetwelk echter, naar wij vernemenniet vele beoefenaars zal vinden. Twee herdersjongens, in het gehucht Hensehadden een weddingschap aangegaanwie van hen beiden twee minuten zijn tong tegen den ijzeren slinger van de pomp der gemeente zou houdenen zulks niettegenstaande de temperatuur reeds eenige graden onder nul teekende. De weddingschap bestond in een flesch wijn. De liefhebber stak zijn tong uit en hield ze tegen den slinger; alhoewel het ge voel niet ze§r aangenaam was kon hij het echter toch ver dragen. De flesch wijn in het verschiet gaf hem moed en kracht. Na verloop van een minuut kreeg hij reeds berouw zijn tong brandde als of ze met een heet ijzer in aanraking was. Van seconde tot seconde werd zijn marteling heviger; het heete ijzer werd in zijn verbeelding gloeijend. Eindelijk door de smart overmeesterd gaf onze liefhebber de flesch wijn prijs en stond op met het doel zijn tong van de slinger te verwijderen. Dit was echter vergeefschhij kon niets dan een schor geluid uitbrengen. Door de felle koude was het speeksel der tong aan den ijzeren slinger vastgevroren en eer zou de tong hem uit de mond zijn gerukteer hij ze van den slinger kon loskrijgen. De makker, met wien hij de wed dingschap had aangegaanzag het gevaar in en vloog on- middelijk naar huisten gevolge waarvan hun meester met een ketel kokend water kwam aangeloopenen door eenige stra len er van op den slinger te doen vallen, den armen lijder uit zijn vreesselijke positie verloste, echter niet zonder het verlies van een gedeelte van het vel zijner tong. Half hui lende, half lagchende bezwoer hij, dat dit de eerste en laat ste maal zoude zijndat hij zich aan dit nieuwe winter-ver- maakje zou overgeven. Men verneemt, dat door de Leidsche Regering maatre gelen zijn beraamd, om bij een onverhoopte overstrooming van den Alblasserwaard de hulpbehoevenden de noodige huis vesting te verschaffen, waartoe geschikte localen beschikbsar worden gemaakt, ten einde gereed te zijn, wanneer, 't geen God verhoede, de nood kwam. De Rector Magnificus der Leidsche Hoogescbool, Prof. J. de Wal, geeft een navolgenswaardig voorbeeld door een som van 500 uit zijn inkomsten in die betrekking te schen ken aan de noodlijdenden door den watersnood, welk bedrag noodwendig zijn gewone bestemming, ter bestrijding der kos ten van den Rectoralen maaltijd niet zal verkrijgen. Dat voor beeld zal invloed uitoefenen op al wat men gewoon is voor feestelijke herinneringen te koste te leggen. De Rederijkerskamer Vondel heeft besloten een openbare bijeenkomst te geven tegen betaling van een entreegeld, waar van de opbrengst bestemd is tot hetzelfde liefdadig doel van ondersteuning der noodlijdenden in de overstroomde gedeelten van ons vaderland. De heer J. Kneppelhout, eerelid der Kamer, heeft ook zijn medewerking beloofd, om aan de werkzaamheden dier vergadering met de werkende leden deel- tenemen. De thermometer van Fahrenheit teekende Woensdag 's namiddags te 5 uur 21°, te 8 ure 2 4". te 10 uur 28" en te middernacht 30°. Heden (Donderdag) 's morgens te 3 uur 32°, te 5 uur 31°, te 8 uur 32°, te 12 te 2 en te 4 uur 36°. Koning Frans zou na het eindigen van den wapenstil stand, als de vesting dus niet langer van de zeezijde door Fransche schepen wordt beschermdniet voornemens zijn naar men berigtom Gaëta overtegevenmaar de verdediging met alle krachten voortzetten; terwijl wanneer hij tot het uiterste gebragt de vesting niet langer houden kan, de strijd door hem in de Abruzzen zal worden voortgezet. - Intusschen meent men met zekerheid te weten dat Keizer Napoleon van de diplomatie heeft verkregen de erkenning der blokkade, indien na het verstrijken van den termijn voor de wapenstil stand, de overgave door Koning Frans werd geweigerd. Te Rome werd een Fransch soldaat bij een vechtpartij met twee Pauselijke soldaten gewond. De Franschen namen een hunner terstond in hechtenis; en de generaal Goyon ver zocht aan Graaf Merode de uitlevering van den tweeden. De Pauselijke Minister van oorlog antwoordde, dat hij hem zou laten opsporen en voor een krijgsraad brengen. De Fransche gendarmerie nam hem intusschen toch in hechtenistoen zij hem voor een openbaar gebouw op wacht vond. Goyon gaf daarvan in een geestig schrijven kennis aan graaf Merode en merkte dezen op, dat hij onrecht gehad had te gelooven dat de soldaat in kwestie aan de Fransche gendarmerie zou kun nen ontkomen. Graaf Merode antwoordde daarop niet minder scherp: //Ik heb nimmer getwijfeld aan de behendigheid der Fransche gendarmerie, die Lodewijk XVI, Pius VI, Pius VII en tweemaal Lodewijk Napoleon arresteerde." Alhoewel de tegenwoordige winter streng mag genoemd wordenheeft men toch voorbeelden van een veel strenger saisoenzoo begon b. v. in 1434 de winter op 24 Nov. en duurde tot 10 Febr.; in 1515 passeerden rijtuigen de Theems van Lambeth naar Westminster; in 1684 was het ijs op die rivier 11 duim dik; in 1716 duurde de vorst van 24 Nov. tot 9 Febr.; de vorst van 1740 duurde negen weken en reden de rijtuigen in alle rigtingen over de Theems; in 1789 en in 1814 was dit mede het geval en werden allerlei tenten en kramen op het ijs opgeslagen. Volgens de Engelsche dagbladen heeft een inwoner van Mexico te Londen aangebragt een aap van de grootste soort die op de fluit speeltzoodanigdat de grootste fluitvirtuosen er door uit het veld worden geslagen. Gelijk vroeger steeds het geval is geweest, heeft de opening van de zitting des Pruissischen landdags in de witte zaal van het koninklijk paleis plaats gehad. Behalve dat de leden der beide huizen rouwteekenen droegen, getuigden bui tendien vele bewijzen, dat de koninklijke familie en het gan- sche Pruissische volk een zwaar verlies geleden hadden, want de trappenwelke naar den - troon voerenzoomede de troon hemel waren met rouwfloers bedekt. In de hofloge bevonden zich kort voor den aanvang der plegtigheid de Koningin, de kroonprinsessen beuevens de prinsessen Karl en Friedrich Karl en de groothertogin van Baden. De Koning werd bij zijn komst in de zaftl voorafgegaan door hoffouriers, pages, groot officieren van zijn huis, de rijks-insigniën dragende. Bij het uitspreken der troonrede was de Koning aanvankelijk zoo diep geroerd, dat hij ter naauwernood kon voortgaan. Langzamer hand herstelde hij zich en het verdere deel der rede sprak hij met vaste stem uit. Toen hij aan de woorden was gekomen; //Nu zult gij mij voor het oog Gods een plegtigen eed zwee- renontblootte de Koning het hoofd en bleef ongedekt tot dat de leden den eed hadden afgelegd. Toen de laatste afge vaardigde den eed had afgelegd, sprak de Koning://Aan Godes zegen is alles gelegen. God zegene uwen eed. Godzegenehet Vaderland." Men meldt, dat op het oogenblik, toen de Koning in de troonrede melding had gemaakt van het aanbieden der wets- voordragtbetreffende een gelijkmatige heffing der grondbelas tingen door de leden van de beide huizendie ter linkerzijde van den troon waren geschaard, op luiden toon herhaaldelijk

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1861 | | pagina 2