N°. 254. Maandag 24 December. A0. 1860. Een ftlozlekaal geschil. (Slot.) De eisch was rechtmatig, dat voor grondig, veelzijdig en methodiek onderrigt den Directeur der Leidsche Muziekschool ook een behoorlijk bestaan werd verzekerd. Die verzekering kon niet gegeven worden, al spiegelde men ook hun, die zich zouden aanmelddenhet uitzigt op een voldoende bezoldiging voor; - alles hing af van het vertrouwen der ouders, de be gunstiging der ledende welwillendheid van anderendie op de een of andere wijze gezind warenom den nieuwen direc teur in al de betrekkingen te doen opvolgendie zijn voor ganger had waargenomen. Zonder nadere aanduiding zal men begrijpendat wij ook aan een zekere mate van onbescheiden bemoeizucht moeten toeschrijven de geringe ondersteuning, die den nieuwen directeur ook van andere zijden stond te wachten. De betrekking van directeur levert niet de voordes- len op, dat men buiten het geven van bijzondere lessen op een behoorlijk inkomen kan rekenen. Alleen danwanneer binnen Leiden uit de gemeentekas de jaarwedde van een stads- muziekmeester, tevens directeur der Muziekschool, was verze kerd, kon men eischen doen gelijk door Commissarissen zyn gesteld- moeijelijk, wanneer men afhankelijk was van de gunst van het publiek en van de mededinging van andere even be kwame, ofschoon minder grondig opgeleide onderwijzers. Bijzon dere redenen konden dan ook er den heer F. H. alleen toe be wegen, om Leeuwarden en wat hij daar bezat te verlaten en zich te Leiden te vestigen't was en bleef altijd een kansrekening, - al was zijn zaak niet gelijk nu eeuigermate door een onoordeel kundige handeling, om er niet meer van te zeggenbedorven En daarvan draagt Dr. C. L. alleen de schuld. Beleedigen we daarmede zijn medecommissarissen als we hem zulk een buitensporig gezag toekennen en daardoor hun invloed ver kleinen P In geenen deele. Dr. C. L. heeft groote verdiensten en wij zijn de eersten om te erkennen, dat het bestaan der Muziekschool en haar bloeizoowel als hare stichting hoofdzake lijk aan zijn ijver moet worden toegeschreven- maar reeds daar door verkreeg hij een zedelijk overwigt, dat krachtig gesteund werd door zijn karakter, dat onder den schoonen schijn van liberalisme niets meer of niets miuder dan de eigenschap van autocratie draagt. Geen waar liberaal toch zal ooit de hand leenen nog veel min zelf de bewerker zijn van een wet, die tot grondslag eener vereenigiug moet strekken, waarin bepalingen gevonden worden, zoo als men die leest in art. 14: "telken jare treden twee commissarissen af, die echter herkiesbaar zijn. In de vacature wordt door de overigen voorzien;" in art. SS: #de leden woeden uitgenoodigdom de rekeqing en ver antwoording van den Thesaurier natezien;" en in art 25 bo venal: «aan Commissarissen is overgelaten die veranderingen of wijzigingen in de bepaling der wet te brengen, die zij in het belang der Maatschappij of barer inrigtingen nuttig en noodig achten." Zulk een liberalisme ontwikkelt zich eigen aardig tot despotisme en wie ware vrijzinnige begrippen aan kleeft en beleeft, mag en moet daartegen de stem verheffen. Er is in de maatschappij een zekere mate van humaniteit die zich er gemakkelijk toe laat leidenom toetegeven wat vastgehouden moest worden: - een zelfstandig oordeel, niet dan na strijd voor een betere overtuiging te verwisselen. Hoogst achtingswaardige mannen kunnen er zich door laten verlei den, om zoogenaamd ter wille van den lieven vrede hun eigen gevoelen prijs te geven. Onderzoeken we niet uit welke oorzaken die neiging voortspruitletten we slechts op feiten- maar inmiddels worden mannen alsDr. C. L. en allen, die door kennis ijver, moed een zedelijk overwigt bezitten- bedorven of, - als de omstandigheden er toe leiden, - verantwoordelijk ge steld voor het verkeerdedat zij deden en dat anderen op wie evenzeer de verantwoordelijkheid moest drukkengedoogden. - Er behoort zelfkennis toe, om dat kwaad intezien en zich er voor te wachten. Dr. C. L. stelt zich aan de spits en strekt uit dien hoofde tot mikpunt. Maar nu zij het ook genoeg. - Men zij billijk in het oor deel over de bekwaamheid ran den heer F. H. en late de verklaringen van het Brusselsch Conservatoire, - ligtvaardig of onvoorzichtig gedaan, - in haar waarde; ze blijven buiten aanmerking. De empirische methode worde toegepast en den eisch van te gelooven op gezag van levenschets, familiebetrekkingen en wat men al niet op dat gebied heeft aangevoerd, worde niet ontvankelijk verklaard. Werd de bekwaamheid van den heer F. H. te Wageningente Leeuwarden en elders gewaardeerd, zij vin de ook binnen Leiden een billijk en onpartijdig oordeel. De rechtvaardigheid eischt bovendiendat de heer F. H. niet aansprakelijk worde gesteld voor de onhandigheid, waarmede hij te Leiden is binnengeleid en aanbevolen. - De Leidsche Muziekschool moet blyven wat zij was en gesteund worden door de ingezetenen- de stichting eener afdeeling van de. Nederlandsche Maatschappy ter bevordering der Toonkunst is met het plaatselyk belang Strydig en onraadzaamomdat daar door niet alleen de krachten worden versnipperd, maar ook een aanzienlijk deel der geldelijke bijdragen zonder JmJ2(]T1'U!R|. nut in de algemeene kas moet worden overgesto^ - Ekjjeer^P Wetrens moest, na de pogingen van de zyde vS LEIDSCH DAGBLAD. Deze Courant verschijnt eiken dag, be halve Zon- en Feestdagen, en kost voor Leiden ƒ1.95, en franco per post/ 2.89 in da drie maanden. De prijs der Advertentiën is voor eiken regel Zes Cents, behalve 35 Cents zegel recht, voor elke plaatsing. Afzonderlijke Nummers Vijf Cents. Spoortreinen van Leiden naar 's GravenhsgeDelft, Schiedam en Rotterdam te 10 u. 8 m.; IS u. 58 m.; 8 u. S m.; 9 u. 13 m. Naar Haarlem en Amsterdam te 8 u. 47 m.; 1 u. 3 m.; 4 u. 47 m.; 7 u. 57 m. Postbusligtingen aan de Lakenhal, Katoenfabriek en op de Nieuwstraat's morgens te 7 u. 55 m., 's middags te 12 u.,'s namiddags te Su.45m., 'savonds te 8 u. 10 m. Oost-Indische Landpost. Over Southampton, 1 en 17; over Triest, 6 en 22; over Marseille9 en 25 van elke maand. Rijks-Telegraaf. Werkdagen van 9IS en van 27 uur. Zondag van S7 uur. Spoorweg-Telegraaf dagelijks van 89£ unr. Zittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad op onbepaalde tijden. - Burgemeester en Wet/koudere, Maandag en Donderdag te 11 uur. - Commissie van Fabricage, Dingsdag te 12 unr. Burgemeester, dagelijks te 10 uur. - Bureau der Flaatselijke Secretarie is open dagelijks van 104 uur. - Thesaurie, dagelijks van 102 uur. —De Gemeente-Architect il te spreken te zijnen huize op den Ouden Singel, 's morgens van 9—10 uur. Kantoor der Plaatselijke Aocijnsen, dagelijks van 81 unr en van 36 uur; der In- en Uitgaande Rechten en Aceijnsen, dagelijks van 91 uur en van 36 uur; van 'sRijks Directe Belastingen, Maandag, Dingsdag, Woensdag en Donderdag van 92 uur; van Zegel, Registratie dagelijks van 84, van de Hypotheken en het Kadaster, van 94 uur. tot

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1860 | | pagina 1