N». 246. Vrijdag 14 December. A°. 1860. LEIDSCH DA6BLAB. Deze Courant verschijnt eiken dag, be halve Zon- en Feestdagen, en kost voor Leiden ƒ1.95, eD franco per post ƒ2.80 in de drie maanden. D« prijs der Advertentiën is voor eiken regel Zes Cents, behalve 35 Cents zegel recht, voor elke plaatsing. Afzonderlijke Nommera Vijf Cents. Spoortreinen van Leiden naar 's Gravenhage, Delft, Schiedam en Rotterdam te 10 u. 6 m.; 12 u. 58 m.; 6 u. 3 m.; 9 u. 13 m. Naar Haarlem en Amsterdam te 8 u. 47 m.; 1 u. 3 m.; 4 u. 47 m.; 7 u. 57 m. Stoomboot van Leiden (Ligplaats Haven) naar Amsterdam, Maandag ochtends 4 u., de overige werkdagen behalve des Zaturdags 5 u.; van Amsterdam (Beerebijt) naar Leiden 's middags 2 u. Postbusligtingen aan de LakenhalKatoenfabriek en op de Nieuwstraat's morgens te 7 u. 55 m., 's middags te 12 u., 's namiddags te 3 u. 45 m., 'savonds te 8 u. 10 m. Oost-Indische Landpost. Over Southampton, 1 en 17; over Triest, 6 en 22; over Marseille9 en 25 van elke maand. ftijks-Telegraaf. Werkdagen van 912 en van 27 uur. Zondag van 27 uur. Spoorweg-Telegraaf dagelijks van 89J. uur. Zittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad op onbepaalde tijden. - Burgemeester en Wethouders, Maandag en Donderdag te 11 uur. - Commissie van Fabricage, Dingsdag te 12 uur. - Burgemeester, dagelijks te 10 uur. - Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelijks van 104 uur. - Thesauriedagelijks van 102 uur. —De Gemeente-Architect is te spreken te zijnen huize op den Ouden Singel, 's morgens vau 910 uur. Kantoor der Plaatselijke Accijnsen, dagelijks van 8 —1 uur en van 36 uur; der In- en Uitgaande Rechten en Accijnsen dagelijks van 91 uur en van 36 uur; van 'sRijks Directe Belastingen, Maandag, Dingsdag, Woensdag en Donderdag van 92 uarvan Zegel, Registratie dagelijks van 84, van de Hypotheken en het Kadaster, van 9—4 unr. Dezef dagen is uit Leiden ingezonden aan het Hoofdbestuur het volgende Adres, vastgesteld in de Vergadering van 29 November jl. Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal. De Leidsche Afdeeling der Vereenigitig ter bevordering van fabriek- en handwerknijverheid in Nederland acht het iu volkomen overeenstemming met haar doel, wanneer zij met meer dan gewone belangstelling het oog slaat op het wetsont werp, strekkende tot herziening van het tarief van regten op den in-, uit- en doorvoer, dat door de Regering aan U ter overweging is voorgelegd. Zij beschouwt toch dat wetsont werp niet enkel als eene bloot fiscale verordeningwier in_ vloed en strekking zich uitsluitend bepaalt tot verzekering van een deel der inkomsten van 'sRijks schatkist; - zij moet met de Regering zulk een tarief nog steeds blijven aanmer ken als in een zeer naauw verband staande met de bescher ming, die de Regering door de heffing van zulke reglen aan de Nationale Nijverheid verleent. e De Regering acht het in het algemeen belang wenschelijk dat de bovenmatige beschermiug, tot nog toe bij uitzondering aan sommige fabriekanten verleend, uit het tarief verdwijne." De Leidsche Afdeeling maakt daaruit de ook in andere op- zigten gestaafde gevolgtrekking, dat de voorgestelde herziening leidt tot het wegnemen geheel of gedeeltelijk van de bescher ming, «-welke het bestaande tarief nog voor sommige artikelen verleent. De Regering stemt, in met hetgeen daaromtrent door de Tweede Kamer reeds is aangenomen." 't Betreft dus den grondslag, waarop de herziening rust, wanneer als beginsel wordt aangenomen, dat de Regering vrijelijk en zonder hin der aan de Nijverheid kan ontnemen de bescherming, die zij volgens het bestaande tarief nog geniet. De Leidsche Afdeeling zou geneigd zijn te erkennen, dat het algemeen belang werkelijk de opheffing van alle bescher mende regten mag eischenbijaldien de veronderstelling gaaf kon worden aangenomen, dat de Nederlandsche Nijverheid geen aanspraak op regtstreeksche bescherming meer mag doen gelden, 't Is juist datwat de Leidsche Afdeeling met kracht en klem betwist; z?j beweert veeleer daartegenover, dat in het al gemeen belangop de Nijverheid in 't bijzonder, door den Slaat lasten worden gelegd eu aan haar regten worden onthouden, betgeen de vrije ontwikkeling belemmert, tegenhoudt of doodt. Met dit beweren te staven meent de Leidsche Afdeeliug de voorgestelde herziening in den hartader aantetasten en kan zij geheel ter zijde leggen al wat deze herziening bijzonder kenmerkt; aan eiken tak van nijverheid overlatende de zorg voor het bijzonder belang, dat zij daarbij heeft. De Neder landsche industrie in het algemeen moet zich tegen de her ziening verzetten, al is het ook, dat sommige takken en de verbruikers daarbij worden bevoordeeld; - want de veronder stelling is valscb, waarvan zij uitgaat, dat de nijverheid geene bescherming meer behoeft. Zij is voor haar onmisbaar, zoolang a. de Schatkist van haar lasten heft, die op andere bron nen van inkomsten niet zijn gelegd; b. de Staat haar de zorg onthoudtdie aan andere takken van volkswelvaart wordt besteed c. de Natie een beginsel van vrijgevigheid huldigt, dat bij andere natiën geen weerklank en wederkeerig huldebetoon wedervaart. De Leidsche Afdeeling veroorlooft zich die punten nader te ontwikkelen; a. Tot de bronneu van inkomsten, die de wet op 's Rijk3 geldmiddelen tot dekking van 's Rijks uitgaven aanwijstbe- hooreu ook de belastingen. Al die belastingen drukken even zeer den industrieel als elk ander ingezeten ééne is ei- echter, die uitsluitend handel en nijverheid treft: het pa- tentregtdat als een incometax vrij willekeurig hem treft die in den handel, in fabriek- of handwerksnijverheid zijn be staan vindtmaar waarbij allen een privilegie in het stuk van belastingen bezitten die door den landbouwals ambte naar of renteniers hun inkomen genieten. De Nijverheid ziet daarenboven ten behoeve van 's Rijks schatkist belast al wat haar op eenige wijze ten diej^fe moet staan eu niet kan gemist worden, zoo alsde brandstoffen*) reeds met den eernaam van brood der Nijverheid prijkende zeép v* J'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1860 | | pagina 1