N°. 236. Maandag 3 December. A0. 1860. m Binnenlandsch Nieuws. LEIDSCH DAGBLAD Dezt Courant verschijnt eiken dag, be halve Zon- en Feestdagenen kost voor Leiden 1.95, en franco per post 2.80 in de drie maanden. De prijs der Advertentiën is voor eiken regel Zes Cent9, behalve 35 Cents zegel recht, voor elke plaatsing. Afzonderlijke Nominers Vijf Cents. Spoortreinen van Leiden naar 's Gravenhage, Delft, Schiedam en Rotterdam te 10 u. 6 m.; 12 n. 58 m.; 6 u. 3 m.; 9 u. 13 m. Naar Haarlea en Amsterdam te 8 u. 47 m.; 1 u. 3 m.; 4 u. 47 m.; 7 u. 57 m. Stoomboot van Leiden (Ligplaats Haven) naar Amsterdam, Maandag ochtends'4 u., de overige werkdagen 5 u.; van Amsterdam (Beerebijt) naar Leiden 's middags 2 u. Postbusligtingen aan de Lakenhal, Katoenfabriek en op de Nieuwstraat: 's morgens te7 u. 55 m., 'smiddags te 12 u., 'snamiddags te 3 u. 45 m., 'savonds te 8 u. 10 m. Oost-Indische Landpost. Over Southampton, l en 17; over Triëst, 6 en 22; over Marseille9 en 25 van elke maand, Rijks-Telegraaf. Werkdagen van 912 en van 27 uur. Zondag van 27 uur. Spoorweg-Telegraaf dagelijks van 89p uur. Zittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad op onbepaalde tijden. - Burgemeester en Wethouders, Maandagen Donderdag te 11 uur. - Commissie van Fabricage, Dingsdag te 12 uur. - Burgemeester, dagelijks te 10 uur. - Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelijks van 104 uur. - Thesaurie, dagelijks van 102 uur. -De Gemeente-Architect is te spreken te zijnen huize op deu Ouden Singel, 'smorgensvan 910 uur. Kantoor der Plaatselijke Accijnsen, dagelijks van 81 uur en van 36 uur; der In- en Uitgaande Rechten en Acoijnsen dagelijks van 91 uur en van 36 uur; van 'sRijks Directe Belastingen, Maandag, Dingsdag, Woensdag en' Donderdag van 92 uor; van Zegel, Registratie dagelijks van 84, van de Hypotheken en het Kadaster, van 94 uur. Z. M. de Koning Groot-Hertog heeft den heer Martin Lazare benoemd tot ridder der orde van den Eikenkroon. Allen, die de talenten van dezen beroemden piani3t hebben ieeren waarderen, zullen ongetwijfeld dit berigt met genoegen vernemen. In de Zitting der Tweede kamer van 11. Donderdag heelt de heer Olivier in bijzonderheden aangetoonddat er werkelijk een zucht tot opdrijving der uitgaven van binnenl. zaken is optemerkendaar in 10 jaren de begrooting van 5 tot 7 mil- lioen is geklommen en er een strekking bestaatom de uitgaven uittezetten boven hetgeen aan rentebesparing wordt uitgewonnen. In plaats van millioenen wordt nu twee ton geamortiseerd. Men bepaalt zich niet tot het volstrekt noodzakelijke, maar betoogt, dat het aangevraagde nuttig is, ofschoon al wat nut tig schijnt, toch niet noodzakelijk is. De Minister van Bin- nenlandsche Zaken beantwoordt dien spreker en erkent, dat men zich moet onthouden van uitgavendie niet noodzakelijk zijnmaar het oordeel daarover is subjectief. - Bij de beraad slagingen over Afd. I (kosten van het departement) zijn aan merkingen gemaakt over de voorgestelde verhooging van10000 door de HH. Betz en Storm vau 's Gravesande, die door de Minister zijn toegelicht. - Bij Afd. IV (Medische politie) heeft de Minister de spoedige aanbieding der wetten op de uitoefe ning der geneeskunde toegezegd. In de Zitting van Vrjjdag kwam in behandeling art. 53 der begrooting van binnenl. zaken, waarbij een som van 2000 wordt uitgetrokken tot wering van epidemischeen besmettelijke ziekten en tot bevordering der koepokinenting. Deze post gaf aanleiding tot eenige discussie, naar aanleiding van de beden kingen reeds in het voorloopig verslag gemaaktwaarbij men zich vrij algemeen tegen het denkbeeld gestemd toondeom voortaan een som voor de belooning van geneeskunst-oefena ren te bestedendie zich met opzigt tot de koepokinenting verdienstelijk hebben gemaakt. Men twijfelde zeer of prerniën van 20 werkelijk een genoegzaam aanloksel voor de genees kunst-oefenaren zullen zijn, om zich veel zorg en moeite voor het vaccineren te geven. Men verwachtte geen goede werking van den te nemen maatregel. Wordt toch de koepokinenting bij de minvermogenden toenemend verwaarloosddaarvoor is ter naauwernood een ander redmiddel aantegrijpendan dat van de zijde der gemeentebesturen tegen het toelaten van onge vaccineerde kinderen op de bewaarscholen en op de gewone lagere scholen worde gewaakt. Men meende ookdat het be steden van gelden tot verbetering van de koepokstof noode- loos was, daar die stof overvloedig genoeg voorhanden of te verkrijgen was. Dat gevoelen werd nader ontwikkeld door de HH. Westerhoff, Idserda en Hoyinck van Papeudrecht; deze laatste meende ook, dat voor de beschikbaarstelling van koe pokstof de Regering niet behoefde te zorgendaar dit door particulieren of genootschappen geschiedt, zoo als spreker met het voorbeeld van het genootschap le Rotterdam bewees, blij kens het verslag der plaatselijke geneeskundige Commissie over 1859. De heer Mackay zegt, dat de Regering de koepokin enting kan aanmoedigen en bevorderenmaar daartoe niet dwingen mag, waar godsdienstige bezwaren er zich tegen ver zetten of waar het onderwijs, vooral op de bijzondere scholen, er onder lijden zou. Dat was ook de meening van den heer Nolthenius, hoewel mede voorstander der vaccine, terwijl de heer Cool daarentegen de maatregelen der regering goedkeurt. Overigeus gaf de heer de Poorter in overwegingom, in stede van prerniën van koepokinenting, het patent der geneesheeren afteschaffeu. De Minister van Binnenlandsche Zaken verklaarde ook eeu voorstander te zijn van de vaccine in dien zin, dat hij nim mer aan iemand uithoofde van godsdienstige of andere be zwaren geweld zou willen aandoenmaar omdat hij een voor stander der vaccine is, wenschte hij die zooveel mogelijk toegang te doen vinden, maar er zijn klagten, dat de koepok stof niet altijd te bekomen en dat zij ook niet altijd goed is, zoodat zij uit Engeland moet ontboden worden. Men heeft doen opmerkendat men deze zaak moest overlaten aan de geneeskundigen zeiven. De Minister gelooft echter, dat het groot getal geneeskundigen niet genoegzaam in 't bezit daar van is. Wat de Regering wil, is geen monopolie, maar aan moediging en wel op onkostbare wijze. Bij de veeartsenijschool zouden die proeven te kostbaar worden. Art. 53 in stemming gebragt, wordt aangenomen met h5 tegen 28 stemmen. Op art. 59 heeft de heer Betz een araendement om die som met 2000 te verminderenomdat geen enkel gegrond motief is opgegevenom de noodzakelijkheid van een Staatsalmanak aantetoonenterwijl de Nederl. residentie-almanak voldoende in de behoefte voorziet. De heer van Hoëvell onderste amendement, omdat 1°. de Staat niet met de partic»1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1860 | | pagina 1