N°. 232. Woensdag 28 November. A0. 1860.
Binnenlandsch Nieuws.
LEIDSCH DAfiBLAD.
Deze Courant verschijnt eiken dag, be
halve Zon- en Feestdagen, en kost voor
Leiden 1.95, en franco per post 2.80
in de drie maanden.
De prijs der Advertentiën is voor eiken
regel Zes Cents, behalve 35 Cents zegel
recht, voor elke plaatsing. Afzouderlijk»
Nomraers Vijf Cents.
Spoortreinen van Leiden naar 's GravenhageDelft, Schiedam en Rotterdam te 10 u. 6 m.; 12 u. 58 m.; 6 u. 3 m.; 9 u. 13 m. Naar Haarlem
en Amsterdam te 8 u. 47 m.; 1 u. 3 m.; 4 u. 47 m.; 7 u. 57 m.
Stoomboot van Leiden (Ligplaats Haven) naar Amsterdam, Maandag ochtends 4 u., de overige werkdagen 5 u.; van Amsterdam (Beerebijt)
naar Leiden 's middags 2 u.
Postbusligtingen aan de Lakenhal, Katoenfabriek en op de Nieuwstraat: 's morgens te7 u. 55 m., 'smiddags te 12 u., 'snamiddags te 3 u. 45 m.,
'savonds te 8 u. 10 m. Oost-Indische Landpost. Over Southampton, 1 en 17; over Triëst, 6 en 22; over Marseille9 en 25 van elke maand.
Rijks-Telegraaf. Werkdagen van 912 en van 27 uur. Zondag van 27 uur. Spoorweg-Telegraaf dagelijks van 89£ uur.
Zittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad op onbepaalde tijden. - Burgemeester en Wethouders, Maandag en Donderdag te 11 uur.-
Commissie van Fabricage, Dingsdag te 12 uur. - Burgemeesterdagelijks te 10 uur. - Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelijks van 104
uur. - Thesaurie, dagelijks van 102 uur. De Gemeente-Architect is te spreken te zijnen huize op den Ouden Singel, 's morgens van 9—10 uur.
Kantoor der Plaatselijke Accijnsen, dagelijks van 81 uur en van 36 uur; der In- en Uitgaande Rechten en Accijnsen,
dagelijks van 91 uur en van 36 uur; van 'sRijks Directe Belastingen, Maandag, Dingsdag, Woensdag en Donderdag van 92
uar; van Zegel, Registratie dagelijks van 84, van de Hypotheken en het Kadaster, van 94 uur.
Z. M. heeft benoemd tot burgemeester der gemeente
Sassenheim Mr. P. Lljndrajer, en tot ambtenaar der tweede
klasse voor de burgerlijke dienst in Neêrlandsch-Indië den heer
L. C. E. Kniphorst, thans candidaat-ambtenaar voor de dienst,
Bij de aankomst van den spoortreindie Z. M. de Ko
ning naar Arnhem had overgebragt, ontdekte men iets het
welk schromelijke gevolgen had kunnen hebben. De locomo
tief was namelijk voorbij Ede in aanraking gekomen met een
wagen, die zich op de baan bevond en door de machine ver
nield werd. Eenige stukken van den wagen echter waren dooi
de locomotief raedegesleept en zouden zoo zij onder den trein
waren gekomenwelligt een ernstig ongeluk hebben veroor
zaakt.
Het voorloopig verslag over het wetsontwerp tot verbe
tering van Holland op zijn smalst en van den waterweg van
Rotterdam naar zee is rondgedeeld. Nagenoeg eenparig is de
veranderde rigting afgekeurd, die de regering aan het nieuwe
kanaal van Noordholland geven vjil. Gunstiger was de stem
ming voor den waterweg van Rotterdam naar zee ofschoon
ook gewigtige bedenkingen te dien aanzien bestonden. De
groote meerderheid zag in die wetsvoordragt een nieuwe last
voor 'sRijks schatkist en daardoor een onoverkomelijke hinderpaal.
Men zegt, dat Mr. A. de Pinto te 's Hage, ter vervan
ging van wijlen Mr. L. Metman als 's Konings commissaris
voor de W. I. wetgeving, zeer in aanmerking komt.
Voor de Staatsspoorwegen zijn tijdelijk in dienst gesteld
o. a. als bouw- en werktuigkundige 2e kl. C. H. Schanze,
als adj. ingenieur Dr. E. F. van Dissel, als opzigter 5e kl.
F. C. Bake.
In de Zitting der Tweede Kamer van 11. Maandag zijn
ingekomen twee wetsontwerpen tot verduidelijkingvan art.
68 der onteigeningswet en tot amortisatie van 200,000 na
tionale schuld. - De wapenen, bij de algemeene beraadslagingen
over de Staatsbegrooting voor 1861 ter bestrijding van het
ministerie gebruiktbestonden in een stuksgewijze wederleg
ging door den heer van Bosse van den door den Minister
van financiën beweerde gunstigen toestand van 's Rijks geld
middelen en van het in diens memorie gevoerde betoog, dat
het voorloopig verslag slechts uitdrukte het gevoelen van
's Ministers voorganger en ten hoogste van de minderheid dei
leden. - De heer ter Bruggen Hugenholtz bestreed het minis
terie, omdat de president geen vertrouwen bij de natie en bij
de volksvertegenwoordigers bezit, waartoe hij een blik slaat
op het verleden.
De Minister van Hall heeft zich tegen die bestrijding ver
weerd en zich beroepen op hetgeen hij voor Koning en Va
derland had mogen doen en dat hij steeds was geweest gema
tigd liberaal, aan welke beginselen hij was getrouw gebleven.
De heer van Zuylen van Nyeveldt heeft daarop geantwoord en
na het herhaald beroep op de spoorwegwet zich zelf afgevraagd
of het nu ook zou gaan met de spoorwegen als in 1853
met de bisschoppen. Toen kwam er een wetom de bisschop
pen te weren en ze ziju toch gekomen. Zou men nu een wet
tot aanleg van spoorwegen hebben gekregen om ze niet te zien
aangelegd? De spreker eindigde met den tegenwoordigen toe
stand aldus te karakteriseren: //Wij hebben een Ministerie dat
steun zoekt bij een oppositie; wij hebben een oppositie, waarvan
een deelom welke redenen dan ookbereid is dien steun te
gevenwij hebben eenamiuisteriële partijdie niet ziet of niet zien
wil. Derhalve niemand blijft op zijn eigenaardig standpunt
staan, en ik hoop dat er enkele zullen zijn ja zelfs vele leden
die zullen inzien, dat het tijd wordt op nieuw den regten
weg inteslaan."
Men meldt dat binnen eenige dagen aan de Tweede
Kamer der Staten-Generaal zal worden aangeboden een wets
ontwerp op de Nationale Militie, waarbij, naar men verneemt,
wordt voorgesteld een jaarlijksch contingent voor zee-militie en
ten opzigte van Nederl. O. I. het detacheren van het staande
leger hier te Lande, alsmede bepalingen waardoor het vrijwil
lig dienst nemen bevorderd zal worden.
De gewone audientien van den Minister van Staat en
van Koloniën op Woensdag den 28 dezer, van den Minister
van Marine op Vrijdag den 30 dezer en van den Minister
van Binnenlandsche Zaken op Zaturdag den 1 Dec. a. s. zul
len geen plaats hebben.
De Memorie van beantwoording van den Minister van
Oorlog op het voorloopig verslag, betreffende de begrooting
van zijn departement, is Maandag 11. rondgedeeld. Eeu betere
regeling van de Schutterij wordt door den Minister met ver
langen te gemoet gezientot die op de Nationale,MriitiB4meft
hij reeds de hand gereikt. Hij verdedigt het R1mge*ej^dc*p,(k
van zijn begrooting, met het oog op de eisctöf*vun denktijd,)
en op de gewone behoeften van 's lands verd^i^n^i'Hij érkënt'