Buitenlandsch Nieuws.
Vrouw. Heb! 'tis zonde man, ik dacht, dat men van een
pannekoek in het geheel geen belasting betaalde.
Dat heb je mis, vrouw. Van een pannekoek moet men vijf
malen belasting betalen, voor wij dien op kunnen eten. 1°. Het
meel is belast; 2°. de meid is belast; 3°. het vuur, waar hij
zoo lekker op sist, is belast; 4°. het licht van 't keukenraam
is belast, en 5°. de suiker, die er over wordt gestrooid, is
ook belast.
Na den eten rookte de man zijn pijpje. Smaakt je pijp je
wel, manlief, vroeg de vrouw. Ja, zeide de man, de tabak is
lekker en goedkoop, dat is wat anders als jou pannekoeken,
die is in het geheel niet belast. - Dat is schandeman Een
pannekoek vijfmaal en tabak in het geheel niet. Pannekoeken
is toch voedsel en tabak maar liefhebberij.
Gij hebt geen ongelijk, vrouw! Hoewel ik een liefhebber
van rooken ben, zou ik het toch goedvinden, dat de tabak
belast was, daar wij bijna het eenigste land zijn, geloof ik,
van Europawaar geen belasting op den tabak wordt betaald.
In Frankrijk, Oostenrijk, Italië is een zoogenaamde Eegie,
waar het land den tabak verkooptdie millioenen opbrengt. In
andere landen en zelfs in Amerika is de tabak zwaar belast.
Het was zaakdat zulks in ons land ook gebeurdeen de be
lasting op het vleeschbrood en de turf werd afgeschaft.
Onder de vreemde troepen in Indië hebben zich geen andere
ongeregeldheden voorgedaan en de schrik vau het gebeurde te
Samarang begint plaats te maken voor het vertrouwen, dat der
gelijke voorvallen zich vooreerst niet zullen herhalen. Een be
wijs dat onder de vreemde soldaten zich ook vele goedgezinden
bevinden werd nog dezer dagen geleverd door de verklaring
der officieren, onder wier kommando een detachement van 125
mau aan boord van de Joan uit Nederland naar Indië is over
gekomen. Het gedrag dier manschappen heeft niet de minste
reden tot klagten gegeven. Indien men zich nu slechts ernstig
en duurzaam wil bezig houden met het opsporen der middelen,
om het leven van den soldaat aangenamer te maken zoover
de discipline dit toelaat: indien men bij de verdere aanwerving
van vreemde manschappen voor de koloniale dienst zeer voor-
zigtig te werk gaaten op de in Indië aanwezige Zwitsers een
wakend oog gevestigd houdt, dan kan de toekomst - zoover
dit punt betreft - zonder vrees worden te gemoet gezien.
Nog altijd wacht men te Batavia te vergeefs op een be
zending exemplaren van Max Havelaar, en gering is het aantal der
gelukkigen, die de gelegenheid hadden dat merkwaardig boek a tête
reposée te lezen en te herlezen. Ons, zoo schrijft men, ontbrak die
gelegenheid tot heden; wij konden het slechts doorvliegen en
onthielden ons daarom van een beoordeeling, die wij anders-
ook na de voortreffelijke stukken van prof. Veth en van den
recensent in den Spectator - niet overbodig zouden achten.
Het Nederlandsch publiek heeft recht te verwachten, dat ook
uit Indië een onpartijdig oordeel zich doe hooren althans over
de feitenin dit boek vermeldwij verbinden ons gaarne die
verwachting niet te leur te stellen, zoodra het werk hier zal
verkrijgbaar zijn. Multatuli zal wel doen voor zijn volgende
geschriften een uitgever te kiezen van minder slaperigen aard."
Na de benoeming van den afgetreden resident van Soe-
rabaija tot lid in den raad van Ned. Indië werd door amb
tenaren officieren en verdere ingezetenen dier residentie de
niet onbelangrijke som van p. m. 25,000 bijeengebragttot
den aankoop van een aandenken, als een blijk van hoogach
ting en erkentelijkheid van Soerahaija's ingezetenen. Z. H. Ed.
Gestr. vermeende echter dat niet te mogen aannemen zulks
strijdig achtende met het verbod, dat ambtenaren geschenken
aannemen. Door een commissie werd daarna een rekest aan de
Eegering ingediend om in dit geval dispensatie dier bepaling
te erlangen en alzoo den belanghebbende het aannemen van
het geschenk te vergunnen. Hierop is dezer dagen afwijzend
beschikt.
Zoo als men weet, bezocht de gouverneur-generaal van
Neêrl. Indië de residentie Cheribon kort na de vernieling van de
200 bouws suikerriet. Den 15 Augustus verleende hij audiëntie
op de hoofdplaats, alwaar hij den vorigen dag was aangekomen.
Een correspondent meldt, dat op de audiëntie ook verscheen een
partikulier ondernemer, die den heer Pahud een geruimen tijd
over de aangelegenheden van de vrije kuituur onderhield. Hij
deelde den gouverneur-generaal mede, dat hij in vereeniging
met bemiddelde personen in Indië en in het moederland, ruim
twee jaren geleden, een som van circa 1,200,000 had be
steed aan het oprigten van fabriekenwerkende in vrijen ar
beid en door middel van overeenkomsten met den inlander, en
dat voor de exploitatie der ondernemingen jaarlijks tot 600,000
werden uitgegevendat die ondernemingen waren tot stand
gekomen met inachtneming en eerbiediging van de wettelijke
bepalingen en zij dus onder de bescherming der wet stonden
maar dat hij thans evenwel gedwongen werd de onaangename
taak op zich te nemen om Z. E. tusschenkomst op een drin
gende wijze in te roepen tegen de handelingen van het tegen
woordig bestuur van de residentie Cheribon, vdaf door krach
tige maatregelenals het verwoesten van groote uitgestrekt
heden suikerrieteen slechten indruk onder de plantende
bevolking had veroorzaakt enzoo voortgaandede Javanen
die 600,000, welke thans jaarlijks onder hen in circulatie
kwamen en noodwendig veel welvaart verspreiddenzouden
moeten missenalle vrije fabrieken met een geheele vernieting
werden bedreigd en daardoor vele Europeanen zouden geruï
neerd worden.
//Maar de resident heeft mij medegedeeldzeide de gou
verneur-generaal //dat met een kleine uitzonderingbij ver
gissing, geen riet was vernield dan door het injagen in de
velden van buffels- zonder opzigt van den fabriekant zelve.
Het artikel in de Java-Bode is derhalve laster en de resident
denkt er ernstig na om den schrijver in rechten te doen ver
volgen."
//De resident," hernam de ondernemer, »moetmijns inziens,
er niet alleen ernstig over nadenken de zaak in rechten te
vervolgen; maar hij moest er onmiddellijk toe overgaan, opdat
de lasteraar gestraft worde; doch ik moet uwe excellentie be
scheiden doen opmerken dat het mij voorkomtdat het artikel
geen laster bevat, omdat ik mij sterk maak het daarin ver
melde met bewijzen te staven."
De gouverneur-generaal was blijkbaar niet op zulk een ant
woord voorbereid. Hij vroeg, onthutst, of de ondernemer den
resident ter zake reeds gesproken hadwaarop de ondernemer
antwoorddedat hij den resident had gesprokendoch de zaak
betreffende het vernietigen van riet slechts ter loops had aan
geroerd omdat hij op dat tijdstip niet in het bezit was van
bewijzen, dat zulk een maatregel zoude zijn uitgegaan van wege
den resident of regent; dat hij op dat tijdstip nog dacht en
wenschte het te moeten toeschrijven aan een misverstand of ver
keerde uitlegging van bevelen; dat hij echter nu in het bezit
van bewijzen was gekomen en de regent hem in tegenwoordig
heid van getuigen had gezegd, dat de resident te Kalitand
jong geen nieuw riet meer wenschte te zienen dat er in het
volgend jaar daar ook geen riet te vermalen mogt zijnzoo
dat hijregentook op geen andere wijze aan die mondelinge
last wist te voldoen dan door het riet te vernielen. //Overigens."
besloot de ondernemer, //kan ik niets verwachten van een nader
onderhoud met den resident, omdat hij zijn bestemming voor
deze residentie beschouwt als een zending om den vrijen ar
beid tegen te werken."
Na afloop der audiëntie, werden de secretaris en de regent
van Koeningan bij den regent van Cheribon gezonden om hem
te vragen of hij last had gegeven tot vernietiging van het riet
en deze zou zulks bij geschrift hebben bekend. Het is onnoo-
dig te doen opmerken, dat een regent zulk een last niet
motu propria zou hebben durven geven.
Onder het garnizoen van Gaëta is een complot ontdekt
om Koning Frans te vermoorden en de overige Prinsen van
den bloede gevangen te nemen. Twee officiereneen sergeant
en een Iersch soldaat zijn gefusilleerd, maar men heeft de
overige schuldigen niet op bet spoor kunnen komen, daar het
complot uitgebreide vertakkingen heeft.
Volgens een gerucht, te Eome in omloop, zou de Paus
voornemens zijn naar Weenen te vertrekken en den kardinaal
Eeisacheen duitscher, die voor een bekwaam en zeer ener
giek man wordt gehouden, tot legaat van den Pauselijken Staat
te benoemen'.
Men verzekert dat er op dit oogenblik onderhandelingen
worden gevoerd tusschen de kabinetten van Turin en Parijn