N°. 198.
Vrijdag 19 October.
A0. 186
De Gemeentebegrooting voor 1861.
IV.
Het geheel der uitgaven overziende, springt bij ons steeds
in het oog het groot gebrekdatbij de nieuwe voorschriften
betreffende de plaatselijke begrootingen niet duidelijk wordt
welk bedrag als gewone, blijvende, jaarlijks terugkeerende uit
gaven en hoeveel als buitengewoon onder het totaal cijfer voor
komt. Men zou in een becijfering moeten tredenwat onder
de verschillende hoofdstukken als buitengewoon kan worden
aangemerkt, en als we dat doen ten aanzien der begrooting,
die voor ons ligt, dan is het alleen de 14000 voor aanbouw
van nieuwe scholendie daaronder moet worden begrepen. -
Indien dat geen tegenspraak ondervindt, stellen we voor 1861
het bedrag der gewone uitgaven op 362.180,50 en vragen of
die som door de gewone inkomsten wordt bestreden? Immers
die vraag is gepast, - want men noemt een toestand gunstig
als uit de gewone inkomsten nu en dan ook iets, veel of wei
nig tot buitengewone einden kan worden besteed- dat is
integendeel een noodlottigen weg, als men ten einde in de
gewone uitgaven te kunnen voorzien, steeds tot buitengewone
middelen de toevlugt moet nemen. Tot dit gevoelen komt
men, als men uit de begrooting ontdekt, dat het batig
slot der vorige rekening, dat ten gevolge van toevallige om
standigheden 15000 meer bedraagt dan waarop het geraamd
was, met 5000 meer overwinst der gasfabriek als buitenge
wone ontvangsten moeten worden beschouwd, die niet geheel
tot bestrijding van buitengewone uitgaven strekkenniettegen
staande de opbrengst der plaatselijke accijnsen hooger dan voor
1860 is geraamd en de subsidiën aan de armbesturen weder
met het jaarlijksch bedrag en wel voor het laatst zijn vermin
derd, zoodat ze voor 1862 slechts tot een zeer onbeduidende
som zullen voorkomen. We opperen dat bezwaar, omdat men
in sommige kringen op die wijze over de begrooting spreekt
en tot de slotsom is gekomendat zulks het droevig gevolg
is van de invoering en de werking der gemeentewet of van
een staat van zaken die door de toepassing van vrijzinnige
beginselen is in het leven geroepen. Met dat bezwaar voor
oogen, slaan we op de begrooting der plaatselijke uitgaven nog
een vlugtigen blik.
Zal die blik eenig doel treffen, dan moet zij ook gaan over
een toestanddie de werking der gemeentewet voorafgaat en
daartoe kiezen wij de plaatselijke begrooting voor 1850, ver
geleken met de begrooting van 1860. Bij een naauwgezette
verplaatsing en berekening der cijfers verkrijgen wij het vol
gende overzigt der verschillende hoofdstukken van de uit
gaaf, als:
Huishoudelijk bestuur.
Fabricagewerkenu
Kosten plaatselijke belast., u
Openbare veiligheid
Plaatsel. gezondh. policie
Onderwijs
Armwezen
Renten en all. van schuld
Andere uitgaven.
Onvoorziene uitgaven
Nadeelige saldo's
1850.
1860.
35.473.45
41.058.50
43.830.00
65.315.00
25.000.00
35.775.00
43.091.00
40.797.50
500.00
600.00
21.600.00
24.685.00
128.850.00
110.322.50
6.795.50
10.700.50
9.025.00
5.235.00
3.000.00
18.689.24}
Totaal J 335.154.19» 344.419.00
Men zal uit die cijfers bemerken, dat het geheele bedrag der
uitgaven niet zoo buitensporig is geklommen maar dat de kos
ten van het huishoudelijk bestuur en van het onderhoud der
openbare werken alleen aanmerkelijk zijn toegenomen en voor
onvoorziene uitgaven een beduidende som meer beschikbaar is
gesteld. De verhooging der kosten van het huishoudelijk bestuur
is hoofdzakelijk veroorzaakt door bezoldiging van keurders en
heeren der gebuurten en door inwendige verfraaijing van het
Raadhuis; de kosten voor de invordering der plaatselijke ac
cijnsen zijn door het openhouden der poorten enz. toegeno
men die voor de openbare veiligheid zijn schijnbaar minder,
maar werkelijk meer dan f 5000 hooger, omdat de straatver
lichting in 1850 18.000 en in 1860 10.000 beliep. Het
armwezen is niet in gelijke verhouding als het bedrag der
subsidiën aan de armen afgenomen, maar in allen gevalle kaa
LEIDSCH DAGBLAD.
Deze Courant verschijnt eiken dag, be
halve Zon- en Feestdagen, en kost voor
Leiden 1.95, en franco per post 2.80
in de drie maanden.
De prijs der Advertentién is voor elkea.
regel Zes Cents, behalve 35 Cents zegel
recht, voor elke plaatsing. Afzonderlijke
Nommers Vijf Cents.
Spoortreinen van Leiden naar 's GravenhageDelft, Schiedam en Rotterdam te 10 u. G m.; 12 u. 58 m.; 6 u. 3 m.; 9 u. 13 m. Naar Haarlem
en Amsterdam te 8 u. 47 m.; 1 u. 3 m.; 4 u. 47 m.; 7 u. 57 m.
Stoomboot van Leiden (Ligplaats Haven) naar Amsterdam, Maandag ochtends 4 u., de overige werkdagen 5 u.; van Amsterdam (Beerebijt)
naar Leiden 's middags 2 u.
Postbusligtingen aan de Lakenhal, aan de Katoenfabriek en op de Nieuwstraat: 'sinorgen9 te 7 ure 55 min., 'smiddags te 12 ure, 'sntmid-
„gs te 3 ure 45 min., 's avonds te 8 ure 10 min.
Zittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad op onbepaalde tijden. - Burgemeester en WethoudersMaandag en Donderdag te 11 ure. -
Commissie van FabricageDingsdag te 12 ure. - Burgemeesterdagelijks te 10 ure. - Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelijks van 104
ure- Thesauriedagelijks van 102 ure. —De Gemeente-Architect i9 te spreken te zijnen huize op den Ouden Singel, 's morgens van 9--10 ure,
Kantoor der Plaatselijke Accijnsen, dagelijks van 8—1 ure en van 36 ure.
Kantoor der In- en Uitgaande Rechten en Accijnsendagelijks van 91 ure en van 36 ure.
Kantoor van 'sRijks Directe Belastingen, Maandag, Dingsdag, Woensdag en Donderdag van 92 ure.
Kantoor van Zegel, Registratie dagelijks van 84, van de Hypotheken en het Kadaster, van 94 ure.
0
H
0
tt
0
0
10.000.00