N°. 193
Zaturdag 13 October.
A0. 18
Het Stedelijk Ziekenhuis.
LEIBSCH BAfiBLAD.
Deze Courant verschijnt eiken dag, be
halve Zon- en Feestdagen, en kost voor
Leiden 1.95, en franco per post 2.S0
in de drie maanden.
De prijs der Advertentiën is voor eiken
regel Zes Cents, behalve 35 Cents zegel
recht, voor elke plaatsing. Afzonderlijke
Nommers Vijf Cents.
Spoortreinen van Leiden naar 's GravcnhageDelft, Schiedam en Rotterdam te 10 u. 6 ra.; 12 u. 58 m.; 6 n. 3 m.; 9 n. 13 m. Naar Haarlem
en Amsterdam te 8 u. 47 m.; 1 u. 3 m.; 4 u. 47 m.j 7 u. 57 m.
Stoomboot van Leiden (Ligplaats Haven) naar Amsterdam, Maandag ochtends 4 u., de overige werkdagen 5 u.; van Amsterdam (Beerebijt)
naar Leiden 's middags 2 u.
Postbusligtingen aan de Lakenhal, aan de Katoenfabriek en op de Nieuwstraat'smorgens tc 7 ure 55 min., 'smiddags te 12 ure, 'snamid
dags te 3 ure 45 min., 's avonds te 8 ure 10 min.
Zittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad op onbepaalde tijden. - Burgemeester en WethoudersMaandagen Donderdag te 11 ure. -
Commissie van Fabricage, Dingsdag te 12 ure. - Burgemeester, dagelijks tc 10 ure. - Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelijks van 10—4
ure. - Thesaurie, dagelijks van 10—2 ure. -Be Gemeente-Architect is te spreken te zijnen huize op den Ouden Singel, 's morgens van 9—10 ure.
Kantoor der Plaatselijke Accijnsen, dagelijks van 81 ure en van 36 ure.
Kantoor der In- en Uitgaande Rechten en Accijnsen, dagelijks van 91 ure en van 36 ure.
Kantoor van 'sRijks Directe Belastingen, Maandag, Dingsdag, Woensdag en Donderdag van 9—2 ure.
Kantoor van Zegel, Registratie dagelijks van S4, van de Hypotheken en het Kadaster, van 94 ure.
I.
Vrij van allen invloed, dien de herinnering aan gebeurde za
ken en persoonlijke ervaringen op ons oordeel zou kunnen
hebben - alleen in het oog houdende wat het belang der
ingezetenen betreft- hebben wij het plan om over de ver
grooting van het Academisch Ziekenhuis een gevoelen te open
baren, dat, eenigermate ontwikkeld en beredeneerd, het stand
punt zou kunnen aangeven, vanwaar die gewigtige zaak en hare
gevolgen moeten worden beoordeeld. Na er reeds over ge
schreven is, veroorloven wij ons, de opmerking, dat er van
geen ontrouw aan gesloteu overeenkomsten sprake mag zijn
en het openbaar gezag juist van groote naauwgezetheid in de
vervulling van hetgeen zij op zich nam of neemt, het voor
beeld geven moet, maar dit neemt niet wegdat er pogingen
kunnen worden aangewend, om die overeenkomst voor een
deel te wijzigen of te veranderenomdat juist de uitvoering
van de gemaakte bepalingen afhankelijk blijft van raadsbesluiten
waaromtrent de gevoelens zeer kunnen uiteenloopen ^en gedu
rige strijd kau worden voorzien, 't Is toch waar, dat de be
doelde overeenkomst niet zonder heftigen tegeustand is aange
gaan, - want, nadat het besluit tot goedkeuring in Januarij
1853 moest worden verdaagd omdat zich tien stemmen daar
vóór en een gelijk getal daartegen hadden verklaard, is het
in een volgende vergadering genomen met 13 tegen 12 stem
men. Alle raadsleden hebben beloofddat zij de belangen der
gemeente met al hun vermogen zullen trachten voortestaan en
te bevorderen. Wordt nu door die overeenkomst, het belang
der gemeeute werkelijk bevorderd, omdat de helft der leden
plus één dit alzoo beschouwt en de andere of kleinste helft
van een tegenovergesteld gevoelen is? Zoo immer, hier geldt
het spreekwoorddat de meerderheid niet altijd gelijk heeft; boe-
veel te meer, als de beslissing slechts van één lid afhan
kelijk waswiens toevallige afwezigheid welligt tot een be
sluit. van een tegenovergestelde strekking had geleid, 't Was
te voorzien dat elk besluitdat uit die overeenkomst voort
vloeide, onder den invloed blijven zou van die onbeduidende
meerderheid en 't is nog te wachten dat die invloed zich kan
doen gelden, wanneer men weet, dat de afwisseling van het
personeel het sterkst is geweest onder hen die tot de meer
derheid behoorden. - Nog een andere bedenking is er te ma
ken. De overeenkomst, in 1853 gesloten rust op het beginsel
dat Leiden zich tot behoud of tot uitbreiding van de Rijks-
Hoogeschool geldelijke opofferingen moest getroostenomdat
de schatkist niet zoo ruim van middelen was voorzien, om
zelf die kosten te dragen. Ook dit beginsel is in den laatsteu
tijd niet onverwrikt hetzelfde geblevenmaar veeleer is het
tegenovergesteld begiusel aangenomendat het Rijk niet op
de gemeente mag overdragenwaartoe het zelf verpligt is. -
Mag men van Leiden blijven vorderen, dat een aanzienlijk ka
pitaal wordt besteed, om een rijksinstelling uittebreiden en dat
jaarlijks een niet onbeduidende som onder de plaatselijke uit
gave wordt opgenomen tot onderhoud van een instelling, die
slechts voor een deel bestemd is, om de zieke armen der-
gemeente te verplegenmaar overigens strekt in het belang
van het hooger onderwijs, waarvan de kosten moeten wordeu
gedragen door den Staat? Is zulk een verloochening van
pligtbesef en terzijdestelling van gemoedelijke bezwaren te ei-
schen van elk Raadslid, dat nog overtuigd is van het nadeel,
dat de aangegane overeenkomst, zoo" als zij daar ligt, aan de
gemeente zal berokkenen?
Men kan nog meer vragen doen, want sedert 1853, en wel
ligt ook al vroeger, is in de behandeling van de zieke armen
binnen Leiden een gunstige verandering gekomen. Zoo dat
waar ismoet ook het hoofdbezwaar, dat tegen de bestaande
Stedelijke Ziekeninrigting bestondin waarde verminderd zijn
en de behoefte aan een betere behandeling der zieke armen
zich in minderen graad hebben geopenbaard. De wettelijke en
zedelijke verpligting van den gemeenteraad, om die zorg voor
de openbare gezondheid en de geneeskundige behandeling der
armen te behartigen, heeft geen verandering ondergaan maar
is daarmede uitgemaakt, dat nog altijd daartoe de uitvoering
van een plan vereischt wordt, dat in 18481853 onder zulke
geheel andere omstandigheden werd ontworpen en met zulk
een geringe meerderheid aangenomen? 't Is te betwijfelen.