N°. 179. Donderdag 27 September. A0. 186J^'R;
De Cremeentebegrooting voor 1§G1.
LEinSCH
Deze Courant verschijnt eiken dag, be
halve Zon- en Feestdagen, en kost voor
Leiden ƒ1.95, eD franco per post ƒ2.80
in de drie maanden.
De prijs der Advertentiën is voor eiken
regel Zes Cents, behalve 35 Cents zegel
recht, voor elke plaatsing. Afzonderlijke
Nommers Vijf Cents.
Spoortreinen van Leiden naar 's Gravenhage, Delft, Schiedam en Rotterdam te 9 u. 42 m.; 12 u. 7 m.; 3 u. 4 m.; 6 u. 9 m.; 9 u. 24 m. Naar
Haarlem en Amsterdam te 8 u. 26 m.; 10 u. 58 m.; 12 u. 59 m.; 4 u. 58 m.; 9 u. 28 m.
Stoomboot van Leiden (Ligplaats Haven) naakr Amsterdam, Maandag ochtends 3 u., de overige werkdagen 4 u. 30 min.; van Amsterdam (Bee-
rebijt) naar Leiden 's middags 2 u.
Postbusligtingen aan de Lakenhal, aan de Katoenfabriek en op de Nieuwstraat: 'smorgens te 7 ure 30 min., 'smiddags te 12 ure, 'snamid
dags te 3 ure 45 min., 'savonds te 8 ure 30 min.
Zittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad, op onbepaalde tijden. - Burgemeester en WethoudersMaandag en Donderdag te 11 ure. -
Commissie van Fabricage, Dingsdag te 12 ure. - Burgemeesterdagelijks te 10 ure. - Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelijks van 104
ure. - Thesaurie, dagelijks van 102 ure. —Be Gemeente-Architect is te spreken te zijnen huize op den Ouden Singel, 'smorgensvan 910 ure.
Kantoor der Plaatselijke Accijnsen, dagelijks van 81 ure en van 36 ure.
Kantoor der In- en Uitgaande Rechten en Accijnsendagelijks van 91 ure en van 36 ure.
Kantoor van 'sRijks Directe Belastingen, Maandag, DiDgsdag, Woensdag en Donderdag van 92 ure.
Kantoor van Zegel, Registratie dagelijks van 84, van de Hypotheken en het Kadaster, van 94 ure.
II.
Ket cijfer der begrooting is steeds klimmende; - 't was in
1850 336.221.17,lin 1855 ƒ326.013.505,in 1860 ƒ344.489.—,
voor 1861 376.180.50; - maar dat geeft geen grond van
bezwaar, indien elke post van uitgaaf het karakter van onbe
rispelijkheid draagt, en dat zal de gemeenteraad beoordeelen. We
willen evenwel op enkele lichtpunten wijzenwaaruit men ont
dekken kan in welken geest het tegenwoordig plaatselijk be
wind en beheer wordt gevoerd. De voortdurende verminde
ring der kosten van het armwezen getuigt wel in het algemeen
voor de doeltreffende armenzorg, die in de laatste jaren is
ingevoerd en niet aan de nieuwe armenwet is toeteschrijven.
Vermindering in het bedrag der subsidiën voor armenbedee-
lingen tot werkverschaffing en voor de verplegingskosten van
veroordeelde bedelaars is wel daarvoor een afdoend bewijs.
Vermindering in het beloop der subsidiën voor verpleging van
weezen en oude lieden in godshuizen is alleen dan te verwach
ten wanneer de gestichten ten laste zijn der kerkelijke liefda
digheid en deze mildelijk vloeit. Strenge maatregelen tot zoo
danige vermindering in het werk te stellen, laat zich voor de
rechtbank der billijkheid en der zedelijkheid niet verdedigen.
Overigens is het ook niet wenschelijk, dat in het cijfer der
kosten van armwezenzooals het achtste hoofdstuk der Leid-
sche begrooting is ingerigt, meerder vermindering kome dan voor
zoover de omstandigheden, waartoe de uitgaven betrekking heb
ben, daartoe van zelf aanleiding geven. Immers de meeste
uitgaven, behalve de zoo even aangeduide, strekken in het
belang der geneeskundige dienst voor de armen en de maat
regel, voor eenige jaren genomen, om alle kosten van dien
aard voor rekening der gemeentekas te nemenis in zich zelf
van een heilzame strekking en kan niet anders dan nuttig
werken. Die zorg voor de zieke armen is naar ons inzien een
regeerpligt, die uit het beginsel van het belang der openbare
gezondheid voortvloeit en in handen van het openbaar gezag
juist het meeste doel treft. Men verliest niet zelden uit het
oogdat de vermeerdering van het cijfer dier uitgaven buiten
rechtstreeksch verband kan staan met het pauperisme en 't is
ook voor Leiden hoogstwaarschijnlijk, dat dit cijfer stijgen zal,
bijaldien het plan tot vergrooting van het Stedelijk Ziekenhuis
tot stand komt. Zulke uitgaven, zoo naauw met het eigenaardig
karakter der gemeente in verband staande en tot hare welvaart
betrekking hebbende, mogen niet worden ontzien of vertraagd.
Uitgaven voor zaken van algemeen plaatselijk nut behooren
niet tot den armenlast en die wel onderscheidtoordeelt wel.
Onder zulke uitgaven tellen we ook al die kosten, welke be
trekking hebben tot den aanleg en het onderhoud van wer
ken en inrigtingen tot openbare dienst bestemd en van eigen
dommen welke de gemeente naar het burgerlijk recht bezit. Men
is tot nog toe op die uitgaven te Leiden hoogst zuinig ge
weest met het beschikbaar stellen van gelden voor nieuwe wer
ken, behalve wanneer het de kazernering gold. En waarom?
Men berekende wat het garnizoen aanbragt in de belasting op
het gemaal, het geslagt, de dranken en de brandstoffen. Men
zag voorbij, dat er ook voordeelen zijn, die men niet zoo
onder cijfers kan brengenevenals er uit het bezit van eene
krijgsbezetting nadeelen voortvloeijendie men ook niet ziet.
Uitgavendie het vertier kunnen bevorderenhet verblijf
veraangenamen en de openbare gezondheidreinheidveilig
heid en wat niet al in de hand werkenmogen niet worden
ontzien; - want er zijn posten zonder welke eene gemeente
niet ordelijk wordt geregeerd, 't Komt er evenwel hoofdzake
lijk op aanhoe die sommen worden besteed en veel wordt er
verwacht van den ijver en de zorg der vaste Commissie, met
dat beheer belast, en niet het minst van den nieuwen Wet
houder, wiens herbenoeming bij het aanzienlijk deel der inge
zetenen van alle standen werd gewenscht en die wegens zijne
hupschheid en blijkbare zucht om, waar het zonder hinder ge
schieden kan, het den ingezetenen aangenaam te maken de al-
gemeene achting geniet, en die, naar men vrij luide zegt,deze
zal blijven genieten, als hij zich weet lostemaken van of te
verheffen boven kleingeestige en willekeurige gewoonten en in
zettingen, die ingeworteld zijn en onuitroeibaar schijnen. Men
wees ons op de som van 14000 voor arbeidsloonen van
Stads werklieden, eene som die beter tot hetzelfde doel kon