tEIDSCH DAGBLAD. N°. 159. Maandag 15 Augustus. A0. 1860. Het Dagblad kost in de 3 maanden 1.95. Afzonderlijke Kommers 3 Cents. Spoortreinen van Leiden naar 's Gravenhage, Delft, Schiedam en Rotterdam te 9 u. 42 m.; 12 n. 7 m.; 3 u. 4 ra.; 9 m.; 9 u. 24 m. Naar Haarlem en Amsterdam te 8 u. 26 m.; 10 u. 58 m.; 12 u. 59 m.; 4 u. 58 m.; 9 u. 28 m. li 'ostbusligtingen aan de Lakenhal, aan de Katoenfabriek en op de Nierivvstraat's morgens te 7 ure 30 min., e niddags te 12 ure, 'snamiddags te 3 ure 45 min., 'savonds te 8 ure 30 min. Zittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad op onbepaalde tijden. Burgemeester en Wethouders 1 andag en Donderdag 11 ure. Commissie van Fabricage, Dingsdag 12 ure. Burgemeesterdagelijks te l ure. Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelijks van 104 ure. Zon- en Feestdagen uitgezon- d. Thesaurie, dagelijks van 102 ure. Be Gemeente-Architect is te spreken te zijnen huize op den 1 den Singel, Wijk V, N°. 328, 's morgens van 9 10 ure. li Kantoor der Plaatselijke Accijnsen, dagelijks van S—1 ure en van 36 ure. Kantoor van 'sRijks Directe Belastingen, Maandag, Dingsdag, Woensdag en Donderdag van 92 ure. Kantoor van Zegel, Registratie dagelijks van 84, van het Kadaster en de Hypothekenvan 94 ure. De Izeldschc Kermis. (Slot.) looveel hoofden zooveel zinnen, - dit spreek- ird vindt zeker zijne toepassing op het oordeel r de kermis- ook over de Leidsche kermis- it dat hangt geheel af van het standpunt, rop men zich plaatst of geplaatst zietof van beginselen en begrippen, die men zich heeft :n gemaakt, of van de indrukken, die men tger of later verkreeg. - En toch moest er gebied zijn, waarop allen zich ontmoeten, belang stellen in het lot van den natuurge- it. Men kan niet onverschillig zijn, - of men et elk menschelijk gevoel hebben uitgeschud, - men het oog vestigt op die zuigeling, aan de ederlijke borst in slaap gewiegd, of liever rommeld, die doof schijnt, ten gevolge der toonte, voor het gebom of gekrijsch of ge- ars of het werktuigelijk maatgeluid van bat trument, dat gehuurd of aangeschaft is, om middel van bestaan voor een geheel buisge- te strekken. Wat zal de bestemming, wat l lot van die zuigeling zijn bij zulk een stel- van opvoeding? - Zoo kan het niet mis- of men vertraagt onwillekeurig_zijn stap, het gezigt van dien bejaarden man met n bril en dwarsfluit, die naar het uiterlijke t voorkomen heeft, vroeger in gunstiger om- indigheden te hebben geleefden zich thans t middel van onderhoud koos, door het be den der fluit langs straat en gracht en ju polka met een bedelaarsgift beloond ziet I n die dansende kinderen, misschien tegen zin i wil, zeker onnatuurlijk, van den morgen tot ui avond rusteloos springende en huppelende ti aan hunne ouders een meer gemakkelijk en li leven te verschaften en zelve alzoo ongeschikt t worden voor nuttigen handenarbeid P De pop penkast geraakt uit de mode en van het kermistoo- neel,-men schijnt een overproductie te hebben van redelijke schepselen, die, haar vervangende, in staat zijn door grimassen en apenkunsten te voorzien in de behoefte van het groote publiek aan dergelijke vermakelijkheden en tijdverdrijf.- 't Zijn eigenlijk bedekte bedelarijen en misschien meent menigeen een liefdadig werk te verrigten, door de giftendie langs de huizen worden opgehaald, als een aalmoes te beschouwen. Zoo werkt de armenzorg op eene eigenaardige wijze en even ondoordacht begeeft men zich naar voor stellingen in gebouwen en tentenom voor zijn geld halsbrekende kunstverrigtingen bijtewonen, - waar de meest ijverige philanthropen zelfs niet worden gemist. In een tijdwaarin men op zelfstandigheid van beginselen aandringt en met alle traditiën breken wil, gaat men zoo zoetsappig voort en volgt men den stroomzonder de draaikolk op te merken, waarin ligtzinnigheid en beginsel loosheid de maatschappij drijven. Met evenveel belangstelling, - misschien wel bij menigeen onder gelijksoortige indrukken- is de toeloop tot den kunstenmaker (saltimbanque) als tot den kanselredenaar- als de zinnen slechts worden gestreeld, gelijk het jeugdig geslacht zich ver maakt in een draaimolen. Zulke nagalmen gaven ons de Leidsche kermis, welker afschaffing niet baten zou, omdat bet begin sel er niet door werd veranderd. De kermis is in 1854 van de maand Mei tot in de laatste week in Julij verplaatst; - maar in de Pinksterda gen is men even losbandig, als of het nakermis was, en nog altijd maakt het getal onechte kin deren jaarlijks 11 a 12 pCt. van het getal geborenen uit. De opbrengst van den plaatselijken accijns op het binnenlandsch gedistilleerd was in 1859 we der 9 pCt. meer dan in 1858 en van de belasting op het gemaal slechts 4 pCt., die op het ge-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1860 | | pagina 1