apf
middel aan te grijpendat bij Art. 14 wordt
aan de hand gegeven. Zij heeft den Kerkeraad
gestijfd in zijn dwazen waan, dat het woord re
denen mogt worden opgevat in algemeenen zin
en niet uitsluitend in den persoon gelegen. Die
kerkeraadsopiniën hebben met theologische haar
kloverijen dat gemeendat ze niet op de keper
moeten beschouwd worden.
Trouwens reeds daaruit blijkt de waarde van
's kerkeraads opinie- en niemand zal hem het
recht betwisten er een te bezitten en ons er een
oordeel over te vellen - dat men die later, toen
een ander lid werd benoemdniet heeft doen
gelden en nu door Ds. L. hoort beweren: de re
denen liggen niet in den persoon. Dat doel
kan niet het middel heiligen - veel min het
middel door den Kerkeraad gebezigd.
Eén middel schiet er over, dat voor de hand
ligt en hoogsteenvoudig en beproefd is. Alle
Nederduitsche Hervormde Gemeenten in Zuid-
Holland staan onder het Reglementdat den 12en
November 1819 door den Koning is vastgesteld
en waarvan de Leidsche Gemeente bij Koninklijk
besluit van 5 Julij 1820 op haar verzoek pro
visioneel is uitgezonderd. Bij dat reglement wordt
het opzigt over de kerkenhet beheer der ker
kelijke goederenfondsen en inkomsten en het
regelen der benoodigde onkosten voor de eere-
dienst aan een eollegie van kerkvoogden toebe-
trouwdwaarin ook twee leden van den Kerke
raad zitting hebben. Die Kerkvoogden worden
benoemd door Notabelen die verkozen zijn door
stembevoegde mansleden der Hervormde Ge
meente waarvan de burgerlijk minderjarigen niet
zijn uitgesloten. Die Kerkvoogden hebben het
beheer en de Notabelen hebben het toezigt. -
Men kan dat reglement ook gewijzigd mits on
der goedkeuring des Konings, aannemen. Zóó
heeft het 's Gravenhaagsche reglement eene be
paling, dat nimmer predikanten in het eollegie
van Kerkvoogden mogen benoemd worden. Wel
wat exclusief, maar ook eene opinie!
De Leidsche kerkeraad wil dat middel niet
en in de exclusieve richting, die hij openbaart,
zeer natuurlijk. De toekenning van eeu stem
recht aan de leden der Gemeente is eene onuit
staanbare zaak en de afhankelijkheid van eene
dubbele verkiezing bij het onbeduidend aandeel
in het beheer, zoowel als de uitsluiting van alle
toezigt, zijn bezwaren, die niet zoo gemakkelijk
kunnen worden te boven gekomen. - Misschien
is er nog een bezwaar: het provinciaal reglement
doet in het eollegie van Kerkvoogden zitting
nemen leden van het plaatselijk bestuur, mits
leden der Hervormde Gemeente zijnde. Wel
kan het gaandat Kerkeraadsleden zitting heb-
den Gemeenteraad- hoe meer hoe lie-
Ijaar omgekeerd, dat strijdt met het be
scheiding van Kerk en Staat- alsof
er den zilveren keten kon staande
der Commissie, - ofschoon onwet
tig - is gelukkig uitgevallen: een lid, c
broken heeft met gezag en voor wien
slechts betrekkelijke waarde heeft; een
den leerstoel van het hedendaagsch ki
bekleedt en tot onpartijdige toepassing zicil
geroepen achten; een lid, dat met onil
dellijke gestrengheid de lessen der logici
inachtnemen en er voor wakendat de i
slag, waarop het oordeel wordt gebouwd,
twee maal twee is vier en niet drie of vijf!
leden, bijgestaan door anderen, die de vertil
mate van kennis en oordeel bezitten en ij
wel onpartijdig daarvan gebruik willen mat
zij geven ons een voldoenden waarborg, di
Gemeentecommissie in het gelijk zal worde
steld enwat zij voor het stoffelijk belang
Gemeente deedworden gewaardeerd. Id
nu het recht der Gemeente betreftin haa:
slag aan de Gemeente- hierop toch mag
rekenenomdat zij haar mandaat van de g
heeft ontvangen en omdat al wat ope:
maakt is licht, - zal de commissie doen blij
dat zij zich niet inlaten wil met quaestiëo
eene exclusive richting, maar recht doei
dervaren aan hetgeen eene gemeente eis
kan en moetom niet te geraken onder het
van eenig gezag.
Dat gezag is zelfs in den boezem vas
kerkeraad ingedrongen en het stelsel van is
streeksche verkiezingen der leden - de p
kanten uitgezonderd - is alleen in staat,
dat te knakken en uitteroeijen. Wij schrei
niet te verklaren, dat de Leidsche kerke
dringend behoefte beeft aan het bezit van
knap en eerlijk rechtsgeleerd lid, dat in-
is een behoorlijk tegenwigt te geven aasl
autoriteitsgeloof, dat op het gebied van ka
lijk bestuur nog blijft heerschen. Menig ksl
raadslid aarzelt niet te bekennen, dat vel;
sluiten hierop gegrond zijnomdat de m
niet in een helder licht gesteld en bij
oordeeling der zaak menigeen een bril i:
voor de oogen gehoudendie voor een heli
ziende niet past. Vandaar, dat niet ieder
die tot het nemen van een besluit heeft tó
gewerktzich in staat gevoeltom den nu:
gel, waarmede hij heeft ingestemd, te wM
gen en er niet maar één enkel lid is,diere
hartig verklaart, dat hij berouw gevoelt toll
of ander besluit te zijn toegetreden. Zoodrac
eene overtuiging zich uitspreektis er hoop
genezing der kwaal, die zich overal openbar
waar de banddie de vertegenwoordigers
hunne kiezers zamenhecht, niet wordt
als voor eene wettige vertegenwoordiging
gehouden die er al de vereischten van mist.Ü
den duur is daarvan geen heil te verwadfi
en er is vreesdat de kwaal zich eenmaal o
lasten zal op eene wijze, die reden tot.beko:
mering geeft. - Alle kerkelijke geschillen rlx
jen daaruit voort en verkrijgen een einde,
meestal tegenovergesteld is aan hetgeen deur