jEIDSCH DAGBLAD.
N°. 109. Maandag 9 Julij. A0. 1860.
Het Dagblad kost in de 3 maanden f 1.95. Afzonderlijke Nommers 3 Cents.
Spoortreinen van Leiden naar '9 Gravenhage, Delft, Schiedam en Rotterdam te 9 u. 42 ra.; 12 u. 7 m.; 3 u. 4 m.;
m 9 u. 24 m. Naar Haarlem en Amsterdam te 8 u. 26 m.; 10 u. 58 m.; 12 u. 59 m.; 4 u. 58 m.; 9 11. 28 m.
pcjtbusligtingen aan de Lakenhal, aan de Katoenfabriek en op de Nieuwstraat: 's morgens te 7 ure 30 min.,
BÜjsgs te 12 ure, 'snamiddags te 3 ure 45 min., '9avonds te 8 ure 30 min.
Zittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad op onbepaalde tijden. Burgemeester en Wethouders
easdag en Donderdag 11 ure. Commissie van FabricageDingsdag 12 ure. Burgemeesterdagelijks té
are. Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelijks van 104 ure. Zon- en Feestdagen uitgezon-
rtl. Thesauriedagelijks van 102 ure. Be Gemeente-Architect is te spreken te zijnen huize op den
ülen Singel, Wijk V, N°. 328, 'smorgens van 910 ure.
Kantoor der Plaatselijke Accijnsen, dagelijks van 81 ure en van 36 ure.
Kantoor van Rijk. irecte Belastingen. Maandag, Dingsdag, "Woensdag en Donderdag van 92 are.
Kantoor van Zegel, Registratie dagelijks van 84, van het Kadaster en de Hypotheken van 94 ure.
Een Kerkelijk geschil.
(Slot).
tahtens art. 65 van het algemeen reglement
ir de Hervormde kerk in "Nederland, vastgesteld
i 9 September 1851bekrachtigd bij konink-
besluit van 23 Maart 1852 N". 3, zullen
t ie Synode nadere bepalingen worden ont-
:pen omtrent de administratie der bijzondere
k-, pastorij-, custorij- en andere gemeentefond-
i en omtrent de betrekking tussclien hunne
taurders en. de kerkeraden. - Ofschoon nu
die koninklijke bekrackting die bevoegd-
d der Synode is gereserveerd, en op dat punt
absolute scheiding van kerk en staat even-
d als op andere punten van geldelijken aard
baar volle recht is gekomentoch is aan
gemeente en aan den kerkeraad elk wet-
jk gezag te dien aanzien ontzegd en alleen
Synodeals de staat de reserve opheftdaar-
t bevoegd.
Ingevolge art. 70 van datzelfde reglement
bij het vijfde punt aan de Algemeene Syno-
lt Commissie het houden van een algemeen
aigt op de administratie van kerkelijke goe-
ren bij een reglement opgedragen zoodat ook
'echt van toezigt aan den kerkeraad niet
tkomt.
Alleen danwanneer de kerkeraden verkeerd-
den ontdekken in de administratie der ker-
lijke goederen, geven zij volgens art. 21
sivan kennis aan het classicaal bestuur en, toen
i een voor eenigen tijd ontworpen reglement,
k kerkbesturen en beheerders van kerkelijke
lederen zijn gehoord, was het grootste bij velen
"taande bezwaar, zoo wij ons niet bedriegen,
"fin gelegen, dat aan de kerkeraden eenig
iedebebeer of toch eene zekere invloed op het
'leer van kerkelijke goederen werd toegekend.
"Volgens het thans heerschend kerkrecht zjjn
dus de kerkeraden van alle bemoeijing met
het geldelijk beheer van kerkelijke fondsen ont
heven of liever uitgesloten.
Maar de Leidsche kerkeraad?
Dit kerkbestuur heeft alleen gedurende 40
jaren zich belast met het onderzoek en de op
neming der jaarhjksehe rekening van de gemeente
commissie, ofschoon artikel 17 van het regle
ment van 1809 bepaalt, dat de rekening wordt
gedaan aan de gemeenteen ten overstaan van
eene commissie uit den kerkeraad en niettegen
staande art. 2 en 3 die taak van onderzoek en
opname opdraagt aan notabelen. - Dit kerkbe
stuur kan voorts leswaren hebben tegen de
voorstelling van een benoemd lid der gemeente
commissie, even als de gemeente tegen zjjne
benoeming, maar die bezwaren moeten steeds
den persoon gelden en volgens art. 14 ge
wogen worden door eene commissie, voor wie
kerkeraad en gemeente staan op gelijke lijn.
Er kunnen redenen bestaandie niemand dan
de kerkeraad weet, zoo als ceDsuur, maar zij
betreffen altijd den persoon. De kerkeraad beeft
met niets anders zich intelaten volgens het
reglement van 1809 dan het gemeenschappelijk
regelen met de gemeente-commissie der bezol
diging van Voorlezers, Voorzangers enz. Zijn
daaromtrent verschillendan kiezen de gemeente
commissie en de kerkeraad een gelijk getal arbiters
uit de gemeente, in overeenstemming met art.
15 van het reglement.
Uit niets blijkt intusschen van zulk verschil.
Alleen leest mendat een benoemd lid niet
werd voorgesteldomdat hij behoorde tot eene
exclusive richting, d. i. dat bij wat confessio
neel en eerlijk van consciëntie was 1 - Hoe het
ook zij't is niet in de Gemeente-commissie
te prijzen, dat zij het beginsel, dat aangetast
was, niet heeft trachten te handhaven door het