EIDSGH DAGBLAD. N°. 86. Dingsdag 12 Junij. A«. 1860. Het Dagblad kost in de 3 maanden 1.85. Afzonderlijke Nommers 3 Cents. Spoortreinen van Leiden naar 's Gravenhage Delft, Schiedam en Rotterdam te 9 u. 42 m.; 12 n. 7 m.; 3 u. 1 m.; Jj. y m 9 u 24 m. Naar Haarlem en Amsterdam te 8 u. 26 m.; 10 u 58 m.; 12 u. 59 m.; 4 u. 58 m.; 9 n. 28 m. iFosthusligtingen aan de Lakenhal, aan do kaloenfabriek en op de Nieuwstraat: 'smorgc-ns te 7 ure 30 rnin., Kniddags te 12 ure, 'snamiddags te 3 ure 45 ntin., 'savonds te 8 ure 30 min. Zittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad op onbepaalde tijden. Burgemeester en Wethouders lianilag en Donderdag 11 ure. Commissie van Fabricage, Dingsdag 12 ure. Burgemeesterdagelijks te 10 ure. Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelijks van 104 ure. Zon- eo Feestdagen uitgezou- |rd. Thesaurie, dagelijks van 102 ure. Be Gemeente-Architect is te spreken te zijnen huize op den Ljen SiDgel, Wijk V, N°. 328, 'smorgens van 910 ure [Kantoor der Plaatselijke Accijnsen, dagelijks van S1 ure en van 36 ure. ■KaDtoor van 'sRijks Directe Belastingen, Maandag, Dingsdag, Woensdag en Donderdag van 9—2 are. [Kantoor van Zegel, Registratie dagelijks van 84, van het Kadaster en de Hypothekenvan 94 ure. Redactie beveelt tot kandidaat voor de leede Kamer der Staten-Gcneraal in het kies- jtriot Leiden aan Mr. NICOLAAS OLIVIER, tvocaat en Wethouder der Gemeente Leiden. Het feestvierend Leiden. II Eten feesttoon rnischtte den eersten dag lar des te meer feestgewoel en de meer dan pone levendigheid van den wekelijkschen mark- steeg van uur tot uur, naar mate de loco- lieven der spoortrein telkens een aanmerke- deel van den last, die zij met zich voerden, de grenzen der Stad (der GemeenteOfli- lle benaming) achterlieten. Staketsels, eere- lrten en illuminatietoestellen- waarvan de pge gereedmaking de grootste zorg haarden hendie er mede waren belast- zij en nog peel meer, dat het voorkomen hadalsof Ben zich voor eene aanstaande belegering 1st opproviariderengetuigde van de belang- Jhig, die stad- en landgenoot wilden betoo- voor de Leidsche Studentenfeesten, ds aan den vroegen morgeD van Zaturdag [perden de vlaggen niet het minst in de buurt het gebouw, waar de Tentoonstelling van pwerpen der Nijverheid van Leiden en om- Hkeri werd geopend. De tijd kwamwaarop 1 commissie met de regeling daarvan belast, bezoek verwachtte van de Leidsche Regering Ivan HH. Curatoren der Leidsche Hooge- M' - van het Collegium Supremum der Bsche Studenten en van de Kamer van Koop- Idel en Fabriekenvan de Leidsche afdee- pn der Vaderlandsche maatschappijen en der vereeniging, die de bevordering van nijverheid in het algemeen of van fabriek- en handwerk nijverheid in het hijzonder zich ten doel stellen. Al die genoodigden lieten zich door Commis sion vertegenwoordigen en bewezen daardoor hulde aan de Leidsche industrie, maar allen waren overtuigd dat die tentoonstelling in uit gebreidheid en rijkdom veler verwachting zal overtreffen en dat een talrijk bezoek aan de eene zijde tot belooning kan strekken van de opoffering in tijd moeite en kostendie de Leid sche afdeeling der's Gravenhaagsche vereeniging van nijverheid daarvoor veil had; maar ook aan den anderen kant veler oog zal openen voor den billijken eisch dien de inzenders der voorwerpen kunnen doen, dat namelijk hunne industrie door stad- genooten vooral worde gewaardeerd, beschermd en ondersteund, - in dien zin, dat een ruim vertier hen in staat stelleom zich meer en meer in hun vak, een ieder in liet zijne, te volmaken. Men kan binnen Leiden zich aanschaffen, al wat men behoeft voor den standwaarin men leeft, al is het zelfs op een weelderigen voet; - mits men evengoed daarvoor betaalt als voor het uitheemsche van dezelfde soort en hoeda nigheid. Wij komen later opzettelijk op de tentoon stelling terug; - maar nu karakteriseren wij haar slechts als een aanmoedigend gedenktee- ken, wat men door moed en volharding vermag, al slaat men bij den aanvang soms geheel al leen. Hoeveel bezwaren zijn er altijd gemaakt tegen het houden van tentoonstellingen- en die bezwaren belreffeu wel beschouwd eerder den vorm, dan het wezen, zoodat ook werkelijk het hoofddoel op den achtergrond geraakte. De ten toonstelling der Leidsche nijverheid, - in een eigenlijken en in een oneigenlijken zin genomen - moge bij vergelijking met andere tentoonstellingen zeer onbeduid end zijndit is evenwel zeker, -

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1860 | | pagina 1